De onzin van macro-economie

De media waren de voorbije weken weer een bron van onthutsende berichten. De Europese Commissie is ongerust over de goede handelsprestaties van de Duitse bedrijven. Dat is vreemd, in een monetaire unie. Zouden de VS zich zorgen maken over de ‘handelsbalans’ van Massachusetts? Voorts moet de loonhandicap met de ons omringende landen gedicht worden. Maar waarom met de ons omringende landen, als we concurreren in een globale economie? Tegelijk mag ook ‘de inflatie’ niet opflakkeren, maar ‘het deflatiespook’ evenmin kans krijgen…

Waar hebben al die door oneliners gekortwiekte economen en ijverige politici het toch over? “The state of macro is good“, verklaarde IMF-econoom Olivier Blanchard kort voor de crisis uitbrak. Nu laat hij wel een ander geluid horen: we bevinden ons in een toestand van “meta-uncertainty“. Zou het niet kunnen dat sommige macro-economen in een staat van metaconcepten en -constructies zijn terechtgekomen die soms weinig of niks met de economische realiteit te maken hebben, laat staan met de bedrijfsrealiteit? Zijn ze niet in de ban geslagen van hun eigen concepten en statistieken, zoals de gevangenen in de grot van Plato de schaduwen voor werkelijkheid nemen?

Word ik te filosofisch of metafysisch? Neen. De gevolgen van een oneigenlijk gebruik van economische concepten en zogezegd objectieve data, losgerukt uit hun context en van wat ze kunnen vatten of betekenen, zijn mogelijk niet te overzien. Vroeg of laat mondt dit uit in verarming, waardevernietiging en verspilling.

Moeten we meer of minder investeren? Onmogelijk te zeggen. Maar we moeten zeker meer goede investeringen doen en minder slechte. Moeten we meer of minder spenderen aan onderzoek & ontwikkeling, aan innovatie? Minder natuurlijk als we zonder kunnen, meer als deze uitgaven tot waardecreatie leiden (niet te verwarren met technologie, octrooien, researchbudgetten, enzovoort). Is een hoge schuldgraad goed of slecht? Dat hangt ervan af waarvoor die schuld gebruikt wordt en hoe ze beheerd wordt. Vergeet niet dat AB InBev na de overname van Anheuser-Busch een schuldgraad van liefst 500 procent had. Maar dat was geen probleem, omdat het daarmee een veelvoud aan waarde had gecreëerd. Voor wat hoort wat, en de grens tussen verspilling en goede besteding of strategische investering vergt constante aandacht.

Als deflatie zo’n verschrikkelijk spook zou zijn, waarom verlaagt Walmart (of op een veel kleinere schaal Colruyt) dan al vijftig jaar lang zijn prijzen? Als inflatie een probleem zou zijn, hoe kan het dan dat andere succesvolle ondernemingen systematisch de hoogste prijzen vragen voor producten of diensten? Kijk naar Caterpillar en Apple.

Zulke discussies zijn onzinnig. Wat in ‘de economie’ gebeurt, is enkel en alleen het resultaat van wat bedrijven en andere organisaties aan waarde creëren en in de markt zetten. Over hoge of lage prijzen kan op macrovlak geen zinnige uitspraak gedaan worden, en al helemaal niet in een monetaire unie. Zijn hoge lonen goed of slecht? Een onzinnige vraag, met alleen maar onzinnige antwoorden — een gedroomde speeltuin voor kibbelende politici in een bad van Babylonische spraakverwarringen. Hoge lonen als reflectie van hoge waardecreatie lijken mij een goede zaak. Torenhoge belastingen op lonen om overheidsuitgaven te financieren die weinig of geen waarde toevoegen lijken mij minder aangewezen. De overheid en de centrale banken moeten een kader voor vertrouwen in de munt en in de goede werking van de markten scheppen en bewaken.

Geen enkele economische variabele en zeker geen macrogegeven kan op zich als ‘goed’ of ‘slecht’ beoordeeld worden.

Nog eentje om het af te leren. Wat denken van de btw-verlaging op elektriciteit voor ‘onze’ gezinnen, die ‘onze’ competitiviteit (ik veronderstel die van de bedrijven) oké aanzwengelen? Gekker kan ik het echt niet bedenken, dat moet ik toegeven. Dat soort maatregelen kun je alleen maar op een glimlach en wat humor ontvangen. Laten we daarvoor dan maar snel een wet in elkaar steken. Dan is ‘onze competitiviteit’ in 2019 meteen gegarandeerd.

De auteur is hoogleraar strategie en internationaal management aan Solvay (ULB), KU Leuven en gasthoogleraar aan Insead.

PAUL VERDIN

Geen enkele economische variabele en zeker geen macrogegeven kan op zich als ‘goed’ of ‘slecht’ beoordeeld worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content