DE MUIS EN DE OLIFANT

Zetten de grote (ex-Franstalige) banken zich in het hoekje van de kartelizering en zullen Kredietbank en andere onafhankelijke spelers daardoor hun marktaandeel vergroten ? Door een eventueel samengaan van Generale Bank, Bank Brussel Lambert en het Gemeentekrediet zou een Belgische megabank (met meer dan 300 miljard VS-dollar aan activa) oprukken naar de wereldtop-20. Toch kan men weinig krediet geven aan een Belgische superbank in de grootte-orde van de Nederlandse bank ABN-Amro.

Er zijn argumenten pro, bijvoorbeeld de kwestie van mee te tellen in een eengemaakte Europese markt of niet opgeslokt te worden door buitenlandse giganten. Alleen : zoals wel vaker in dit land, zijn de hoofdaktoren te laat wakker geschoten en mist het koncept strategische visie. Een dergelijke operatie lukt niet in een handomdraai, vooral niet als persoonlijke belangen doorwegen : met name de cash-honger van Albert Frère die met zijn Groep Brussel Lambert ambities koestert op korte termijn buiten de banksektor. Ook de geldingsdrang van een aantal topbankiers, om nog vóór de fin-de-carrière hun stempel te drukken op een groots projekt, is niet weg te cijferen.

Bij onze noorderburen konden in korte tijd de reuzen ABN-Amro, ING en Rabobank ontstaan. Vijf jaar na de fusie tussen Nationale Nederlanden en de NMB Postbank heeft bijvoorbeeld ING de naam van het gefusioneerde tweetal de contouren van een allesomvattend konglomeraat : ING is aktief op vele gebieden van het bankieren, overal ter wereld. Wereldwijd volgt ING als huisbankier de tenoren van het Nederlandse bedrijfsleven.

Hier botsen we op een tweede Belgische handicap : de afwezigheid van grootbedrijven die de Zweden, de Zwitsers en de Nederlanders wél wisten uit te bouwen. In een KMO-land blijven ook de grootbanken KMO’s.

Je kan de nationale KMO-banken bij elkaar voegen tot een niet onaardige mastodont op wereldvlak maar dan is er nog geen internationale speler die gewicht in de schaal werpt op het Europese toneel, meer bepaald in de Londense City.

Een Belgische megabank heeft wellicht alleen toekomst in de vorm van een internationale alliantie. Blijft de vraag of onze grootbanken nog aantrekkelijk zijn voor dynamische buitenlandse partners, afgezien van het feit dat zij een greep krijgen op de Belgische spaarkous. Kostbare tijd is reeds verloren door het verzet van het Franstalige establishment tegen ING (dat bij BBL 20 % van het stemrecht kontroleert), door de afgebroken verloving Generale Bank/Amro, door het verzet van Fred Chaffart (Generale Bank) tegen verzekerbankieren met Fortis-AG.

Een louter Belgische fusie riskeert een olifant te scheppen met alle gebreken die ook de Nederlandse grootbanken op hun binnenlandse markt veroorzaken maar dan wel zonder de lonende internationale hefbomen (zie Omslagverhaal, blz. 30). Samen kontroleren de drie Nederlandse reuzen tachtig procent van de markt. Dat schept een machtskoncentratie waarin de KMO’s en de MO’s aan bewegingsruimte inboeten. Moeten de Belgische KMO’s om aan een gelijkaardig euvel te ontsnappen over korte tijd allemaal aankloppen bij Kredietbank of Crédit Général en de dochters van buitenlandse banken in België ? F. Van Lanschot Bankiers en dito besnuffelen hun kansen in een nieuwe marktvorm. De Belgische grootbanken hebben niet alleen de internationale trein gemist : ze dreigen met hun eigen vehikel ook nog de verkeerde richting uit te rijden en dus te ontsporen.

E.B.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content