“De Lissabon-strategie is een luchtkasteel van de politiek”

Waar is de Lissabon-strategie misgegaan? Over die vraag breken de Europese regeringsleiders zich het hoofd op de Top in Brussel op 22 en 23 maart. Voorzitter José Manuel Barroso huurt sinds vorige maand het advies van professor Paul De Grauwe in om de zaken vlot te trekken. Dat zal de Portugees geweten hebben. “De regeringsleiders hebben in 2000 de verkeerde diagnose gesteld,” zegt De Grauwe.

Espresso’s maken. Dat is een van mijn weinige talenten waar ik trots op ben,” lacht professor Paul De Grauwe (KU Leuven) bescheiden. Lege koffieblikken stapelen zich op in het bureau van de economieprofessor. “Ik zet Kimbo, echte Napolitaanse topkwaliteit,” zegt hij, terwijl hij zijn megadoos met rode olifantenchocolaatjes van Côte d’Or aanbiedt. Het moet zijn dat José Manuel Barroso graag een bakje troost drinkt, want de voorzitter van de Europese Commissie trok vorige maand De Grauwe aan als economisch adviseur in zijn twaalfkoppige Analysegroep van de Economische Politiek.

Paul De Grauwe gooit met boude stellingen graag de knuppel in het hoenderhok. Zijn ongezouten kritiek schoot soms in het verkeerde keelgat van het economische establishment. Het leverde hem de titel van professor Zonnebloem op, maar geen zitje in het directiecomité van de Europese Centrale Bank. De Grauwe had het graag anders gezien, maar betaalt zonder spijt de prijs voor zijn academische vrijheid. Samen met professor emeritus Louis Baeck is hij trouwens de bezieler van de Leuvense Economische Standpunten, een periodieke uitgave van het Centrum voor Economische Studiën.

Het bureau van Paul De Grauwe, voormalig VLD-senator en geestelijke vader van de wet over deugdelijk bestuur, ziet er precies uit zoals je je dat voorstelt van een hoogleraar Economie: uitpuilende boekenkasten, rondslingerende papers, ingewikkelde formules op een krijtbord, creatieve chaos van deur tot venster die nog net een deliberatie voor orde en netheid toelaat. Tussen de clichés steekt een pingpongbat: De Grauwe doet mee aan een laddercompetitie onder de collega’s.

PAUL DE GRAUWE (KU LEUVEN). “De Lissabon-strategie is een typisch luchtkasteel van de politiek. De diagnose in Lissabon was trouwens niet juist. We kampen in Europa níét met een technologische achterstand. In innovatie staat Europa even sterk als Amerika. Denk maar aan telecommunicatie, chemie, auto’s en farmaceutica. Ook onze productiviteitsgroei – na alle statistische correcties – verschilt nauwelijks van de Amerikaanse. Wel willen de Europeanen minder lang werken dan de Amerikanen en groeit de actieve bevolking bij ons niet meer. Daar knelt het schoentje. Als je de economische groei weer wilt aanzwengelen, moet je de arbeidsduur verlengen en de immigratiepolitiek liberaler maken.”

Als voorbereiding op de komende Europese Top stelt premier Guy Verhofstadt (VLD) dat een verschuiving van directe naar indirecte belastingen met 1 % een extra economische groei van 1 % oplevert.

DE GRAUWE. ( formeel) “Dat is belachelijk. Die cijfers zijn volkomen uit de lucht gegrepen. Ik ben een voorstander van lagere lasten op arbeid in ruil voor hogere consumptiebelastin- gen. Maar het is een grote illusie dat je met zo’n maatregel de economische groei kan aanzwengelen. De werknemers zullen hogere lonen eisen als de prijzen stijgen.

“De politici willen bovendien niet het hele verhaal vertellen. Een hogere consumptiebelasting impliceert namelijk een vermindering van de koopkracht van de sociale uitkeringen. Werklozen of gepensioneerden zullen meer moeten bijdragen tot de financiering van de overheid. Dat is een herverdeling ten voordele van de mensen met een baan. Daar ben ik niet tegen, want op die manier lok je meer mensen naar de arbeidsmarkt. Maar een verschuiving van de lasten van arbeid naar consumptie betekent de facto een afbouw van de sociale zekerheid. Dat wil Verhofstadt echter niet gezegd hebben.

“Het gevaar bestaat ook dat de niet-actieven zich politiek beter zullen organiseren om hogere uitkeringen te krijgen om de stijgende BTW te compenseren. En dan ga je terug naar af. Ik pleit niet voor de afbouw van de sociale zekerheid, maar voor pragmatisme in het beleid. Je kan de lasten op arbeid alleen significant verlagen als je de overheidsuitgaven vermindert. Daar is nog niks van in huis gekomen.”

Het Stabiliteitspact staat ongetwijfeld ook op de agenda van de top. Het pact wordt versoepeld, om niet te zeggen ten grave gedragen. Terecht?

DE GRAUWE. “Het pact was niet intelligent. Beleidsmensen zijn intelligente mensen en laten zich niet leiden door domme regels. De 3 %-norm bijvoorbeeld is een fetisj, een heilig getal dat niet is gebaseerd op economische analyse. Weg ermee. Het is uitermate naïef te geloven dat bijvoorbeeld de Franse premier die in een recessie met hogere uitgaven wordt geconfronteerd, gaat snoeien in de uitgaven onder druk van een regel waarvan de economische logica nul is. Alleen in Nederland had men oren naar de 3 %-norm en de Nederlandse minister van Financiën heeft gezegd dat een tekort van 3,2 % een ramp is voor Nederland. En dat de belastingen dus hoger moesten en de uitgaven lager. Resultaat: een recessie. Ongelooflijk! Intelligente mensen doen dat niet. Je moet het pact dus veranderen.”

Hoe?

DE GRAUWE. “Het Stabiliteitspact moet voorkomen dat landen terechtkomen in een schuldencrisis. In Europa zijn er drie landen te ver gegaan in de schuldopbouw: Griekenland, Italië en België.”

Een andere hoofdrolspeler in de Europese economie is de Europese Centrale Bank (ECB). Guy Quaden, de gouverneur van de Nationale Bank van België, zei onlangs nog dat de ECB genoeg heeft gedaan: de reële kortetermijnrente bedraagt nul. Deelt u dat standpunt?

DE GRAUWE. “Ik kan daar voor een deel in komen. Maar Europa kampt met een conjuncturele dip door pessimisme in bijvoorbeeld Duitsland en Italië. Je moet daaruit raken door de economie een stoot te geven. De Federal Reserve heeft dat in Amerika gedaan en ook de ECB had een snellere heropleving mogelijk kunnen maken.”

Was het een van de grootste ontgoochelingen in uw carrière om naast een directiezitje in de ECB te grijpen?

DE GRAUWE. “Neen. Het was een ontgoocheling, dat wel. Ik kreeg een uitdaging voorgeschoteld, maar het is niet doorgegaan.”

Wat is er misgelopen?

DE GRAUWE. “Tja. Een paar factoren hebben meegespeeld. Eén: ik was een outsider. De ECB is toch nog altijd een vrij gesloten club van de nationale centrale bankiers. In het Angelsaksische model wil men daarentegen af en toe outsiders binnenhalen ( aarzelt).”

En twee: de Belgische politiek heeft u te weinig gesteund.

DE GRAUWE. “Soms had ik die indruk, ja. Er zijn verborgen agenda’s geweest, maar daar heb ik geen bewijzen van. Ik kan daar dus niet over uitweiden.”

Voelt u zich nog thuis in de VLD met de koers die ze varen? De partij moet vaak schipperen om het evenwicht in de regering te bewaren.

DE GRAUWE. “Ja, dat is niet makkelijk, hè. Aan de ene kant begrijp ik dat. Politiek is geven en nemen, compromissen sluiten. Aan de andere kant vind ik wel dat de VLD ver is gegaan in het afzwakken van zijn programma en te veel het behoud van de macht heeft vooropgesteld. Dat wreekt zich nu. Als er bij de volgende verkiezing geen ommekeer komt, wordt dat een catastrofaal verhaal. Dan zitten we voor jaren in de oppositie. Als we dan scoren zoals we nu scoren, zullen ze ons laten vallen. Dat is een feit.”

U pleitte zelfs voor het verder regeren met Groen!, omdat de overheid op termijn toch de voorstellen van de groenen moet overnemen. Zijn ze echter niet te dirigistisch?

DE GRAUWE. “Als je ondernemingen hun gang laat gaan, vervuilen ze de lucht en het water en laten ze anderen voor de kosten opdraaien. Om de CO2-uitstoot binnen de perken te houden, heb je een controlerende overheid nodig. Op internationaal vlak bestaat die niet. Dat is de achilleshiel van de globalisering.

“Door de kerncentrales te sluiten, zullen we nooit de doelstelling van het Kyoto-protocol halen. Nochtans gaat het hier om een koolstofvrije energiebron. Het probleem van het kernafval is minimaal in vergelijking met de risico’s van een klimaatverandering. Je kunt dat kernafval nog altijd verpakken en in de grond stoppen, terwijl de veel schadelijker broeikasgassen vogelvrij de lucht in geblazen worden.

“Daarom ben ik voor de invoering van een CO2-belasting op internationaal vlak. De industrie zal daar niet aan ten onder gaan. Integendeel. Kijk naar de automobielsector. Dankzij de hogere accijnzen op brandstoffen hebben de Europese en Japanse merken hun technologie verbeterd, zodat ze de concurrentiestrijd met de Amerikanen hebben gewonnen. Op termijn moeten we toch naar een vermindering van de grondstoffen gaan.”

Maakt u zich zorgen over het hoge tekort op de Amerikaanse handelsbalans en de gevolgen voor de dollarkoers?

DE GRAUWE. “Het Amerikaanse economische mirakel bestaat niet. De Amerikaanse import is dubbel zo hoog als de export. Dat is toch onbegrijpelijk! Men heeft het over een Amerikaans productiviteitswonder, maar ze slagen er niet in om uit te voeren. Een groot deel van de Amerikaanse groei is een zeepbel, gebaseerd op te veel consumptie. Daar zal een correctie op volgen. Ik voorspel dat we het over vijf jaar over het zieke Amerika zullen hebben.”

De Belgische economie groeide de jongste jaren sneller dan die in de buurlanden. Waaraan hebben we dat volgens u te danken?

DE GRAUWE. “De conjunctuur wordt gedreven door psychologie en de verwachtingen van mensen. In Duitsland heerst pessimisme, dat is gevoed door beleidsmensen die continu vertelden dat Duitsland economisch ziek is. De Duitsers consumeren en investeren dan ook niet meer. In België daarentegen, en ik moet daar de regering voor feliciteren, is een klimaat gecreëerd dat het hier toch zo slecht nog niet gaat. Het budgettaire huis lijkt in orde: de begroting is in evenwicht en de schuldratio daalt. Die sfeer van optimisme zorgt voor extra groei.”

Schept onze regering niet de illusie dat er geen maatregelen nodig zijn?

DE GRAUWE. “Dat is een risico. Structureel hebben we minder gedaan dan Duitsland en Nederland. Dat heeft de Nationale Bank in haar jongste jaarverslag ook op bedekte wijze gezegd. Op de arbeidsmarkt en in het pensioendossier is er hier bijna niks gebeurd.”

Heeft de economische wetenschap zich verloren in intellectuele spielerei waar niemand nog een boodschap aan heeft?

DE GRAUWE. “Ja. We zijn een richting ingeslagen die ons geïsoleerd heeft. We vertrekken van de rationele agent die voortdurend zijn nut maximaliseert. Maar de rationele economische agent bestaat niet. Onze modellen worden niet meer getoetst aan de werkelijkheid. De media kloppen niet meer bij ons aan, wel bij de economen van de banken. We hebben ons te veel geïsoleerd in intellectuele constructies.”

U bent een naoorlogse babyboomer en dus een druppel van de vergrijzingsgolf die straks aan land rolt. Hoe lang wilt u aan de slag blijven?

DE GRAUWE. “Zolang ik kan. De verplichte pensioenleeftijd van 65 jaar mogen ze van mij afschaffen. Dat is eigenlijk een vorm van discriminatie die in Amerika al is veroordeeld en afgeschaft. Je mag mensen niet discrimineren op basis van hun leeftijd. In de VS hebben ze proffen die ze niet buiten kunnen zetten op hun 65ste. Ik blijf wel werken en ik blijf zeker na mijn 65ste academisch actief.”

Prof zijn is blijkbaar geen zwaar beroep?

DE GRAUWE. “( lacht) Neen, dat is een feit. Maar het is geen saai beroep en nodigt dus uit om voort te doen.”

Daan Killemaes Eric Pompen

“Door de kerncentrales te sluiten, zullen we nooit de doelstelling van het Kyoto-protocol halen.”

“Soms heb ik de indruk dat de Belgische politiek me te weinig heeft gesteund voor die directiepost bij de ECB. Er zijn verborgen agenda’s geweest, maar daar heb ik geen bewijzen van.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content