De lange weg van ethanol

Derk Jan Eppink

In de VS en de EU is het besef doorgedrongen dat energieonafhankelijkheid een strategisch belang is. Zolang het industriële Westen de laarzen van Poetin en de sandalen van Arabische oliesjeiks moet kussen voor gas en olie is elke pretentie van een zelfstandig buitenlands beleid een lachertje. Maar hoe vergroot men de energieonafhankelijkheid?

In de Amerikaanse staat Iowa, in de Midwest, kan men tientallen kilometers rijden over wegen door oneindige maïsvelden. Boerderijen zijn er kleine fabrieken geworden, want de maïsboeren produceren niet enkel maïs voor de consumptie, van zowel mens als veestapels, maar vooral voor de energiemarkt. Midden in de maïsgebieden torent ineens een groot energiebedrijf boven de velden uit. Het zet de toevoer van maïsstronken om in ethanol, dat intussen één van de grootste exportartikelen van Iowa is geworden. Met de olieprijs op een historische hoogte van 88 dollar zou men verwachten dat ethanol een winstgevend alternatief is dat in waarde stijgt. Maar het tegenovergestelde is het geval. De prijs van ethanol is met 30% gedaald en kampt met tal van groeiproblemen. “Het probleem zit niet zozeer in de productie, maar vooral in de distributie en de afzetkanalen,” zegt Steve Dust, die in Waterloo, Iowa, directeur is van de Greater Cedar Valley Alliance, een organisatie die de economische diversificatie stimuleert. “Ethanol moet zich nog vestigen als product op de energiemarkt en dat vergt tijd. ”

Enkele jaren geleden begon ethanol aan een boom in de Midwest. Boeren schakelden massaal over naar productie voor de ethanolbedrijven, die als paddenstoelen uit de grond schoten. In Iowa waren er in 2005 nog 81. Dit jaar zijn het er 129. Circa 80 bedrijven zijn in aanbouw. De productie schoot de hoogte in. Het Congres schreef bij wet voor dat de sector, die in 2004 nog 3,5 miljard gallons (één gallon is 3,7 liter) produceerde, in 2012 7,5 miljard gallons zou voortbrengen. Maar de boeren boerden sneller, mede door de fiscale prikkels. Eind dit jaar wordt een productie verwacht van 7,8 miljard gallons en in 2009 11,5 miljard. Er is een groot aanbod, met twee belangrijke nevengevolgen.

In de eerste plaats kan de markt de grote stroom ethanol niet aan. Ethanol kan niet in bestaande oliepijpleidingen worden rondgepompt en moet in speciale containers per trein of vrachtauto worden vervoerd. Hoewel de Midwest strategisch goed ligt op de transportas tussen Noord-Zuid en Oost-West zijn er te weinig treincontainers die de stof kunnen vervoeren. In 2005 waren er 10.000 en eind dit jaar ruim 36.000. Maar dat is nog niet genoeg. Ook de energiemarkt is nog niet klaar voor massale consumptie van ethanol. Nu wordt de benzine voor 10% gemengd met ethanol zodat de motoren zonder problemen blijven draaien. Maar Iowa is al overgeschakeld op een hogere vermenging via het product E-85. Deze brandstof bestaat voor 85 % uit ethanol en slechts voor 15 % uit benzine. Er zijn in de VS 5 miljoen voertuigen die op E-85 kunnen rijden. Maar er zijn te weinig pompen die ethanol aanbieden, laat staan de E-85. Als gevolg van de problemen in de distributie en de afzetmarkt is er een overaanbod aan ethanol en daalde de prijs van 2 dollar per gallon naar 1,55 dollar.

Een ander neveneffect zijn de stijgende voedselprijzen. Door de overschakeling van de voedsel- naar de energiemarkt zijn tal van landbouwproducten in prijs gestegen. Maïs wordt niet zoveel door mensen gegeten, maar wel door het vee: kippen, koeien, varkens. Nu veel maïsstronken de ethanolfabriek ingaan, werd de maïs als veevoeder duurder. Dit betekent dat eieren, vlees en melk in de winkel in prijs omhoogschoten. Sommige producten werden 20 % duurder. Dergelijke prijsverhogingen zijn snel terug te vinden in de inflatie-index.

Volgens Dust zijn deze gevolgen groeipijnen in een sector van strategisch belang. “De uitbreiding van transportfaciliteiten en afzetkanalen is een kwestie van tijd”, zegt hij. Intussen verbeteren boeren in Iowa hun gewassen dankzij toepassing van genetisch gewijzigde organismen (ggo’s). Uit sojabonen wordt nu al olie voor dieselmotoren gehaald., “Ggo’s liggen in de VS niet zo gevoelig als in Europa”, zegt Dust. “Wij zien het als innovatie in de landbouwsector. ”

In Europa zal de productie van ethanol voorlopig weinig zoden aan de dijk zetten. Bij de doorsnee Europese boer zijn de percelen te klein om op winstgevende wijze ethanol te produceren. De gewassen moeten worden verbeterd en toegespitst op ethanol en daarvoor is de toepassing van ggo’s nodig. Maar ggo is in Europa een vloek geworden en wordt gelijkgesteld met het monster van Frankenstein. Deze fixatie, gesteund door de groene beweging, sluit de productie van een alternatieve energiebron uit. De VS zullen in 2020, na alle moeilijkheden, een ethanolsector hebben. Europa heeft dan niets, behalve dikke onderzoeksrapporten.

Iedereen in Europa is voor energieonafhankelijkheid. Maar atoomenergie mag niet van de milieubeweging en ethanol kan niet. Dus blijven Europeanen zich onderwerpen aan de laarzen van Poetin en de sandalen van de oliesjeiks.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content