De leeuw van Waterleau

Terwijl Hendrik Seghers zijn zinkende schip probeert te redden, bouwt de verstoten zoon, Luc Vriens, met succes een nieuw waterbedrijf: Waterleau. In Nigeria start Vriens met de bouw van een hypermoderne waterzuiveringsinstallatie voor Heineken.

“Zonder Hendrik Seghers had ik nooit gestaan waar ik nu sta,” zegt Luc Vriens met enig leedvermaak in zijn stem. Vandaag leidt deze ex-gedelegeerd bestuurder van Seghers Water een bloeiend waterbedrijf, Waterleau, terwijl zijn voormalige werkgever met ernstige liquiditeitsproblemen kampt. Dit jaar stevent Waterleau af op een geconsolideerde omzet van 10 miljoen euro. Het Seghers-concern moet een pil van 24 miljoen euro aan verliezen slikken en kampt met een schuld van ruim 25 miljoen euro die onmiddellijk afbetaald moet worden.

Het ontstaan van Waterleau leest als een thriller. Na een aanslepende ruzie over een pakket aandelen die Hendrik Seghers, topman van de gelijknamige veevoeder- en milieugroep uit Willebroek, aan Vriens had beloofd bij zijn aanwerving, werd de directeur van Seghers Water op staande voet ontslagen in mei 1999. Hoofdschuddend blikt Vriens terug: “Op dinsdag 4 mei moest ik totaal onverwacht ‘s morgens vroeg naar een uitzonderlijke raad van bestuur komen. Dat was ongebruikelijk, want gewoonlijk vonden die vergaderingen op ons kantoor in Wespelaar plaats. Zodra ik daar was aangekomen, dwongen ze mij ontslag te nemen. Ik weigerde en kreeg mijn C4. Enigszins uit het lood geslagen wou ik via de mobilofoon met enkele collega’s overleggen, maar ik kreeg geen aansluiting. Ze hadden het toestel afgesloten. Op weg naar Wespelaar stopte ik bij een Belgacom-winkel om een Pay & Go aan te schaffen. Maar de gsm’s van mijn medewerkers waren ook uitgeschakeld. Op het algemene nummer kreeg ik de privé-secretaresse van Hendrik Seghers aan de lijn. De putsch was goed voorbereid. Toen ik mijn dossiers op kantoor wilde halen, versperden drie bodyguards en twee advocaten van Loeff Claeys Verbeke de toegang. Dankzij de tussenkomst van een deurwaarder heb ik wel een paar persoonlijke spullen mogen meenemen. De volgende dag stond mijn ontslag – hoewel we onderling hadden afgesproken de pers erbuiten te laten – in koeien van letters in de krant. De weken daarna werd ik geconfronteerd met huiszoekingen, dagvaardingen en privé-detectives. Die noteerden de nummerplaat van elke bezoeker die aan mijn deur kwam. Het was een regelrechte oorlogsverklaring.”

In de tegenaanval

Maar Vriens bleef niet bij de pakken zitten en richtte samen met zijn kompaan Jean-Marie Ghislain eind mei 1999 een eigen waterzuiveringsbedrijf op: Waterleau. Een resem processen volgde, met als klap op de vuurpijl een schadeclaim van 60 miljoen euro tegen Vriens en zijn vennoten wegens een vermeend verlies voor Seghers. Vriens schoot terug met juridische tegenaanvallen. In februari 2002 beschuldigde hij Seghers zelfs van fraude bij de uitbating van het waterzuiveringsstation in Brugge. Door te knoeien met stalen zou Seghers Aquafin – en dus de Vlaamse Gemeenschap – minstens voor 5 miljoen euro schade hebben berokkend.

Vriens: “De eerste zes maanden van de onderneming stak ik al mijn tijd en geld in de verdediging van mijn geschillen. Op het eerste gezicht een verlies van energie, maar achteraf toch een goede zaak. Door mij van in het begin het leven zuur te maken, heeft Seghers ervoor gezorgd dat ik dubbel zo gemotiveerd was om te slagen . Elke dagvaarding gaf me een adrenalinestoot, klaar voor een nieuwe bungeesprong.”

Druppelsgewijs voegde het vroegere management van Seghers Water – al dan niet gedwongen door ontslag – zich bij zijn oude directeur: Bernard Lemaitre (proces), Eddy Frans (techniek), Willy Gils (marketing) en Ron Geeraers (technology). Samen met Vriens (51%) richtten de managers (49%) de holdingmaatschappij The Fifth Element op. Vriens: “Een goede zaak, want zo krijg je een geweldige band tussen medewerkers en vennootschap. Nu ze er hun eigen geld hebben ingestoken, is de loyaliteit hoger. Ze hebben bijvoorbeeld hun eigen woning borg moeten stellen om het contract met Heineken te kunnen binnenhalen.”

Samenwerking met Monsanto

Van meet af aan richtte Waterleau zich op de internationale business. In 2000 wist het kersverse waterbedrijf een samenwerkingsakkoord af te sluiten met Enviro-Chem Systems, de milieupoot van Monsanto (die ooit nog een bod van 20 miljoen dollar op Seghers Water had gedaan).

Deze deal opende tal van deuren. Na de bouw van een biologisch waterzuiveringsstation voor mouterij Remy en de uitbreiding van de installatie voor Moortgat volgde een aantal opdrachten in onderaanneming voor Monsanto: Formaplan en Linde in Duitsland en Binder in Oostenrijk. Waterleau trad ook op als consultant voor Coca-Cola, Interbrew en Puratos. Het eerste echte boekjaar (2000) werd afgesloten met een omzet van 1,7 miljoen euro en een winst van 2800 euro, hoewel een verlies van een half miljoen euro in het businessplan geboekt stond. Daarop volgden nog de waterzuiveringsstations voor Cockerill Sambre en Aquafin Antwerpen Noord. Dat waren samenwerkingsverbanden met respectievelijk IBTV (dochter van het Franse nutsconcern Vivendi) en de Vlaamse bouwfirma Cordeel. In opdracht van de Brusselse Intercommunale Watermaatschappij ( BIWM) voerde Waterleau ook een onderzoek naar de kwaliteit van het waterzuiveringsstation Brussel-Zuid. Hun oordeel was vernietigend. De installatie, nog geen twee jaar oud, voldeed totaal niet aan de huidige milieunormen.

Met Heineken naar Afrika

Maar de grote doorbraak kwam er in 2001. Net als Seghers Water sleepte Waterleau voor de neus van alle grote spelers in de sector, zoals Degrémont en Paques, een raamcontract van Heineken voor het Afrikaanse continent in de wacht. Deze internationale marktleider, met een jaarlijkse productie van 105 miljoen hectoliter bier, wil dat zijn vestigingen overal ter wereld aan de strengste milieunormen voldoen en rust daarom alle brouwerijen uit met uniforme waterzuivering. Gespreid over zeven jaar staan twintig nieuwe waterzuiveringsinstallaties in Afrika op het programma. Deze maand starten Vriens & co. de nieuwe installatie op van Heineken-dochter Nigerian Breweries in Ibadan (Nigeria), 120 kilometer ten noorden van de hoofdstad Lagos. Het betreft een uiterst geavanceerde installatie, waarvan de onderdelen rechtstreeks uit Europa zijn geïmporteerd. Alleen de civiele werken worden door een lokale aannemer uitgevoerd. Totale kostprijs van het project: 2,5 miljoen euro. Voor de nieuwe fabriek van Heineken in Enugu (Nigeria) bouwt Waterleau een biologische waterzuiveringsinstallatie.

Seghers mocht intussen aan de slag in Congo. Maar wegens technische moeilijkheden zijn de werken voor de brouwerij in Kinshasa stopgezet. Waterleau maakt wel een goede kans om ook de andere Afrikaanse opdrachten voor Heineken in de wacht te slepen. Vriens: “Je moet nooit op korte termijn denken als je voor een multinational werkt. Als je het goed doet, mag je meestal terugkomen. Maar maak één keer een fout, om welke reden dan ook, en de deur gaat definitief dicht. Daarom ga ik telkens in op de wensen van de klant tijdens de werken. Zo heb ik tijdens mijn jongste bezoek op hun verzoek onze plaatselijke supervisor aan bouwheer Bouygues afgestaan. Ik ben namelijk beducht voor de ‘banale bananenschil’. Een incident dat escaleert kan de duurzame relatie met de brouwersgroep in gevaar brengen.”

Beleggen in een waterfonds

Onder de overkoepelende holding The Fifth Element bouwt Vriens een geïntegreerde milieugroep uit met vier werkmaatschappijen, die de basiselementen symboliseren: Waterleau (water), Bel-Air (lucht), TerraNova (aarde) en Green Energy (vuur).

Eind vorig jaar namen de 25 medewerkers van deze “eco-guerrillero’s”, zoals ze zichzelf noemen, hun intrek in het vernieuwde NIR-gebouw in Herent, bij Leuven. Na de waterdivisie startte The Fifth Element begin dit jaar met Bel-Air door de aankoop van de luchtzuiveringstak van Enviro-Chem Systems, de Monsanto-dochter. Het gaat om gepatenteerde technologie die aan een internationaal netwerk van agenten is uitgeleend, goed voor een omzet van 8 miljoen euro tijdens de topjaren. Met de opening van een nieuw kantoor in Caïro (Egypte) en Sjanghai (China) in september van vorig jaar wordt de buitenlandse expansie voortgezet. Voor de bodemsanering zoekt de groep nog een geschikte partner.

Vandaag bedraagt het maatschappelijk kapitaal van The Fifth Element 620.000 euro. Maar na de recente overnames van Enviro-Chem Systems en Aqua Technology Hanson – een specialist in membranen voor drink- en proceswater met een omzet van 1,5 à 2 miljoen euro per jaar – onderhandelt Vriens met externe investeerders om het eigen vermogen van de groep op te krikken. Tegen het einde van het jaar hoopt de gedelegeerd bestuurder een private plaatsing van 2 miljoen euro af te ronden.

Vriens: “Steeds meer bedrijven besteden alles wat niet tot hun kernactiviteit behoort uit aan derden. De leverancier financiert, bouwt en exploiteert de installatie zelf. Wij willen ook dergelijke projecten aanbieden. Bij een groot chemieconcern recycleren wij het afvalwater met membraantechnologie tot proceswater voor hun stoomproductie. Het systeem is onze eigendom en het bedrijf betaalt per kubieke meter. Voor dergelijke resultaatverbintenissen heb je wel een stevige financiële basis nodig. Daarom werken wij aan de oprichting van een waterfonds, waarbij beleggers kunnen intekenen tegen een gewaarborgd rendement.”

Eric Pompen [{ssquf}], eric.pompen@trends.be

“Zonder Hendrik Seghers had ik nooit gestaan waar ik nu sta.”

“De managers-aandeelhouders hebben hun persoonlijke woning borg moeten stellen om het contract met Heineken binnen te halen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content