“De nieuwe EU-landen zijn niet klaar”

Op de top in Kopenhagen vorige week bespraken de Europese politici de toetreding van de tien Midden-Europese kandidaat-leden. Jean-Marie Standaert, sinds 1998 werkzaam in Boedapest voor het Internationaal Arbeidsbureau, ziet het met lede ogen aan. De nieuwe landen zijn absoluut niet klaar voor deze integratie, vindt hij. Een gesprek over corruptie, polarisering en verweesde Ossies.Boedapest (Hongarije).

Boedapest (Hongarije).

J ean-Marie Standaert heeft een bescheiden kantoor, met elektriciteitsdraden die langs de plinten lopen en een vergrendelde nooddeur vanwege de straatrovers. Het ligt aan de theaterwijk Andrassy in Boedapest. De helft van de week reist hij rond in de zeventien landen van Centraal-Europa, zijn ‘district’. Op de Boedapestse ochtenden volgt hij een Centraal-Europees ritueel en drinkt scherpe bonenkoffie in Müvész, het charmantste Kaffeehaus van Hongarije.

Jean-Marie Standaert (58) verlengde zopas zijn contract met het Internationaal Arbeidsbureau ( IAB) voor twee jaar. Hij is Bruggeling, econoom, Vlerick-pupil en oudgediende van het Verbond van Belgische Ondernemingen ( VBO) en de autofederatie Febiac. Nadien werd hij zelfstandig raadgever en zijn adviespraktijk strekte zich uit voorbij de grens die het IJzeren Gordijn heette. In 1998 ondertekende Standaert een contract met het IAB. Van de Centraal-Europese werkgeversfederaties moet hij professionelere verenigingen maken.

Centraal-Europa is honderdmaal ingewikkelder dan West-Europa. Tussen de luchthaven van Boedapest en het centrum van de hoofdstad ligt een Hongaars-Duits minderhedendorp met tweetalige straatnaamborden. Wie één dag in Hongarije is, hoort over het Verdrag van Trianon van 1920, dat twee derde van de Hongaren parkeerde in de buurlanden. De toetreding tot de Europese Unie doet de hoop herleven dat deze “historische blamage”, aldus de Hongaren, wordt rechtgetrokken.

Standaert: “Het is een hard leven. Reizen in Centraal-Europa is geen pretje. Niettemin ben ik heel gemotiveerd om hier te werken. Het raakt je diep dat je hier meespeelt in een historische gebeurtenis als de hereniging van Centraal- en West-Europa.”

JEAN-MARIE STANDAERT (INTERNATIONAAL ARBEIDSBUREAU). “Politiek kan het waarschijnlijk niet anders. Maar die tien landen zijn niet klaar voor de toetreding. Ik kijk naar de arbeidswetgeving, de sociale onderhandelingen, de arbeidsveiligheid, de milieuregels, de landbouw, het gerechtelijk apparaat. Deze hele operatie zal de huidige leden van de EU veel meer kosten dan de politici vandaag beseffen en berekenden. Tel daarbij de daling van de economische cyclus in Europa en de slappe politieke en economische situatie van het sleutelland van Europa, Duitsland. Kunnen we die uitbreiding in die context verwerken? Ik heb daar hele grote twijfels over en houd mijn hart vast.”

Wat is het grootste probleem van Centraal-Europa?

STANDAERT. “Het grote struikelblok is de corruptie, een handicap voor elke werkgeversvereniging. Waarom zou je een federatie betalen als je je zaakjes rechtstreeks kan regelen met een ambtenaar of politicus? De corruptie bestond ook onder het communistische regime, maar daar werd ze ingetoomd. Met het wegvallen van de remmen is de corruptie breder en hardnekkiger geworden. In Roemenië werkt maar één zaak: corruptie. Men begrijpt dat het oude systeem voorbij is, maar het zal tijd vragen om iedereen van zijn slechte gewoonten af te brengen. Waarom? De staatsveiligheid, de nomenklatoera, die zich gereconverteerd heeft in de zakenwereld door de privatisering, vormt stevige netwerken. Men heeft valse privatiseringen georganiseerd via zogenaamde privatiseringsfondsen en die zaten in de handen van de politici en de sympathisanten van het oude bewind. De fondsen kochten de bedrijven voor een appel en een ei en dan werden ze doorgeschoven naar de vrienden. Een nieuwe federatie van de voedingsnijverheid signaleert me een geval van voedselvergiftiging in een vleesbedrijf dat de meest elementaire vormen van hygiëne niet naleeft, het werkt zonder officiële vergunning, en de overheid en de inspectie laten betijen. Bij ons zou die zaak verzegeld worden. Het vleesbedrijf werkt in een klein dorp, de baas stuurt de politie naar huis en de procureur wordt omgekocht.”

Hoe is het gesteld met de veiligheid op de werkvloer?

STANDAERT. “Een buitenlandse investeerder die hier arriveert, kan zich geen arbeidsongeval veroorloven, maar de lokale industrie moddert aan. Kijk naar dit kantoor: de elektriciteitsdraden en kabels liggen bloot op de grond. De nooduitgang was gesloten, ik verzocht de uitgang open te houden en wat gebeurt: mijn gsm en portefeuille werden gestolen. De deur is nu weer vergrendeld. Hier in de straat worden renovatiewerken uitgevoerd waarbij de lassers bril noch helm dragen. Die laksheid is de regel.”

Er is een grote kloof tussen het papier en de daden?

STANDAERT. “De EU zegt: wij onderhandelen met de regering, hun wet is goedgekeurd en dat is voor ons voldoende. Dan antwoord ik: controleer of ook gedaan wordt wat goedgekeurd is, kruip niet achter uw bureau, ook niet als het over arbeidsnormen gaat. Je hebt fabrieken die exporteren naar Europa met lagere kosten en die zullen bestellingen afsnoepen van onze staalbedrijven. Wat zullen de West-Europese vakbonden en staalbonzen zeggen? ‘Ze eerbiedigen de Europese minimumnormen niet, dus die handel moet verboden worden.’ De Centraal-Europeanen zullen repliceren: wij missen het geld om op korte termijn jullie veiligheidsvoorwaarden te evenaren. Zal Europa hen verplichten om te sluiten en nog meer werkloosheid te creëren? Dat is een moeilijke afweging.”

Zouden er van de tien kandidaat-leden een aantal in de wachtkamer moeten?

STANDAERT. “Ja, het gaat veel te vlug. Je kan niet aan een bevolking vragen in tien jaar te implementeren wat we in West-Europa in veertig, vijftig jaar hebben opgebouwd. Brussel maakt afspraken over het acquis communautaire en hier klagen de ondernemers bij mij omdat ze zo weinig weten. Voor de overige bevolkingsgroepen is de situatie gelijk. Zij krijgen schrik over wat ze zullen moeten leren. Daarbij komt dat in Brussel de termijn werd afgesproken voor de implementatie van nieuwe wetten en reglementen, maar in veel gevallen moeten de wetten nog goedgekeurd worden. Willen de Hongaarse ministeries klaar zijn tegen einde 2003, dan moet het parlement de laatste zes maanden dag en nacht vergaderen. Na het goedkeuren van de wetten moeten de uitvoeringsbesluiten geschreven en ingevoerd worden. Daarop moeten de rechtbanken leren om de wet toe te passen. Het gaat allemaal te vlug en de middelen ontbreken om de bevolking voor te lichten. De Duitse EU-commissaris Günter Verheugen draait zot want die wil zijn carrière beëindigen door de uitbreiding van de EU op zijn palmares te plaatsen. Wie zal de kosten van de ongelukken betalen?”

Worden de frustaties gevoed door die scoringsdrift van de Europese politici?

STANDAERT. “Men maakt altijd de vergelijking met Spanje en Portugal. Inderdaad, die integratie is zeer goed verlopen. Vergeet echter niet dat onder die rechtse autoritaire regimes de burgerlijke maatschappij, de middenklasse, redelijk goed intact bleef. Dat was in het oosten niet het geval, daar werd de samenleving genivelleerd. Centraal-Europa kende geen middenklasse meer; die rol werd vervuld door de kaderleden van de communistische partij. Spanje en Portugal kregen trouwens een langere overgangsperiode. Kijk ook naar Oost-Duitsland, daar zijn de problemen niet opgelost. Hier vertrekken we van een linkse antimarktdictatuur en lopen de ‘nostalgici’ van het regime vrij rond in de ambtenarij. De goede krachten zijn vertrokken naar de privé-sector.”

Krijgen we een polarisering van Ossies en Wessies, zoals op Duitse schaal?

STANDAERT. “De besprekingen van 2006 over de nieuwe begroting van de EU zal zeer zwaar zijn. Als de welvaart in 2004, 2005 of 2006 in Centraal-Europa niet toeneemt en de kloof tussen het Westen en het Oosten niet versmalt en bijvoorbeeld de regionale steunfondsen ter sprake komen, dan zullen de tien nieuwe lidstaten een blok vormen tegen West-Europa. Denk aan de polarisering tussen de landbouwers van West-Europa en Centraal-Europa. Het feit dat de Centraal-Europese boeren minder steun ontvangen dan de westerse boeren zal in 2006 een zwaar probleem vormen.”

Moet West-Europa vrezen voor het gangsterisme en voor oncontroleerbare migratie?

STANDAERT. “In Boedapest is minder carjacking dan in België. Het gangsterisme zit noch in Polen noch in Slovakije en in het algemeen niet in de landen die toetreden. Wat de migratie betreft, wijzen studies uit – ook die van het IAB – dat het zal gaan om beperkte aantallen. De Centraal-Europeanen zijn honkvast, ook in eigen land. Een arbeider in Hongarije veertig kilometer doen bewegen is moeilijk. Ik verwacht geen overrompeling noch een landverhuizing. De migratie van Albanië naar Italië is nu bijvoorbeeld stilgevallen. Roemenië en Bulgarije met hun zeer lage inkomens en grote werkloosheid vormen het probleem, maar die zitten niet in deze uitbreidingsronde.”

Bouwen Russische maffiosi hier een aanvalsbasis uit?

STANDAERT. “Neen.”

Hoe reageert de verloren generatie, de mensen die hun positie aan het oude regime te danken hadden?

STANDAERT. “Sommigen van de generatie die in 1990 vijftig werd, willen de verloren tijd inhalen. Ik ken een oudere man van de staatsveiligheid die zich vestigde als installateur van brandkoffers. Hij vond geld en bewerkte succesvol de markt. Vandaag zit hij aan de grond door drank, vrouwen en een slechte gezondheid. Zo zijn er veel onder de senioren. Zij kunnen de regimewisseling niet aan. De jonge generatie is soepeler en vrijer, en als je de weg kent, is het eenvoudiger om hier zelf een bedrijf te starten dan in België. De vrijheid wil Oost-Europa nooit meer missen, maar onder het vorige regime had je werk en zekerheid. Wie de vrijheid accepteert, moet de onzekerheid erbij nemen.”

Hebben ze kritiek op het Westen?

STANDAERT. “Het Westen is het model en de boeman. De Centraal-Europeanen beseffen dat het Westen niet zo genereus is als ze vroeger dachten. Ze vrezen dat de westerse grootwinkels de lokale handel bedreigen. Ik arriveerde hier en zei tegen mijn Hongaarse installateur: ik ga naar Ikea, morgen heb ik mijn meubels en ik ben gestart. Ja maar, zei hij, er zijn Hongaarse winkels, je moet Hongaarse meubels kopen.”

Hoe tracht het IAB hier het sociaal overleg te stimuleren?

STANDAERT. “Het IAB ijvert voor tripartites van ondernemers, vakbonden en regeringen. Wij hebben hier een multidisciplinair team. Vijftien medewerkers, een mengeling van Hongaren en internationale stafleden, dekken zeventien landen van de Baltische staten tot en met Albanië in het zuiden. Mijn taak is om de werkgeversorganisaties in die landen te steunen. Wat is steunen? Hen doen groeien naar het model van West-Europa, à la VBO, VNO, Medef, Confindustria. Voornamelijk door de klemtoon te leggen op dienstverlening inzake veiligheid en gezondheid, beroepsvorming, bijstand bij conflictbeheersing, ledeninformatie over Europese zaken.”

Wat is de trend?

STANDAERT. “Wij moeten de nieuwe werkgeversverenigingen letterlijk leren om hun leden te consulteren. In veel patronale organisaties heerst de oude trant. ‘Ik ben de voorzitter, ik ben verkozen voor een jaar en ik beslis gedurende twaalf maanden. Bovendien betaal ik voor een deel de kosten van deze organisatie.’ Die voorzitters dringen hun persoonlijke mening op en niet die van een democratische vereniging. Veel werkgeversfederaties zijn een springplank voor een rechtstreeks contact met de eerste minister. De belangenbehartiging van de leden komt op de tweede plaats.”

Moeten de werkgeversverenigingen starten van nul?

STANDAERT. “Onder het oude systeem waren hier economische kamers die je slechts deels kan vergelijken met onze kamers van koophandel. De economische kamers werden opgericht bij wet en elk bedrijf was verplicht lid. De IAB verdedigt het vrijwillige lidmaatschap. Het sociaal onderhandelen gebeurt ook altijd op een vrijwillige basis. Niemand kan een werkgever verplichten met de vakbonden te negotiëren. Als er spanningen en een staking volgen, is dat uiteraard zijn probleem. In Joegoslavië waren er directeuren van economische kamers en die maakten cao’s zonder iemand te consulteren. Hoge lidgelden werden geëist en de economische kamers hadden veel geld. Kijk maar naar hun prachtige hoofdkantoor in Lubljana met 250 ambtenaren en een ondergrondse parking van drie verdiepingen. Het VBO huist daarbij vergeleken in een armoedepand. Hetzelfde in Belgrado. Wat hebben ze met dat vele geld van hun leden gedaan? Politici omgekocht, bijvoorbeeld. President Milosevic kreeg steun van de kamer van koophandel van Belgrado. Als je daarnaast een onafhankelijke werkgeversorganisatie opricht, is het moeilijk om de ondernemers te overtuigen om voor een tweede keer te betalen.”

Groeit de ruggengraat van een sociaal overlegmodel zoals bij ons, met een Nationale Arbeidsraad en een Centrale Raad voor het Bedrijfsleven?

STANDAERT. “Onder druk van de IAB en het Europese Phare-programma voor financiële en technische bijstand is er een aanzet tot overleg, maar ook dat hangt af van individuen. De meeste van de overlegraden functioneren op vrijwillige basis. In Kroatië vergadert men elke woensdag en dat gaat moeizaam omdat men niet gewoon is om te overleggen. In Polen is er een wet op overleg. De wet bepaalt wie lid is van de raad. Polen had bij wet drie federaties van werkgevers met elk vijf leden en nu is er een vierde werkgeversvereniging die aanschuift en beweert 800.000 werknemers te vertegenwoordigen. Ze hebben geen tijd om dat te controleren. Dus zijn er twintig werkgevers en tien werknemers in de raad, en die tien hebben evenveel stemmen als die twintig. Dat is totaal onevenwichtig. Solidarnosc is in elkaar gestort, ook in Hongarije lopen de vakbonden terug. Roemenië heeft vijf vakbonden en negen werkgeversorganisaties, waaronder drie waardevolle verenigingen en zes schimmen. Op het niveau van de sectoren zijn de grote landen beter georganiseerd.”

Hebt u fouten begaan?

STANDAERT. “In het begin haalde ik te veel West-Europeanen naar hier die te veel over de hoofden spraken en niets wisten over het verleden van de landen van Centraal-Europa. Vandaag laat ik korte getuigenissen geven door ondernemers over hun ervaring en daarop pik ik in met mogelijke oplossingen. Ik schreef een business-spel gebaseerd op sociale conflicten bij Acec in de jaren tachtig, met opdrachten om een voorakkoord te maken, een cao, de contacten met de pers te verzorgen enzovoort.”

Verliest u de moed niet?

STANDAERT. “Neen, er zijn toch successen geboekt. Ik geef met de Vlamingen Erik Van Vooren en Georges Van Nevel seminaries over hoe je leden kunt werven en houden via direct marketing. Hoe schrijf je leden aan, hoe betrek je ze bij congressen. In 1999 toonde een Roemeense IAB-correspondent me een invitatiebrief van vijf bladzijden met al zijn frustraties en in de laatste paragraaf stond: en daarom nodigen wij u uit. Ik riep: vent, denk je dat ze dat zullen lezen? In Bosnië heb ik de werkgevers met succes aangespoord om de vrijheid van vereniging te verdedigen, want die vrijheid werd wettelijk belemmerd. In Sarajevo functioneert vandaag een sociaal-economische raad met de werkgevers, ze waren niet eens erkend. De voorzitter is een charismatische man van het type West-Vlaamse boer. Zonder nonsens.”

Frans Crols [{ssquf}], fcrols@trends.be

“Willen de Hongaarse ministeries klaar zijn tegen einde 2003, dan moet het parlement de laatste zes maanden dag en nacht vergaderen.”

“Met het wegvallen van de communistische remmen is de corruptie breder en hardnekkiger geworden.”

“Het Westen is het model en de boeman.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content