De lichtjes van Zaventem

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

ADB fonkelt even hard in de top van de meest winstgevende bedrijven van Vlaams-Brabant als rondom de landingsbanen wereldwijd. Een beursgang behoort tot de mogelijkheden.

In Zaventem leidt Christian Onselaere een multinational die met 515 werknemers meer dan 2000 vliegvelden in ruim 150 landen omvat. Met zijn 200 miljoen euro omzet heeft ADB 36 procent van de wereldmarkt, volgens Onselaere. ADB levert verlichtingselementen, lichtpanelen, aansturings- en voedingssystemen op de landingsbanen. Het doet zelf de ontwikkeling, planning, fabricage en installatie tot en met onderhoud en opleiding van personeel, of werkt soms in onderaanneming, zoals nu op drie luchthavens in de Nederlandse Antillen.

De zestalige Onselaere kwam tien jaar geleden bij ADB terecht. Hij kwam van Siemens in München, waar hij in de divisie voor telecomoperatoren werkte. “ADB investeert jaarlijks 5 miljoen euro in onderzoek en ontwikkeling. Door de hoge veiligheidseisen is dit een traag evoluerende markt. Meer dan de helft van onze leveringen is nu ledverlichting. Maar led bedraagt niet meer dan 15 procent van de geïnstalleerde basis. En dat in twaalf jaar tijd.”

“Het ontwikkelen en testen van een licht duurt gemiddeld een jaar. Dan is er nog de certificatie. Alleen al de Amerikaanse FAA-certificatie kost 10.000 euro per product. Onder de Buy America Act krijgen luchthavens ook alleen FAA-subsidies voor producten die minstens 60 procent Amerikaanse componenten bevatten.” ADB haalt ruim 40 procent van zijn omzet uit de Amerika’s. Dat is dankzij zijn fabriek in Columbus, Ohio, een overname uit 1979. Ook Zaventem — met 182 werknemers het centrum en hoofdkwartier — heeft productie, naast O&O, net als Duitsland sinds de overname van Lucebit vorig jaar. Met die acquisitie versterkte ADB zijn positie in Duitsland, Midden-Europa en Rusland. Sinds 2011 produceert ADB ook in Tianjin bij Peking.

Grote projecten

Het gaat hard. De bebakening van de Hamad International Airport in Qatar was vorig jaar het grootste project ooit voor ADB. Een reuzencontract in Taipei is in uitvoering. Een even omvangrijk contract in het Midden-Oosten blijft nog incommunicado. Daarmee komt straks meer dan 30 procent van de omzet uit Azië en het Midden-Oosten.

Europa levert slechts ongeveer 15 procent. “De concurrentie is hier het felst. Er is Safegate, Ocem, Hella, ATG,… Zelfs het Amerikaanse Honeywell heeft zijn hoofdkwartier voor luchthavenbebakening in Zürich”, zegt Onselaere.

ADB heeft kantoren in 21 landen, waaronder Brazilië en Zuid-Afrika. “De supply chain is het moeilijkste. Je moet de verwachtingen van klanten uit zoveel verschillende markten vertalen naar correcte voorspellingen voor je toeleveranciers. Je moet zorgen dat je op tijd en met de goede kwaliteit en voorwaarden de juiste componenten hebt. Je beheert meer dan 5000 productvarianten, waarvoor je telkens minstens tien jaar vervangonderdelen aanhoudt.”

ADB is behoorlijk winstgevend, maar de topwinst van 71 miljoen euro uit 2013 (boekjaar van acht maanden) is niet representatief. Volgens de jaarrekening komt ze uit een meerwaarde van 75 miljoen op de interne verkoop van een ADB-filiaal aan de Belgische vennootschap. De vorige eigenaar van ADB kon zo bijna 78 miljoen uitkeren aan zichzelf. Vervolgens verkocht hij ADB voor 149 miljoen aan de holding ADB Luxembourg van de Franse private-equityspeler PAI. Volgens Onselaere hebben al vijftig ADB-medewerkers een kleine onrechtstreekse participatie in die holding. Ook hij. PAI wil ADB tegen 2020 verkopen of naar de beurs brengen, leert het jaarverslag.

Bruno Leijnse

“Een FAA-certificatie kost 10.000 euro per product”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content