De nieuwe generatie IT-ondernemers

Steeds meer jonge ICT-bedrijfjes steken hun neus aan het venster. Ze hebben wijze lessen getrokken uit de vorige internetzeepbel. Ook de zaaigeldverschaffers zijn het trauma te boven gekomen. Trends ging op zoek naar de nieuwe, nuchtere hightechgeneratie.

Het uitgeleefde herenhuis in de schaduw van het Aalsterse station heeft afgedaan als werkterrein van het jonge internetbedrijfje Netlog. Lorenz Bogaert en Toon Coppens rollen hun matten en servers op. Ze verhuizen naar een groter pand met evenveel stijl, maar in het veel hippere Gent. Het huis in Aalst was de spreekwoordelijke garage waar Netlog aan zijn imposante groeiverhaal begon. Nu Index Ventures 5 miljoen euro ophoest voor een belang van 30 % in de ‘Vlaamse MySpace’, is het tijd voor de volgende fase in het leven van het jonge ondernemersduo Bogaert-Coppens.

De twee staan symbool voor tal van jonge hightechbedrijfjes die de jongste jaren aan een heuse opmars bezig zijn. Van de tien die Trends in beeld brengt, is de jongste pas in december vorig jaar opgericht, de ‘oudste’ in 2003. Ze luisteren naar namen als AsicAhead, iNEWiT, @mire. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze sinds hun jonge bestaan de financieringsfase van sweat money en family, friends & fools zijn ontgroeid en intussen een of meerdere risicokapitalisten aan boord hebben. Deze tien ICT-jonkies wisten in hun prille bestaan vrij makkelijk in totaal ruim 26,4 miljoen euro aan lefgeld te verzamelen. En als we mogen afgaan op de theoretische waarderingen die op deze bedrijven werden gekleefd, zouden ze een waarde van ruim 51 miljoen euro vertegenwoordigen (zie tabel: Wie zijn de weldoeners?). Voldoende voor sceptici om zich af te vragen of er een nieuwe internethype in de maak is. De entrepreneurs begrijpen de achterdocht, maar ontkennen met klem. En met feiten.

Nuchtere jongens

Wie met de jonge entrepreneurs aan tafel zit, merkt naast een flinke portie doorzettingsvermogen en ambitie, vooral een grote dosis nuchterheid. “De getraumatiseerde markt na de internetzeepbel heeft ons geleerd om geen loze verwachtingen te ventileren. De technologie is weer het middel en geen doel. De tijd dat je met een PowerPointpresentatie en een Excelblaadje 2 miljoen euro lefgeld ophaalde, is voorbij. En dat is maar goed ook.”

Dat sommigen het uiteenspatten van de bubbel aan den lijve hebben ondervonden, zal daar niet vreemd aan zijn. “Ik was een bevoorrechte getuige,” zegt Joan Ceuterick (AsicAhead). “Ik leefde sinds 1997 in Silicon Valley. De bubbel was een fenomenaal tijdperk. Het internet was een katalysator waardoor er een heuse revolutie plaatsvond. Maar meteen werd de hele technologiesector meegezogen.” Toch zat er ook een positieve kant aan het verhaal. “Het heeft ons verplicht om nuchter te denken,” zegt Conrad Tuytte (Meucci Solutions). “En het zorgt ook voor een natuurlijke selectie. Als je de klanten al niet kan overtuigen, hoe wil je dan een potentiële investeerder overtuigen?”

Dus van een hype in wording is geen sprake? Koen Faes (iNEWiT): “Wij zijn kritische en nuchtere mensen, maar na verloop van tijd kan je niet ontkennen dat je een sterk product hebt. Als een van de grootste operatoren wereldwijd zegt dat dit een van de sterkste producten is die ze de laatste jaren hebben getest, ga ik hen niet tegenspreken. Maar mislukken kan altijd.” De haalbaarheid van het businessmodel is primordiaal. “Inkomsten waren destijds ondergeschikt aan het idee of de technologie. Ten onrechte,” merkt Bogaert op. “Je moet toch eerst bewijzen dat je businessmodel werkt, al is het op kleine schaal. Men ging er in 2000 te veel van uit dat de inkomsten wel zouden volgen. Dat is vandaag wel even anders.”

Een gewaarschuwd hightechondernemer is er dus twee waard. En als ze het zelf al niet zouden beseffen, herinnert de financiële wereld hen er wel aan. “We merken dat je met een ICT-dossier onder de arm een bank sneller buiten bent dan je hem binnenwandelt,” zegt Faes. “Iemand zei ons in alle ernst dat ICT hetzelfde risicoprofiel had als de horeca,” lacht Tuytte. “Zo’n uitspraak kan tellen. Maar we hebben ook veel fondsen gezien die bijna op waren en die alleen nog slechte participaties in hun portefeuille hadden.”

Interesse onder voorbehoud

Zonder financiële steun komt er geen nieuwe generatie. “Het kapitaal moet komen van investeerders die gewend zijn met risico om te gaan,” zegt Ceuterick. “Je moet ook het hele traject doorlopen en niet meteen al je energie steken in de grote institutionele investeerders. Die investeren pas wanneer er een technologische proof of concept is.” Soms is het lastig, omdat niet iedereen meteen snapt waarmee die jongens bezig zijn. “Ze konden haast niet geloven dat wij tweeën een toestel gemaakt hadden waar niemand anders ter wereld aan gedacht had, én waar bij operatoren interesse voor bestond,” zegt Faes. “Zo had Vinnof veel interesse, maar ook het nodige voorbehoud.” De instap van Allegro Investment Fund – niet toevallig een fonds van de ex-technologieondernemers Vandenbossche – bleek de katalysator te zijn om andere investeerders over de brug te halen.

Nóg een bewijs voor de realiteitszin van de nieuwe hightechgeneratie: sommigen zetten een rem op de financiering door risicokapitalisten. Zo werden de mannen van Netlog in 2005 al door verschillende fondsen benaderd. Maar ze gaven zelf niet thuis. Bogaert: “We hadden inkomsten en waren winstgevend. We zouden niet verdrinken zonder durfkapitaal. De voornaamste reden was dat we nog volop bezig waren met ons product. We wilden geen tijd verliezen met onderhandelingen en presentaties. We wisten wat er nog moest gebeuren en het was ook niet zo dat we met extra miljoenen sneller klaar zouden zijn geweest.” Ook de jongens van TriPhase hadden vlot enkele honderdduizenden euro’s extra kunnen ophalen. “Maar we willen vanaf het begin blijven focussen op cashflow en stevige fundamenten voor verdere groei,” zegt CEO Frederik Loeckx.

De keuze van kapitaalverschaffer werd bij de meesten opvallend genoeg beïnvloed door de niet-financiële kant van het verhaal, zo blijkt. Bij Netlog was Index Ventures de uitverkorene vanwege hun sterke focus op Europa en hun track record. “Dat was voor ons ook het doorslaggevende argument,” zegt Tuytte, die met het Luxemburgse fonds QAT Investments scheep ging. “QAT heeft voornamelijk ervaring met telecom en de investeerders snappen waar wij mee bezig zijn.” Bram Luyten van @mire koos voornamelijk voor de ervaring. “Allegro is misschien een iets kleinere durfkapitalist, maar ze zijn ook meer dan een kapitaalverschaffende watchdog. Ze zijn meedenkend, het zogeheten smart money.” Dat er ook een bricks & brains-kant aan hun keuze zat was aardig meegenomen: meteen kreeg @mire uitzicht op een kantoor in een servicecenter op de technologiecampus van Haasrode. “Ze creëren een omgeving waar verschillende start-ups elkaar kunnen helpen. Dit is onze Silicon Valley in het klein. Dat stimuleert enorm.”

Werkuren x 2, problemen x 10

De jongens van @mire leerden elkaar kennen in de onderzoeksgroep Hypermedia & Databanken van de KU Leuven. Ook Bogaerts en Coppens zijn studiegenoten. Tuytte en Guy Van der Meeren zijn ex-studiegenoten die elkaar jaren later weer tegen het lijf liepen. En bij wie die studieband er niet was, is er de hedendaagse symbiose die als motor werkt: “Met Paul Mortelmans zit ik 100 % op dezelfde lijn. We hebben een heel nauwe band en vertrouwen elkaar blindelings,” zegt Koen Faes.

Toch zorgt de steile groei en de ontwikkelingsfase van de bedrijven voor een hele omwenteling in hun bestaan. Zowel professioneel als privé. “Het geeft een geweldig gevoel, althans zolang alles goed gaat,” lacht Luyten. “Mijn werkuren zijn minstens verdubbeld. Het gamma van problemen waarmee je te maken krijgt, is meer dan vertienvoudigd. Je loopt af en toe eens met je neus tegen de muur, maar daar leer je van.”

Leiding geven is vallen en opstaan, klinkt het nuchter bij Bogaert. “Het groeit soms even boven je hoofd. En ja, we hebben groeipijnen. Zeker in het begin zit je er enkele keren naast. Maar we leren bij. Iedereen voelt ook dat er iets aan het gebeuren is en daar haal je veel energie uit, daar drijft onze dynamiek op. Netlog is een bedrijf waar respect het sleutelwoord is.” Ook bij Tuytte komt respect spontaan naar boven. “Geen toeval. Als je vijftien jaar in een bedrijfsomgeving hebt gewerkt, bereik je een pijngrens. En besef je dat je het anders wilt doen. We zijn ons ervan bewust dat er hard gewerkt moet worden, daarom proberen we dat via de sfeer en omgeving op te vangen. Als je hoog wilt vliegen, moet je ook hoog zitten. Daarom zijn we naar deze zesde verdieping gekomen.” Ook de keuze voor Gent was niet louter toevallig: “99 % van onze klanten komt uit het buitenland. Voor hen maakt het niet uit waar je zit. Maar voor het personeel wel. De meesten van ons hebben in Brussel gewerkt bij de grote operatoren en stonden dagelijks twee uur in de file. Dat nooit meer.”

Personeel lijkt het volgende schaarse goed waar een hightechstart-up tegen aankijkt. Ceuterick: “Personeel vinden blijft moeilijk, omdat je als startend bedrijf een aantal specifieke noden hebt. We zitten in een wereldwijde niche, waardoor niet veel mensen die richting kiezen. Het is ook niet zo evident om te kiezen voor een startend bedrijf. Bovendien moet je een balans vinden tussen jonge en ervaren mensen.”

Bert Lauwers – Lieven Desmet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content