De nieuwe wereldorde

De benoeming van Christine Lagarde tot opvolger van schuinsmarcheerder Dominique Strauss-Kahn aan het hoofd van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) was vorig jaar al een dubbeltje op zijn kant. Nu dreigt er rond de opvolging van Robert Zoellick aan het hoofd van de Wereldbank ook behoorlijk wat discussie te ontstaan. De Amerikaanse president Barack Obama schoof Jim Yong Kim naar voren, een professor gezondheidszorg verbonden aan het Dartmouth College aan de Amerikaanse Oostkust. Afgezien van het feit dat hij een buddy van de Amerikaanse president is, lijkt de man niet direct over forse kwalificaties voor deze job te beschikken. Onder meer het Britse kwaliteitsblad The Economist keert zich tegen Kim en schuift de vrouwelijke Nigeriaanse minister van Financiën Ngozi Okonjo-Iweala naar voren.

Het IMF en de Wereldbank vormden, samen met het vrijhandelsplatform GATT (later WTO, World Trade Organisation), de sleutelinstellingen van de naoorlogse economische ordening. De traditie schreef voor dat een Europeaan – meestal een Fransman – het IMF leidde en een Amerikaan de Wereldbank. Deze traditie loopt op haar laatste beentjes. De rest van de wereld pikt de betutteling vanuit Europa en de VS niet langer. Terecht, want de wereldorde ondergaat met een ongemeen hoge snelheid een metamorfose waarbij Europa en de VS van hun bevoorrechte sokkel vallen. De downgrade van de westerse grootheden is deels een logische en onvermijdelijke evolutie, maar deels ook een gevolg van arrogantie en flaters.

De impact van de eurocrisis op die internationale verschuivingen is opvallend. In het IMF groeit de weerstand van de lidstaten tegen verdere engagementen van de instelling in de bestrijding van de eurocrisis. Niet enkel de opkomende landen ventileren dat ongenoegen, ook de Canadese minister van Financiën uit nu publiekelijk zijn reserves. Als gevolg van zijn euro-engagementen moet het IMF verse middelen krijgen. De opkomende landen willen daar, volkomen logisch, enkel van weten mits de stemrechten in het IMF in hun voordeel worden aangepast. Met andere woorden: enkel als Europa en de VS hun impact in het IMF reduceren, zijn de opkomende landen – de enige vandaag met reële spaaroverschotten – bereid om de kas van het IMF opnieuw te spijzen.

De opkomst van de nieuwe landen is een onontkoombaar gegeven. Rijke gebieden als de VS en Europa duwen tegen de grenzen van de economische vooruitgang aan. Van daaruit nog vooruit gaan, is een stuk moeilijker dan groeien langsheen het pad van de inhaalbeweging. Technologie kopiëren is eenvoudiger dan nieuwe ontwikkelen. Maar zeker de jongste jaren is de evolutie van de wereldorde een stuk gecompliceerder dan deze vaststelling. Het flaterende beleid in de VS en Europa maakt dat beide regio’s ook in snel tempo aan moreel gezag inboeten. Steeds meer leiders uit de opkomende landen wuiven adviezen en waarschuwingen van de westerse leiders weg. Zouden jullie eens niet eerst voor de eigen stoep vagen, luidt het almaar vaker. De tijd dat Amerikaanse en Europese ministers en economen de Aziaten, Zuid-Amerikanen en Afrikanen de les gingen lezen over hoe ze, bijvoorbeeld, hun economie en hun banksysteem moesten organiseren, ligt definitief achter ons.

Het verloop van de eurocrisis illustreert treffend hoe Europa erin geslaagd is om in enkele jaren tijd de natuurlijke inhaalbeweging van de opkomende lanen te versnellen. We pronkten met een monetaire unie waarvan iedereen die het wou zien, kon zien dat ze niet goed in elkaar stak. Geen politieke unie en onvoldoende flexibele arbeidsmarkten: de Europese monetaire unie was van in het begin op drijfzand gebouwd. Het is verbazend dat het nog tien jaar geduurd heeft eer deze constructie slagzij begon te maken. Het argument dat de eurozone door speculatieve excessen in de problemen is gekomen, is ronduit lachwekkend.

Zodra de crisis via de Griekse aberraties op gang kwam, volgde de ene stommiteit op de andere flater. Men zocht zijn heil in lapmiddelen, met als ultiem voorbeeld de massale injectie van vers geld door de Europese Centrale Bank (ECB). Hoofdreden van de knoeierige aanpak is dat er totaal geen overeenstemming bestaat in de eurozone over oorzaken van en remedies voor deze crisis. Duitsland en enkele kleinere landen staan met hun orthodoxe visie lijnrecht tegenover landen als Frankrijk en Italië. Heel de wereld kijkt toe hoe deze Europese stammentwist maar niet tot een oplossing gebracht wordt. De rest van de wereld wordt wel verzocht om dit Europese feestje mee te betalen en krijgt het daar almaar meer van op de heupen. De verschuiving van de machtsverhoudingen in organisaties als het IMF en de Wereldbank, en binnenkort ook de Verenigde Naties, komt daardoor in een stroomversnelling.

JOHAN VAN OVERTVELDT

Steeds meer leiders uit de opkomende landen wuiven adviezen en waarschuwingen van de westerse leiders weg.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content