De Mister Proper van Eurostat

Enkele maanden zwalpte Eurostat als een stuurloos schip zonder kapitein op de wilde zee van de Europese instellingen. Deze zomer nam de eurocraat Michel Vanden Aebeele, niet voor niets een fervente strandzeiler, het roer stevig in handen. Op 1 oktober werd de nieuwe koers van de instelling goedgekeurd.

Wat gaat de nieuwe directeur-generaal doen? “Terug naar de wortels,” zo bestempelt de Brusselaar Vanden Abeele (62) in zeer behoorlijk Nederlands zijn kerntaak. “Eurostat was te veel een bedrijf. Ik wil er weer een overheidsdienst van maken. Wij zijn hier niet om met winst te draaien. Mijn voorganger, die moest vertrekken op vraag van de Europese Commissie, was misschien te veel ondernemer en te weinig ambtenaar.”

Enkele toplui moesten vertrekken na een interne audit van 400 contracten van Eurostat, dat in Luxemburg is gevestigd. Met vier onderaannemers hebben deze personen mogelijk financiële banden. In totaal zou voor 5 miljoen euro weggesluisd zijn. “Enkele mensen gingen duidelijk over de schreef,” zegt Vanden Abeele in zijn Brusselse bijkantoor, dat wordt opgevrolijkt door zijn eigen moderne schilderijen. “Het is de taak van de Europese fraudeonderzoekers van Olaf om na te gaan wie verantwoordelijk is en of het fouten dan wel corruptie betreft. De problemen bij Eurostat staan zeker niet symbool voor de hele Commissie, zoals tegenstanders suggereren. Het is een marginaal dossier. De grootste fout van mijn voorganger is dat hij de informatie over het wanbeheer niet ondubbelzinnig heeft doorgestuurd naar zijn commissaris Pedro Solbes. Hij had open kaart moeten spelen.”

Vanden Abeele wil komaf maken met de randactiviteiten van Eurostat. “De uitbesteding aan vzw’s was structureel fout, omdat het aan de controle van de Commissie ontsnapte. Dat had te maken met het grote aantal taken dat Eurostat de voorbije jaren erbij kreeg. Voor deze uitbreiding ontvingen we extra fondsen ( nvdr – 100 miljoen euro), maar niet het nodige personeel.”

Vorige week keurde de Commissie het herstructureringsplan van Vanden Abeele goed. Het komt erop neer dat Eurostat alleen nog statistieken verzamelt voor Europese instellingen, zoals over de macro-economische gegevens in het kader van het Stabiliteitspact of informatie over de manier waarop de nieuwe leden de uitbreiding verteren.

Michel Vanden Abeele heeft al heel wat watertjes doorzwommen. Hij werd in 1970 de rechterhand van Henri Simonet, toen die minister van Economische Zaken en later vice-voorzitter van de Commissie was. Op dat kabinet groeide hij uit tot een specialist in Europese begroting en financiën. Hij leerde er een jonge medewerker appreciëren, ene Karel Van Miert.

Na een carrière op de kabinetten van de verschillende commissievoorzitters ( François-Xavier Ortoli, Roy Jenkins en Gaston Thorn) en in de administratie, kwam hij terecht bij zijn kameraad Van Miert. Hij volgde hem als kabinetschef van het commissariaat Transport naar Mededinging. In 1997 werd hij directeur-generaal Fiscaliteit & Douane-Unie en dus een nauwe medewerker van Frits Bolkestein. Tot voor kort leidde hij het departement Vertalingen van de Commissie.

Vanden Abeele, wiens echtgenote een beeldhouwster is, kent het bedrijfsleven door en door. Als kabinetschef van Van Miert was hij een van de meest geviseerde eurocraten voor de lobbyisten. Hij leerde een goede les die zijn baas had meegenomen van een Kempens college: numquam duo, semper tres. “Ik hield me altijd aan de regel om lobbyisten te ontvangen in het bijzijn van een andere kabinetsmedewerker,” stelt hij. “Zo vermijd je insinuaties. Deze lobbyisten zijn soms nuttig om details te verstrekken als je met een bepaald dossier bezig bent. We vermeden wel meestal de tussenpersonen te ontvangen. De standaardregel was dat we, behalve bijvoorbeeld de vakbonden van het bedrijf, met de chief executive officer praatten als dat nuttig was. Veel hangt af van de informatie die je zelf nodig hebt om een dossier te behandelen. Als hoofd van de vertaaldienst bijvoorbeeld heb ik de hele periode geen enkele lobbyist gezien.”

Tijdens zijn loopbaan boog Vanden Abeele zich over de technische details van vrachtwagens en financiële rekeningen, over linguïstische vraagstukken en statistieken. Is hij een wondertechnicus die zowat alles aankan? “Ik ben een specialist van alles en van niks. Een manager in dienst van de Europese overheid. Mensen leiden en motiveren hoeft niet te gebeuren door een specialist in hun vakgebied. Ik moet geen geniaal statisticus zijn om van Eurostat weer een performante dienst te maken. Wel een crisismanager die het schip moet loodsen tijdens een zware storm.”

Vanden Abeele doceert Europese Financiën aan de ULB, waar hij trouwens zijn diploma Economie behaalde. “Van het begin van mijn carrière wist ik dat ik niet in de privé-sector zou stappen,” getuigt hij. “Ik was bevlogen door de idealen van de jaren zestig. Als socialist wil ik ten dienste staan van een efficiënte, actieve overheid, die een leefbare omgeving schept voor burgers én ondernemingen. Ik had een politieke loopbaan kunnen hebben, maar ik sta niet graag in de schijnwerpers. Achter de schermen kan je dikwijls veel meer realiseren, en op een rationelere manier trouwens.”

Dat er in de EU veel achter de schermen gebeurt, is ook de mening van het roddelblad van de Europese Unie, The Sprout. Tussen de actoren in het Eurostat-dossier, de onderzoekers én Michel Vanden Abeele zouden maçonnieke banden bestaan, klinkt het hijgerig in diens kolommen. Vandaar dat het onderzoek zo traag verloopt, zeggen de samenzweringstheoretici. “Nonsens. Ik heb alleszins geen weet van eurocraten die vrijmetselaar zijn,” zegt hij verontwaardigd. “Tien jaar geleden was het zogezegd Opus Dei dat via Jacques Delors de Commissie zou infiltreren. En vandaag zou het de loge zijn. Dat soort verdachtmakingen neem ik niet ernstig. Ik lees dat blad trouwens niet. Wel serieuze tijdschriften, zoals Trends.”

Hans Brockmans

Hans Brockmans

“Eurostat was te veel een bedrijf. Wij zijn hier niet om met winst te draaien.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content