De lichtbakeconomie

België is een konijn met myxomatose en staart verlamd naar een lichtbak. Kan het overlegmodel gered worden met zalvende woorden ? Of moet minstens eventjes hard van leer getrokken worden voor een heilzame schok ? Wie staat recht om onomwonden te stellen dat de arbeidskosten (niet de nettolonen) 20 % omlaag moeten ? Welke Belgische werkgeversleider imiteert Werner Stumpfe van de Duitse metaalbranchevereniging die deze eis formuleerde om de sector opnieuw competitief te maken ? Men weet hoe en waarom revolutionaire zaken dienen te gebeuren, de actieplannen zijn geschreven, de woorden wellen op. Enkel de woorden. Naar Hertoginnedal worden de vakbondsbonzen gereden in hun BMW‘s, wereldvreemd en nors. De bonzen blijven in België, weten amper wat er buiten de grenzen omgaat en hopen op Hertoginnedal een patronat te ontmoeten dat niet meer bestaat : werkgevers zoals 50 jaar geleden met de vaderlijke Bekaert op kop. Werkgevers die zelfstandig kunnen beslissen over het sociale klimaat van hun bedrijf en hun branche. Een groot deel van de Belgische industrie bestaat uit succursalisten. De aandacht voor de verankering is één generatie te laat gekomen. Het grotere Belgische bedrijfsleven is door-en-door gemultinationaliseerd.

In dat klimaat de kreet om verandering, de behoudsgezindheid van de syndicalisten, de multinationalisering treedt Karel Boone aan. Hij ontvangt tot 25 april bloemen én leuke verhalen in de pers. Na de huldiging van de nieuwe VBO-voorzitter zullen de bloempotten vliegen. Hem worden geen honderd dagen respijt gegund. Karel Boone is een geval apart. De nieuwe voorzitter is een Vlaamse KMO’er, uit een sector die werkt in Vlaanderen. Buiten een korte periode waarin Norbert Joris onverwachts het VBO kon leiden, is Karel Boone de eerste voorzitter die uit een familiale middelgrote onderneming stamt. Hij is een uitzondering in zijn sector, als onafhankelijke bedrijfsleider-eigenaar. 75 % van de voedingsindustrie in België heeft een Vlaams adres, 8 % een Brussels. Spadel is de enige substantiële Waalse onderneming van de sector. In de voedingsindustrie worden de commando’s afgewacht van Vevey ( Nestlé), van Rotterdam ( Unilever), van Parijs ( Danone). Deze bedrijven boeken met hun Belgische dochters 2 % of 3 % van hun Europese omzet. En hechten 2 of 3 % van hun aandacht aan die dochters. Als de lokale directeuren er niet in slagen om de Belgische arbeidsvoorwaarden te wijzigen, dan beslissen Vevey, Rotterdam en Parijs zonder misbaar om niet verder te investeren in België en geruisloos af te bouwen. De voedingsindustrie staat hier symbool voor de hele gesuccursaliseerde Belgische nijverheid.

Brengt Karel Boone de taaiheid op om drie jaar te vechten ? Hij is ethisch gedreven en een bekwame patronale onderhandelaar. Dat bewees hij bij de sociale commissie van de Landbouw- en Voedingsnijverheid (LVN) en in het eigen bedrijf. Tot voor enkele jaren had Corona-Lotus geen personeelsdirecteur. Karel Boone vervulde onder meer die functie. Corona-Lotus ligt op het Vlaamse platteland en domineert de plaatselijke tewerkstelling. Bij het bedrijf worden al jaren flexibele arbeidstijden aanvaard als de gewoonste zaak ter wereld. Kan dit aspect van zijn bedrijfsbeleid overgeplant worden op bedrijven in stedelijke omgevingen en zo mee een heilzame schok verwekken ?

De Belgische werkgeversleiders zijn diplomaten. Zij hebben van nature een hekel aan figuren als Werner Stumpfe. Georges Jacobs zal je officieel geen onvertogen woord horen uiten over zijn droefheid. Hij zette er in het eerste anderhalve jaar van zijn voorzitterschap de beuk in. En moest in stijgende mate vaststellen hoe taai, verroest en behoudend de sociale constellatie van België is. Maakt Karel Boone dezelfde vaststelling in 1999 ? Het leed voor de Belgische tewerkstelling zal dan niet te overzien zijn.

F. Cr.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content