‘De markt ligt stil’

Robert Van Apeldoorn redacteur Trends-Tendances

Er heerst onrust op de automarkt. De regering heeft moeite om de haastig uitgewerkte berekening van het ‘voordeel van alle aard’ op punt te stellen. Ook nadat het bijgesteld werd, blijft het mechanisme stokken op de catalogusprijs.

Er heerst nog altijd grote verwarring over de nieuwe formule om bedrijfswagens te belasten. De berekeningswijze, waarbij rekening gehouden wordt met de catalogusprijs, raakt maar niet uitgewerkt. “Het resultaat is dat de markt is stilgevallen”, betreurt Wim Rommel, bij Mercedes-Benz België verantwoordelijk voor fleet & corporate. “De klanten aarzelen omdat ze niet over een duidelijke berekeningsbasis beschikken.”

“De markt is erg terughoudend”, bevestigt Michel Van den Broeck, managing director van LeasePlan Belgium, met 50.000 voertuigen een van de grootste verhuurders op de markt. “We hebben in januari bijzonder weinig offerteaanvragen binnengekregen, want de klanten wachten tot ze over alle details van de fiscale behandeling beschikken.”

Verwarring over de catalogusprijs

Het struikelblok is de prijs als basis voor de berekening van het voordeel van alle aard. De wettekst die op 28 december werd goedgekeurd heeft het over de catalogusprijs als “de gefactureerde waarde inclusief de opties en belasting over de toegevoegde waarde, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of restorno”.

De catalogusprijs bepalen is geen gemakkelijke zaak omdat er geen centrale databank van prijzen bestaat. Sommige leasingbedrijven hebben de gewoonte om de aankoopprijs van hun voertuigen in hun databank op te nemen. De verwarring is nog groter voor de ondernemingen die hun voertuigen rechtstreeks aankopen. Aan dat probleem kan in de toekomst een mouw gepast worden als er een voorziening zou ingevoerd worden zoals die in Nederland bestaat (zie kader De Nederlandse formule).

De berekening van de catalogusprijs wordt nog ingewikkelder door de opties. De aanbieding van packages, die per definitie opties tegen een verlaagde prijs omvatten, zijn een specialiteit van de Belgische markt. De fiscus wil alle bedragen zonder korting in de berekening meenemen, maar “het is niet gezegd dat al die optietarieven afzonderlijk bestaan”, stelt Wim Rommel (Mercedes-Benz) vast.

De berekening kan fiscale onzekerheid veroorzaken tot de tijd dat de fiscus en de sector overeenstemming vinden over een gegevensbank van referentieprijzen. De berekening moet dan gebeuren zonder de verwachte inkomsten voor de fiscus in gevaar te brengen (200 miljoen euro).

Intussen zijn wijzigingen niet uitgesloten. De regering heeft haar werk overgedaan. In de programmawet die op 20 januari werd goedgekeurd, is sprake van een nieuwe beschikking waarbij een degressief mechanisme wordt ingevoerd voor de berekening van het voordeel van alle aard. Het bedrag daalt naargelang de ouderdom van het voertuig, meer bepaald met 6 procent per jaar tot een minimum van 70 procent van de catalogusnieuwwaarde, opties inbegrepen.

Met die maatregelen wil de regering vermijden dat de belasting omzeild wordt door gebruik te maken van tweedehandsvoertuigen. Het bedrag dat voor die auto’s als basis genomen wordt voor het voordeel van alle aard, was oorspronkelijk gelijk aan de prijs op de aankoopfactuur. “Dat zou tot onbillijke toestanden leiden met, bijvoorbeeld, twee identieke wagens van drie jaar oud, de ene nieuw en de andere tweedehands aangekocht. De eerste zou dan een voordeel van alle aard vertegenwoordigen dat duidelijk hoger ligt dan dat van de tweede”, legt Van den Broeck uit.

Ander aanbod

Het valt te verwachten dat de catalogus- en uitrustingsprijzen aangepast worden. Helemaal overbodig is dat niet. De Belgische markt staat bekend voor haar traditie van kortingen. “Niemand betaalt de catalogusprijs”, zegt Christophe Weerts, de woordvoerder van BMW voor België en Luxemburg. Dat betekent dat er soms een aanzienlijk verschil kan bestaan tussen de catalogusprijs en het bedrag dat effectief neergeteld wordt en dat maakt de berekening van het voordeel van alle aard weer wat ingewikkelder.

Het zou zelfs kunnen dat er specifieke modellen, aangepast aan de Belgische fiscaliteit, op de markt komen. BMW werkt aan een speciale 5-reeks. Geen enkele marktspeler verwacht een daling van de verkoop. “Er zal een verschuiving binnen categorieën of bij de uitrusting gebeuren, maar ik denk niet dat er minder bedrijfswagens komen”, voorspelt Van den Broeck. BMW verwacht een volumedaling met 7 tot 8 procent en een waardedaling met 30 procent. De gemiddelde prijs van 35.000 euro zou daarbij kunnen zakken tot 28.000 euro.

Mercedes is een van de merken waarvan de gebruikers mogelijk getroffen worden door een verhoging van het voordeel van alle aard. “Voor een wagen uit de C-klasse, voor bedrijfswagens de meest populaire reeks uit ons gamma, komt dat neer op een stijging van het voordeel met 70 tot 80 euro per maand of ongeveer 35 euro meer belasting”, legt Rommel uit. Voor een E-klasse is de belastingverhoging 50 euro per maand. Dat is eigenlijk nog bescheiden. De weerslag is het meest uitgesproken voor het topgamma, de auto van de CEO, zoals een Mercedes S-klasse, die kan staan voor 1000 euro aan maandelijks voordeel van alle aard.

Porsche lijkt minder gevoelig voor de fiscale wijzigingen. Het heeft een uitstekend Autosalon achter de rug waarin, net als in 2010, een twintigtal auto’s werd verkocht. Op die nichemarkt zijn de liefhebbers voldoende gepassioneerd om een fiscaal supplement te aanvaarden.

Om de saga van de fiscale behandeling van de bedrijfswagens te kunnen volgen, heeft Financiën een FAQ gepubliceerd die geregeld wordt bijgewerkt http://minfin.fgov.be

ROBERT VAN APELDOORN

“De klanten wachten tot ze over alle details van de fiscale behandeling beschikken” Michel Van den Broeck (Leaseplan)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content