De lobbymachine achter de Ikea-wet

De Ikea-wet wordt pas over een halfjaar van kracht, zo bleek vorige week. Door deze wet kunnen grote winkels zich makkelijker vestigen. Er ging tien jaar getouwtrek aan de nieuwe wet vooraf. Welke bedrijven hadden erbij te winnen? En is premier Verhofstadt rechtstreeks door Decathlon en Lidl benaderd?

O ktober 2001. “Veel te ingewikkeld!” Getergd gooide Guy Verhofstadt ( VLD) het wetsontwerp op tafel. Nee, het was niet meteen de aangenaamste dag voor federaal minister van Economie Charles Picqué ( PS). Zijn wetsontwerp, dat de wet op de handelsvestigingen van 29 juni 1975 zou wijzigen, vond geen genade in de ogen van de voluntaristische premier. Het bevatte geen radicale veranderingen. Picqué wou de wetswijziging pragmatisch aanpakken. Want de burgemeester van Sint-Gillis ijvert voor een levendige middenstand.

Verhofstadt vond het hele ontwerp te ingewikkeld en stelde zijn persoonlijke dictaat. Eén: administratieve vereenvoudiging. Dus een kortere termijn voor de aanvraag van de sociaal-economische vergunning. Twee: meer beslissingsbevoegdheid bij de gemeentebesturen.

De roemruchte vergadering werd een voorlopige apotheose in een politiek maalproces dat bijna tien jaar vergde. De ‘grendelwet’ uit 1975 kwam er onder druk van de middenstand. Als dam tegen de grootdistributie en als protectionistische reflex tegen de oprukkende internationale ketens. CD&V en Groen! bleven pal achter die wet staan, als verdedigers van middenstand en stadskern. Maar liberalen en socialisten wilden wijzigingen. Links bespeelt het argument tewerkstelling. Voor de liberalen staat de grendelwet symbool voor gefnuikte economische dynamiek.

In 1995 startte de lange mars naar de verandering. Met als steevast leidmotief meer transparantie en administratieve vereenvoudiging. Voor een eerste wetsontwerp zorgde toenmalig federaal minister van Economie Melchior Wathelet ( PSC) onder de regering- Dehaene. Maar pas onder Verhofstadt II kwam er vaart in het dossier. De top van Gembloers in januari 2004 leverde een gedroomd excuus. De top stelde werkgelegenheid centraal. De ‘ Ikea-wet’ – de naam zou op die top zijn uitgedokterd – leverde een prachtig glijmiddel voor de doelstelling van 200.000 banen. Maar de goedkeuring van de wet sleepte nog aan tot de ultieme dag vóór het parlementaire zomerreces. Donderdagavond 16 juli zette de Kamer het licht op groen. De Senaat op zaterdag 18 juli. De publicatie in het Staatsblad gebeurde op 5 oktober. “Eindelijk kon die wet door het parlement,” zucht federaal minister van Middenstand Sabine Laruelle ( MR) in haar ruim bemeten kantoor op de elfde verdieping. “Nu nog wachten op de Koninklijke Besluiten. In juni 2005 moet de nieuwe wet van kracht zijn.”

Einde van bureaucratie

Maandag, 23 november 2004, 14. 30 u.

Marc Van Biesbroeck ontvangt op een winderige, sombere novemberdag. De secretaris van het Sociaal-economisch Comité voor de Distributie huist op de zesde verdieping van de postmoderne toren North Gate III, in Brussel-Noord. Niets doet vermoeden dat dit banale kantoor al menig miljoeneninvesteerder wekenlang deed nagelbijten.

Want het Sociaal-economisch Comité voor de Distributie was tot voor de wetswijziging zowat de opperste sovjet van de Belgische distributiemacht. Het is een groepje van tien ambtenaren, gedetacheerd van diverse ministeries, zoals Economie, Middenstand, Verkeer. Wie een winkel van meer dan 400 vierkante meter wou, moest voor een vergunning langs bij het comité. Het advies betekende leven of dood voor een project, dat soms een investering van tientallen miljoenen euro’s impliceerde. Beroep tegen de beslissing was onmogelijk. Ikea kreeg tot tweemaal toe een njet voor zijn nieuwe winkel in Anderlecht.

De felste critici overladen het comité dan ook met alle zonden van Israël. De procedure heet complex, weinig transparant. Het comité is een gepolitiseerd ambtenarenkorps, waar vooral CD&V – als politiek verlengde arm van de middenstandsvereniging Unizo – de toon aangaf. De opperste sovjet heet een groepje amateurs. Ambtenaren ten top, die totaal onverschillig reageren op eventuele achterstand bij de verwerking van dossiers. En met de zo kenmerkende paraplumentaliteit. Een projectontwikkelaar noemt het advies zelfs flauwekul. Erger nog: volslagen willekeur. Want het vuistdikke dossier van de aanvrager bevat steeds een samenvatting. In 90 % van de gevallen wordt enkel die samenvatting gelezen.

Tot daar de jeremiades. Andere spelers gewagen van een correcte behandeling van de ingediende dossiers. Over ambtenaren die ter plaatse komen kijken, na grondig studiewerk. Over ambtenaren die zowel vertrouwd zijn met het gamma van de ketens, als de lokale handel en zijn dynamiek. Rustig, schijnbaar onbewogen pareert secretaris Van Biesbroeck de kritiek. De ambtenaren haspelen dagelijks gemiddeld twee dossiers af. Dat laat nauwelijks ruimte voor bezoeken op de werkvloer. Er is de onvermijdelijke politieke druk. “De naam van de wet is grendelwet. Maar dat is ten onrechte: het is nooit een grendelwet geweest. Zeggen dat we een rem hebben gezet op de ontwikkeling van het handelsgebeuren, is overdreven. We weigeren maximaal 30 % van de dossiers. En veel winkelketens bleven net onder de toegelaten grens die een sociaal-economische vergunning verplichtte.”

Lobbyen bij de premier

19 juli 1994.

In volle zomerse stilte verscheen een Koninklijk Besluit in het Staatsblad over de wet op de handelsvestigingen. Ivan Sabbe, gedelegeerd bestuurder van de Duitse discounter Lidl, werd heet van woede. De flamboyante Kortrijkzaan verbrak voor de eerste keer het gebod van het Duitse moederhuis: spreek nooit met de pers. Het KB vernauwde de verplichting voor een sociaal-economische vergunning van 750 naar 400 vierkante meter. Het concept van Lidl was berekend op 500 vierkante meter.

Lidl waagde toen zijn eerste stappen in België. Sabbe paste zijn ondernemingsplan noodgedwongen aan. De eerste acht filialen van Lidl openden in april 1995. Het openingsritme versnelde de daaropvolgende jaren, met een gemiddelde van twintig winkels per jaar. Maar de ambitieuze West-Vlaming wou meer. In 1988 werd hij voor de VLD gekozen tot gemeenteraadslid in Kortrijk. Ondernemers rond de premier ijverden voor een versoepeling en vrijmaking van een aantal symbolen van verstarring, waaronder de grendelwet. Sabbe zelf ontkent echter dat hij zou gelobbyd hebben. “Dat is niet mijn manier van werken. En zeker niet die van Guy Verhofstadt.” Toch verwacht het Sociaal-economisch Comité voor de Distributie een explosie van nieuwe filialen van de Duitse discounter. “Het is toch niet de premier die de vergunningen levert?” antwoordt minister Sabine Laruelle. “Het zijn de burgemeesters, niet? Zie jij een CD&V-burgemeester al een vergunning geven, omdat iemand een vriend van de premier zou zijn?”

De brief van Trees Pieters Woensdag 15 juli 2004.

Nog twee dagen. Het zomerreces voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers lonkt. Maar eerst moet de Ikea-wet nog worden gestemd. Trees Pieters, boegbeeld van de CD&V voor de kritiek op de wetswijziging, wil nog met een ultiem offensief de goedkeuring verhinderen. Pieters zwaait in het spreekgestoelte plots met een geheime brief van Georges Hanot, de Belgische topman van sportwinkelketen Decathlon, aan premier Verhofstadt. “Geachte heer, beste Guy…” begint de brief familiair. Pieters citeert uitvoerig uit de brief, waarin de premier wordt getutoyeerd. Partijgenoot Paul Tant zou even later de term “politieke omkoperij” in de mond nemen. Tant verwijst naar “een ontspanningspark” dat Ikea zou bouwen in Gent in ruil voor een nieuwe vestiging.

De VLD-fractie reageert verward, verontwaardigd. De brief komt als een donderslag bij heldere hemel. SMS-berichten snellen heen en weer tussen de Kamerleden en het kabinet van de premier. Een storm in een glas water? Georges Hanot beweert dat de brief niet van hem komt. Mogelijk een vervalsing. Er wordt soms hoog spel gespeeld in de Kamer, maar een vervalste brief is toch zeer merkwaardig. “Mevrouw Pieters werd gemanipuleerd,” zegt Georges Hanot. “Het doel heiligde blijkbaar de middelen. Ik heb mevrouw Pieters inmiddels ontmoet. Stel dat ik de premier op straat zou tegenkomen. Ik ben ervan overtuigd dat hij me niet zou herkennen. De laatste keer dat ik hem sprak was een jaar vóór hij premier werd. Wel heb ik via zijn diensten met de premier gecorrespondeerd. Maar ik tutoyeer hem niet.”

Toch leidt niet alleen de brief van Trees naar de premier. Er wordt wel eens schertsend gezegd dat de Ikea-wet eigenlijk de Decathlon-wet zou moeten heten. De sportketen zocht contact met de premier via de bemiddeling van kabinetschef Wouter Gabriëls. De uitbreidingsplannen van Decathlon zaten toen volledig strop. En dus werd gepolst of de premier vaart kon brengen in die wetsverandering. Volgens sommigen ging Hanot zelfs erg brutaal te werk. “We hadden drie winkels méér kunnen openen als deze versoepelde wetgeving al van kracht was toen Decathlon naar België kwam,” zucht Georges Hanot.

Bedisseld onder de kerktoren

Maandag 15 november 2004, 15.30.

Bruno Wattenbergh regelt de laatste formaliteiten voor zijn reis naar China, samen met een rits Belgische hoogwaardigheidsbekleders. Maar eerst toont de directeur van het Brusselse Agentschap voor de Onderneming, én voorzitter van het Sociaal-economische Comité voor de Distributie, op zijn pc nog de belangrijkste veranderingen in de wet. “Van structureel, systematisch lobbywerk was in dit dossier geen sprake. Dat behoort niet tot de Belgische cultuur. Lobbyen in België is nooit echt professioneel. Er werd zeker gelobbyd in dit dossier. Maar met mate, het blijven vrienden onder elkaar. Bedisselwerk onder de kerktoren, ons kent ons. In België wordt gelobbyd voor zeer specifieke dossiers over een bestelling. Niet voor een wetsverandering.”

Wie wou de wetswijziging? Naast Decathlon en Lidl rollen namen als Aldi, Carrefour, Cora, Fedis, Mestdagh, Redevco (eigenaar van het vastgoed van Carrefour in België) over de tongen. “We kregen wel wat informatie,” antwoordt minister Laruelle. “Maar in deze zaak is niet sterker gelobbyd dan in andere dossiers. Ik ben nooit uitgenodigd voor een etentje. De Union des Classes Moyennes vindt de wet te ver gaan. Voor de grootdistributie van Fedis gingen we dan weer niet ver genoeg.”

Woensdagavond 21 juli 2004.

De vraag die de komkommerjournalistiek enkele dagen in spanning hield, is beantwoord. Kris Peeters wordt de nieuwe CD&V-minister voor Openbare Werken en Leefmilieu in de Vlaamse regering. De voormalige topman van Unizo bevindt zich plots aan de andere kant van de barrière. Want de vereniging voor zelfstandigen ging met zijn verzet tegen de wetswijziging minder discreet te werk. Daarin geruggensteund door het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen. En Febelhout, de federatie van meubelverkopers. En de Franstalige Union des Classes Moyennes.

Een achtergrondgesprek over het lobbywerk wijst de minister vriendelijk maar beslist af – te delicaat in zijn huidige functie. Want Unizo haalde alle toeters en bellen boven. Met studiedagen en een petitieactie enkele maanden vóór de gewestverkiezingen. Met een eigenhandig geschreven wetsontwerp bij volksvertegenwoordigers. Toen dat niet hielp, startte Unizo zijn slotoffensief met amendementen bij het wetsontwerp. Maar ook dat manoeuvre ving bot. De dreiging met een procedure voor het Arbitragehof leek de ultieme demarche. Maar volgens de juristen van Unizo maakt ook die procedure weinig kans op slagen.

De middenstanders vinden dat de grootdistributie alleen op papier banen creëert. Neem bijvoorbeeld Ikea in Anderlecht, goed voor 900 jobs. Volgens Febelhout gaat dat ten koste van 1500 banen elders. “Ik begrijp de vrees van de middenstandsorganisaties,” zegt Staffan Jeppson, algemeen directeur van Ikea België, opvallend rustig. “Maar ik heb nog geen enkel bewijs van hun studies gezien. Integendeel, Ikea ontwikkelt de markt. Wij creëren interesse voor binnenhuisinrichting. Dat komt de hele sector ten goede.” Volgens het jaarverslag 2003 resulteerden de 420 dossiers van het Sociaal-economische Comité voor de Distributie in 2008 voltijdse en 1260 deeltijdse banen. Decathlon zoekt een site van twintig hectare rond Brussel voor een nieuw logistiek centrum.

Ikea’s cadeautje van 1 miljoen euro

Dinsdag 23 november 2004, 10. 40 u.

Een schepen uit Anderlecht stuurt per gsm een berichtje. Biept het opflikkerende scherm: “Sociaal-economische vergunning voor Decathlon geweigerd.” De lijdensweg naar een sociaal-economische vergunning is bezaaid met hindernissen. De sportketen moet weer een extra horde nemen. Decathlon kan tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen.

Ook de Zweedse meubelgigant overwon aanzienlijke tegenstand. Pas na een derde keer kreeg Ikea zijn sociaal-economische vergunning voor een winkel in Anderlecht. Het bedrijf houdt graag de druk op de ketel. Want bij de twee eerste edities bleek de bouwvergunning niet in orde. Bovendien kreeg het comité pas bij de derde versie meer garanties tegen een te dominante positie voor Ikea. De opening van Anderlecht – en een latere nieuwe winkel in Gent – impliceert vermoedelijk de sluiting van de vestiging in Ternat. “Ternat zal worden gekannibaliseerd, maar daarom moet de winkel nog niet sluiten,” antwoordt Staffan Jeppson. ” I don’t see it like that. But never say never.”

Die druk op de ketel beoefent de Zweedse gigant op alle niveaus. Op 12 augustus gaf het interministeriële comité met de ministers Sabine Laruelle, Marc Verwilghen, Renaat Landuyt, en Benoît Cerexhe het uiteindelijke jawoord. Het was drie tegen één. Al op 16 augustus startte Ikea met de bouw, maar de beslissing was nog niet betekend aan de betrokkenen. Bovendien viel de catalogus van Ikea bij de consument begin augustus in de bus. Daarin stond de openingsdatum van Anderlecht al afgedrukt. Een beredeneerde gok? Want de voorbereiding van drukwerk neemt maanden in beslag.

Op een terrein vlakbij de autosnelweg opent de Zweed op 17 maart 2005 zijn vijfde winkel in België. Het parcours naar de eindmeet duurde tweeënhalf jaar. Maar volgens het college van burgemeester en schepenen speelt Ikea toch nog een divisie hoger dan Decathlon. Wat niet impliceert dat de sportketen een amateurploeg is. De Zweden hebben duidelijk veel ervaring met het inplanten van grote winkels. Met informatierondes voor het schepencollege, waar Ikea zijn plannen ontvouwt. Steeds volgens het gunstigste scenario. De informatieronde wordt gekoppeld aan een strikte timing. Die werd tot vandaag tot op de minuut nageleefd. En voor Anderlecht hangt er nog een extraatje aan. Ikea betaalt 1 miljoen euro aan stedenbouwkundige lasten. Dat is een toegift van een projectontwikkelaar aan een gemeente in het geval van grootscheepse werken. De Zweden waren nogal soepel met hun cadeau. Die stedenbouwkundige last voor winkelketens is immers wettelijk niet verplicht. Maar het was zoals op de vleesmarkt van Anderlecht: twee keer afkloppen, en na vijf minuten was het beklonken. Het college vond dat goed onderhandeld. Is dat de definitie van eerbaar lobbywerk?

Wolfgang Riepl Dirk Van Thuyne

Wolfgang Riepl – Dirk Van Thuyne

“Er werd gelobbyd in dit dossier. Bedisselwerk onder de kerktoren, ons kent ons.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content