De nieuwe regels van de witwaswet

In het najaar komt er een nieuwe witwaswet. U denkt dat u daar niets mee te maken hebt, maar u vergist zich deerlijk. Als u handelt met een bedrijf dat niet in orde is met uitbatings- of milieuvergunningen, kunt u al worden verdacht van witwassen.

Alain Verbeke is gewoon hoogleraar aan de universiteiten van Leuven en Tilburg. De drie auteurs zijn als advocaat-vennoot gespecialiseerd in estate planning.

De notie witwassen spreekt tot de verbeelding. Spontaan denkt u aan de maffia, de camorra, drugskartels, kortom: de georganiseerde misdaad. Witwassen wordt immers vereenzelvigd met de opbrengst uit illegale wapenhandel, mensenhandel, prostitutie, hormonenhandel, BTW-carrousels.

De realiteit is anders. De wet definieert witwassen veel breder. Het gaat om elke handeling waarbij de inkomsten uit een misdrijf (illegale vermogensvoordelen) in het reguliere economisch circuit worden gebracht. Voorbeelden zijn verrichtingen met illegale gelden zoals het inbrengen in een vennootschap, de aankoop van een onroerend goed, het onderschrijven van een beleggingsverzekering, de aankoop van kunst of edelstenen. Illegale fondsen die kunnen worden witgewassen zijn niet alleen de fondsen die rechtstreeks zijn verkregen uit het misdrijf, maar ook de goederen die met dat vermogen zijn gefinancierd of de inkomsten ervan.

Welke verrichtingen zijn strafbaar?

Hoe ruim de wet het begrip witwassen definieert, komt vooral tot uiting in het strafrechtelijke luik. De wet viseert vermogensvoordelen uit alle misdrijven. Als u bedenkt dat vrijwel elke handeling op een of andere wijze strafrechtelijk kan worden bestraft, is het meteen duidelijk dat het toepassingsgebied absurd groot is. Voor feiten als vrouwenhandel, kinderprostitutie, terrorisme en wapenhandel is er zeker een maatschappelijk draagvlak. Of er ook een maatschappelijk draagvlak is voor geringere misdrijven (milieuovertredingen, bouwovertredingen, overtreding van administratieve formaliteiten, licenties enzovoort) kan worden betwijfeld. U zou zich al schuldig aan witwassen kunnen maken als u een woning koopt waarop een bouwovertreding rust of als u handelt met een bedrijf dat niet in orde is met uitbatings- of milieuvergunningen.

Veel verrichtingen komen dus in aanmerking om als witwassen te worden bestempeld, maar een bijkomende voorwaarde is dat er ook een bepaalde bedoeling achter deze handeling schuilt. Een misdrijf kunt u in principe niet onbewust begaan. Ook die intentie wordt door de wet extreem uitgebreid geformuleerd. U moest weten of had moeten weten dat er sprake van witwassen was. Maar hoe kan de rechter beoordelen wat u wel of niet had moeten weten? Dit leidt dus tot rechtsonzekerheid.

Hierbij is het concept van ‘voortschrijdend maatschappelijk inzicht’ niet te onderschatten. Dingen die u vandaag niet moet weten, zult u over een aantal jaar wel moeten weten. Maar door de trage werking van het gerecht liggen tussen de feiten en de beoordeling ervan meestal vele jaren. Intussen kan het maatschappelijk inzicht echter flink geëvolueerd zijn. Denk maar aan fiscale fraude. Wat in de jaren tachtig hier en daar nog door de beugel kon, wordt nu niet langer getolereerd.

De sancties zijn overigens niet mals. Wie zich schuldig maakt aan witwassen, kan een gevangenisstraf van vijftien dagen tot vijf jaar krijgen en een geldboete tot 250.000 euro. Ook verbeurdverklaring van vermogensvoordelen en ontzetting uit burgerlijke en politieke rechten kunnen uw deel zijn. Uit de praktijk blijkt evenwel dat de soep lang niet zo heet wordt gegeten als zij wordt opgediend. De parketten vervolgen alleen ‘belangrijke’ zaken.

Meldingsplicht van tussenpersonen

We vermoeden dat u nog niet dikwijls met het strafrechtelijke luik van de witwaswet geconfronteerd bent. De preventieve maatregelen hebt u waarschijnlijk wel al aan den lijve mogen ondervinden.

Om witwassen te voorkomen, krijgen tussenpersonen een aantal verplichtingen opgelegd. Dat zijn de personen die witwassers nodig hebben om de criminele gelden naar het officiële circuit te versassen. Volgens de nieuwe wet, die waarschijnlijk in het najaar in het Staatsblad zal verschijnen, wordt de categorie van geviseerde tussenpersonen uitgebreid tot zowat alle tussenpersonen die de knowhow hebben om criminelen te helpen bij het witwassen. Dat zijn dus ook banken, verzekeringsmaatschappijen, kredietmaatschappijen, casino’s, wisselkantoren, notarissen, deurwaarders, advocaten, accountants, belastingconsulenten, boekhouders, fiscalisten, vastgoedmakelaars, revisoren.

Elke ondernemer, maar ook de gewone particulier, heeft de jongste jaren het effect van de witwaswetgeving kunnen voelen. Her en der moet u bij tussenpersonen identiteitsbewijzen achterlaten, KYC-formulieren ( know your client) invullen, de oorsprong van gelden aantonen enzovoort.

De meest in het oog springende verplichting van de tussenpersoon is de meldingsplicht. Als een tussenpersoon weet of vermoedt dat een bepaalde verrichting met witwassen te maken heeft, moet hij die verrichting melden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking ( CFI). In de nieuwe wetgeving zal voor elke tussenpersoon dezelfde inhoud worden gegeven aan de notie ‘vermoeden’. Witwassen hoeft niet langer de meest waarschijnlijke uitleg voor de handeling te zijn. Het volstaat dat het slechts een van de mogelijkheden is. Voorts wordt ook de beperking tot echt criminele feiten steeds verder uitgehold. In het begin werd alleen de drugshandel geviseerd, maar dat wordt binnenkort uitgebreid tot alle misdrijven waarop een maximale gevangenisstraf van één jaar staat.

Wanneer een tussenpersoon weet of vermoedt dat een bepaalde verrichting gebeurt in een poging om vermogensvoordelen uit bepaalde misdrijven wit te wassen, moet hij de CFI hierover informeren. De melding moet gebeuren voordat de verrichting werkelijk wordt uitgevoerd. Bovendien mag de persoon in kwestie niet op de hoogte worden gebracht van de melding. De CFI beoordeelt de binnengekomen informatie en speelt de verdachte dossiers door naar de bevoegde procureur des Konings. Die kan dan een strafonderzoek starten.

Witwassen en fiscale fraude

Het strafrechtelijke luik van de nieuwe witwaswet viseert elke overtreding op bijvoorbeeld het wetboek voor inkomstenbelastingen. Wie de vermogensvoordelen uit deze overtreding in het reguliere circuit brengt, maakt zich in theorie schuldig aan een witwasmisdrijf. Dat de fiscale aanslag- of verjaringstermijnen zijn bereikt, doet hieraan geen afbreuk.

Voor de tussenpersonen is de enige beperking aan deze aansprakelijkheid het feit dat zij niet weten of niet behoren te weten dat er sprake is van een witwasoperatie. Voor de persoon die de overtreding heeft gepleegd, geldt deze beperking natuurlijk niet. Hij weet immers dat de vermogensvoordelen voortkomen uit de door hem gepleegde fraude. Deze harde conclusie geldt voor zelfs de lichtste overtreding van het wetboek voor inkomstenbelastingen. Elke overtreding kan immers strafrechtelijk worden vervolgd.

Het spreekt voor zich dat dit geen gezonde situatie is. Een strikte toepassing van de regels is een overkill die best wordt vermeden. Neem bijvoorbeeld de zogenaamde spontane regularisatie van buitenlandse spaartegoeden. Hoewel u een deal sluit met de fiscus, staat de mogelijkheid tot strafrechtelijke vervolging nog steeds open. Overigens stelt niet alleen de fiscale spijtoptant zich aan vervolging bloot, maar ook de adviseur die namens hem het akkoord heeft afgesloten.

Gelukkig blijft dit voorlopig een theoretisch risico. Er zijn ons immers geen gevallen bekend waarin het parket een vervolging instelde nadat buitenlandse tegoeden werden geregulariseerd. Overigens bevestigen magistraten van het parket officieus dat zulke zaken niet tot hun prioriteiten behoren, wel integendeel. Dat neemt echter niet weg dat de burger geen rechtszekerheid heeft. Nochtans heeft hij daar recht op, en zeker in strafrechtelijke zaken. We kunnen alleen hopen dat bij de uitwerking van het ‘algemene fiscale pardon’ de wetgever een strafrechtelijk staartje in duidelijke bewoordingen uitsluit.

Is uw vertrouwens-persoon te vertrouwen?

Ook over de preventieve maatregelen tegen fiscale fraude heerst de grootste verwarring. De enige zekerheid is dat ‘ernstige en georganiseerde fiscale fraude’ onder de meldingsplicht valt. De vraag is natuurlijk waar de gewone fiscale fraude eindigt en de ernstige en georganiseerde fiscale fraude begint. Men lijkt het eens te zijn dat de ontduiking van roerende voorheffing op spaartegoeden valt onder de gewone fiscale fraude. Over zwarte omzet is al veel minder eenduidig. Het lijkt ervan af te hangen hoe ingenieus of internationaal de fraude georganiseerd is. BTW-carrousels vallen blijkbaar altijd onder de notie ‘ernstige en georganiseerde fiscale fraude’.

Deze onzekerheid leidt ertoe dat in de praktijk veel fondsen de facto worden geregulariseerd. Het vermogen waaraan een reukje van fiscale fraude hangt, wordt dan zonder enige melding in het reguliere circuit gebracht. Het spreekt voor zich dat dit een zeer gevaarlijk spel is. De notie ‘ernstige en georganiseerde fiscale fraude’ is onderworpen aan voortschrijdend maatschappelijk inzicht. Bovendien kan ook de tussenpersoon zich op deze manier schuldig maken aan witwassen.

Gelukkig verdwijnt binnenkort alle onzekerheid op dit vlak. Europa verplicht de lidstaten om vóór 15 december 2004 de preventieve maatregelen in de witwaswetgeving uit te breiden tot alle ‘ernstige misdrijven’. Een misdrijf is ernstig wanneer het wordt bestraft met maximaal één jaar gevangenis. Aangezien bijna alle fiscale misdrijven worden bestraft met een maximale gevangenisstraf van twee jaar, mogen we hier wel van rechtszekerheid spreken.

Elk fiscaal misdrijf, dus ook het niet-aangeven van roerende inkomsten of zelfs een banale overtreding van de belastingwetgeving, zal onderworpen zijn aan het preventieve luik van de witwaswetgeving. Gedaan dus met een de facto regularisatie. Elke verrichting waarvan de tussenpersoon weet of vermoedt dat ze vermogensvoordelen uit welke fiscale overtreding dan ook witwast, moet aan de CFI worden medegedeeld.

Hierdoor wordt een zeer grote verantwoordelijkheid gelegd bij de tussenpersonen. Dat zijn vaak vertrouwenspersonen van hun klanten. Net deze vertrouwenspersonen verplicht de wet om het vertrouwen te beschamen. Ze moeten vertrouwelijke gegevens zonder het medeweten van de klant en vooraleer ze iets voor hem kunnen doen, aan de overheid meedelen. Heeft George Orwell hierover niets geschreven? Overigens heeft de tussenpersoon geen andere keuze dan deze verplichting na te komen. Doet hij het niet, dan kan zijn strafrechtelijke aansprakelijkheid worden vergroot.

De enige beroepscategorie die zich enigszins kan onttrekken aan de preventieregels is de advocatuur. Wanneer de advocaat de rechtspositie van zijn cliënt bepaalt, is hij niet onderworpen aan de meldingsplicht. Dat is volgens ons niet alleen het geval als een advocaat zijn cliënt verdedigt voor een rechtbank, maar ook wanneer hij de toestand van zijn cliënt op anonieme basis bepleit bij de fiscus.

Alain Nijs Anton van Zantbeek Alain Verbeke

U zou zich al schuldig aan witwassen

kunnen maken

als u een woning

koopt waarop een bouwovertreding rust.

Wie witwast,

kan een gevangenisstraf van vijftien dagen tot vijf jaar krijgen en een geldboete tot 250.000 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content