De nieuwe vrienden van de Belgische miljonairs

Men noemt ze family offices en ze schuiven steeds nadrukkelijker op de voorgrond om de grote fortuinen bij te staan in het dagelijkse beheer van hun goederen. We zoomen in op een stiel die tegenwoordig in is: die van patrimoniumarchitect.

De ‘boetieks’ en andere zelfstandige vermogensbeheerders, die zich een plaatsje onder de zon verworven hebben tussen de grootbanken en de beursvennootschappen, zijn al langer bekend. Dat geldt ook voor de ‘apporteurs d’affaires’, lieden uit begoede families die de cocktailparty’s afschuimen om de rijken te lokken naar de bank waarmee ze gelieerd zijn. En nu treden de family offices te voorschijn. Doorgaans gaan die zeer discreet te werk en treden ze op als luxebemiddelaars tussen de gefortuneerde particulier en de privébanken die dat soort van cliënteel maar al te graag inpalmen.

Portolani is zo’n family office. Het werd in 2005 opgericht in Antwerpen. “We zijn geen beheerders, maar we treden op als raadgevers en coördinatoren,” zegt een van de partners, Diederik Bostoen. “U zou ons kunnen vergelijken met architecten die, nadat ze in overleg met de families gewerkt hebben aan de structurering van het patrimonium, nadien ook als hun bouwheer optreden.” Die manier van werken is de jongste tijd fel in de mode en blijkt beschouwd te worden als het nec plus ultra van het vermogensbeheer. Of om het ietwat prozaïscher te zeggen: de cliënten beschouwen ze als aandragers van oplossingen, als een bron van betrouwbaar en nuchter advies.

Het ene family office is het andere niet

Bij ons wordt die taak, die het midden houdt tussen die van een familienotaris en van de rentmeester van weleer, door een tiental bedrijven uitgeoefend. Het minste wat men kan zeggen, is dat die niet allemaal dezelfde naamsbekendheid genieten. Sommige onder hen, zoals Portolani, Praxis of VGD worden geredelijk genoemd door de plaatselijke privébanken, andere hebben het duidelijk moeilijker om bekend te geraken. Het zij dan dat die niet dezelfde ambities koesteren. Naast de zelfstandige family offices die zich als dusdanig profileren, is er ook een aantal privébanken – Degroof of Delen bijvoorbeeld – die dezelfde activiteit al geruime tijd uitoefenen. Net zoals de prestigieuze Zwitserse bankiers voor miljardairs – Lombard Odier Darier Hentsch, Pictet, Rothschild of UBS – die dezelfde hoogwaardige dienstverlening leveren vanuit Zwitserland. In het kielzog van de nieuwe family offices zijn er ook advocaten, fiscalisten, consultants allerhande, gewezen bankiers of verzekeringsmakelaars die, meesurfend op de golf en zich beroepend op een gerichte knowhow, besloten hebben om op eigen vleugels te vliegen en zich te nestelen in de winstgevende en uiterst confidentiële niche van het family office.

Onafhankelijkheid vóór alles

Een gulden regel in dit beroep is dat onafhankelijkheid gegarandeerd moet zijn. Met andere woorden, dat een keuze gemaakt wordt uit de beste externe diensten. “Dat is fundamenteel,” benadrukt Emmanuel Van Rillaer, een van de medewerkers van Portolani. “Het gevaar, wanneer men vergoed wordt met commissies vanwege een leverancier van producten (bankier, fondsenbeheerder, verzekeringsmaatschappij, enz.), is dat men een product aanvaardt voor de commissie die het opbrengt, eerder dan voor zijn intrinsieke waarde.”

Dit gezegd zijnde, is het inhuren van een family office een dure zaak. “Het is een bijkomende last die zichzelf moet wettigen door een verlaging van de kosten en de risico’s ten gevolge van een betere begeleiding van de keuze van investering,” pleit Marc Ecker, een andere vennoot van Portolani. Het jaarlijkse forfait bedraagt doorgaans een percentage (minder dan 1 %) van de activa die het kantoor beheert, strategische investeringen niet inbegrepen. “Alles hangt af van de omvang van de portefeuille,” nuanceert Diederik Bostoen, “van zijn complexiteit, van de gevraagde opvolging en van het aantal familieleden.” Bovenop komen de honoraria, die naargelang van de prestatie tot enkele honderden euro kunnen oplopen. Een zaak is zeker: de formule is doorgaans voorbehouden aan de happy few die over een vermogen van minstens 10 tot 15 miljoen euro beschikken. Pictet heeft het zelfs over een bedrag van 100 miljoen euro “om de oplossing voor de familie voordelig te maken”.

Prijzenspel

Daar staat tegenover dat het family office heel wat op de schouders neemt. Zijn belangrijkste opdracht bestaat erin om het patrimonium zo te ‘kalibreren’ dat het zowel de goede als de kwade tijden voorspoedig doorkomt en dat het overgedragen kan worden aan de opeenvolgende generaties. In dat verband helpt het zijn klanten om de gepaste juridische structuur op te bouwen en te bepalen welke categorieën van activa aangehouden worden (aandelen, obligaties, vastgoed, alternatieve beleggingen, enz.). Voor elk van die categorieën wordt dan wat in het jargon een beauty contest heet, georganiseerd. Op die manier begeleidt het de klant bij de keuze van de beste beheerders, de beste bankiers, enz. Terloops legt het zich er ook op toe om de concurrentie te laten spelen tussen de verschillende dienstverleners en dus de prijs naar beneden te halen ten gunste van de klant. “We gaan na of de toegepaste tarieven wel marktconform zijn,” haast Emmanuel Van Rillaer zich om te benadrukken. Dat neemt niet weg dat een family office een eigen schaalvoordeel kan aandragen door verschillende klanten bij dezelfde bankier onder te brengen. Als we sommige beheerders mogen geloven, zouden die luxeadviseurs, die bij de discussie met de bankiers steevast postvatten naast hun klanten, vooral onderhandelen over commissies. “We streven in de eerste plaats naar de transparantie van alle kosten,” weert Marc Ecker af. “We verbinden ons er ook toe om elke korting, bonus of commissie terug te storten aan onze klanten.”

Met regelmatige tussenpozen stelt het family office een geconsolideerde reporting op die de familie in staat moet stellen om een globale visie te krijgen op haar patrimonium. Die supervisieopdracht kan ook gepaard gaan met het verzorgen van de administratieve briefwisseling, de boekhouding, het nazicht van de rekeningen, het bij elkaar brengen van de nodige documenten voor de belastingaangifte, enz. “We kijken elke transactie na, zowel vanuit het oogpunt van de kosten als van de gegrondheid ervan,” benadrukt Emmanuel Van Rillaer. Maar dat is niet alles: “Een ander aspect van die activiteit is ervoor te zorgen dat het geld geen bron van conflicten wordt,” merkt een privébankier op. Dat kan uiteindelijk leiden tot de opstelling van een familiaal handvest, een geheel van regels die de leden van de familie te volgen hebben in het raam van het management van de participaties in ondernemingen. In dat verband kan bijvoorbeeld overgegaan worden tot het opstellen van een aandeelhouderspact die de dividendpolitiek vastlegt. In voorkomend geval komen daar, ten slotte, nog de beslommeringen van filantropische aard bij, zoals de oprichting van een stichting.

Sébastien Buron

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content