De laars wordt gelapt

Een hervorming van de pensioenen, een inkrimping van de uitgaven en taksen bij de vleet. Om uit de malaise te raken, doet de Italiaanse eerste minister Mario Monti zijn reputatie als zuinige familievader alle eer aan. Maar ondanks alles kan het land vlugger dan verwacht opveren.

Het luxueuze skioord Cortina d’Ampezzo in de Dolomieten is al op oudejaarsavond ontwaakt met een geweldige kater. Bij een spectaculaire bliksemoperatie op 30 december forceerden 80 belastinginspecteurs de deuren van restaurants, bars en luxeboetieks, en dwongen de uitbaters om alle rekeningen te overhandigen. Resultaat: die dag werden fiscale ontvangsten geboekt die drie keer hoger lagen dan het jaar voordien, zegt de directeur van de Italiaanse belastingdienst, Attilio Befera.

Premier Monti wordt ook mister Fraudebestrijding genoemd, de fraude in Italië wordt op 120 miljard euro geschat. Monti is ook de vader van alle besparingen. Hervorming van de pensioenen met de botte bijl, drastische besparingen in de openbare uitgaven, herinvoering van de in 2008 afgeschafte belasting op de hoofdverblijfplaats en taksen bij hopen op brandstoffen, luxeproducten en activa die in het buitenland aangehouden worden. Alles bij elkaar gaat het om nieuwe anticrisismaatregelen voor 20 miljard euro, boven op de 100 miljard besparingen die in de zomer door oud-premier Silvio Berlusconi uitgevaardigd zijn en die de Italianen nu al dagelijks pijn doen.

Lange soberheidskuur

Het Antico Caffè in het centrum van Rome, een van de trendy cafés van de Italiaanse hoofdstad, is een ontmoetingsplaats voor politici, zakenlui en vedetten. Ook daar groeit de ongerustheid. “Monti had het over bezuinigingen, rechtvaardigheid en groei. Maar uiteindelijk gaat het alleen over bezuinigingen, bezuinigingen en nog eens bezuinigingen. Hoe wilt u nu dat de Italiaanse motor weer opstart?” zegt Michele Caminita, een advocaat uit Palermo.

Intussen worden de minderbedeelden paranoïde. “Je zou haast geloven dat de regering geld wil verdienen op de rug van de armen”, gooit een gepensioneerde ambtenaar eruit. “Het plan heeft een enorme sociale kostprijs en het bevalt de Italianen allerminst. Maar heeft Italië wel een keuze”, vraagt Monica Gherard, een autoconcessiehouder uit Bologna, zich af. Het is net als in de jaren negentig, toen de Italianen zware belastingen opgelegd kregen om niet uitgesloten te worden uit de eurozone.

Een zaak is zeker, de Italianen moeten hun beproeving met veel geduld dragen, want de soberheidskuur dreigt lang te duren. Het budgettaire evenwicht wordt niet voor 2013 bereikt en de financiële markten, die zich zorgen maken over de torenhoge schuldenlast van 1900 miljard euro (120 % van het bbp), zijn nog lang niet gerustgesteld.

Op dit ogenblik is de recente ontspanning van de rentevoeten wel bemoedigend en dat geldt ook voor het omvangrijke liberaliseringsprogramma dat sinds januari in gang gezet is. Er wordt concurrentie toegelaten in de transportsector en de brandstofdistributie, en ook in meer corporatistische sectoren als de taxi’s en de apotheken. “Ook al blijft deze regering maar tot de volgende verkiezingen in april 2013 aan de bak, ze heeft tenminste de kans te tonen dat het in Italië nog altijd mogelijk is te ijveren voor het gemeenschappelijke belang”, zegt Caminita.

Schrijnend gebrek aan innovatie en specialisatie

“Het werd tijd om sommige beroepen open te gooien voor concurrentie en reglementen te versoepelen en af te bouwen zodat het land aan concurrentiekracht kan winnen”, voegt Paola Monperrus-Veroni, econonoom bij Crédit Agricole, eraan toe. Het is de hoogste tijd dat de arbeidsmarkt hervormd wordt, want een op de drie jonge Italianen is werkloos. Daarnaast kan Super Mario, ondanks het grote vertrouwen, de recessie dit jaar nog niet vermijden. Volgens de experts van Confindustria, het Ita-liaanse patronaat, daalt de activiteit met 1,6 procent.

En daarna? Volstaat het groeiplan om het land weer op de rails te zetten nu de mogelijke groei volgens berekeningen van de OESO op amper 0,5 procent ligt, tegenover 1,5 procent in Duitsland en Frankrijk?

Volgens Philippe Weber, onderzoeker van het Centre de Recherche en Automatique van Nancy, is er niet alleen de uiterst zwakke demografie, maar ook en vooral het gebrek aan concurrentiekracht. “De concurrentiepositie van Italië ging tussen 1999 en 2011 met 15 tot 30 procent achteruit tegenover Duitsland. Dat kwam door de verzwaring van de sociale lasten met 1,8 procent van het bbp en een snellere loonstijging dan in buurland Duitsland in die periode.”

Daarbij komt nog het schrijnende gebrek aan zowel innovatie als sectorale en geografische specialisatie. De uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling bedragen slechts 1,18 procent van het bbp, terwijl dat in Duitsland 2,06 procent is, in Frankrijk 2,02 procent en in Spanje 1,35 procent.

De begrotingsinspanning zal kleiner zijn dan elders in Europa

Gelukkig heeft Italië ook heel wat troeven. Een recente studie van Confindustria bevestigt Italië als industriële natie. Het staat op de tweede plaats in Europa, na Duitsland. De sector vertegenwoordigt 30 procent van het bbp, tegenover nauwelijks 20 procent in Frankrijk. En het land beschikt nog altijd over een stevig weefsel van exporterende kmo’s: machinebedrijven in Lombardije en Piëmont, keramiek in Emilia-Romagna, textiel en meubilering in Venetië, keukens in de Marken, canapés in Apulië – en die zijn allemaal voldoende soepel om zich aan de vraag te kunnen aanpassen”, zegt Roberto Rossi, een expert van Natixis in Milaan.

Er is nog een andere troef. Het onevenwicht van de begroting blijft al bij al binnen de perken. Het schuldsaldo buiten intresten is sinds 1992 zo goed als in evenwicht. Dat betekent dat de budgettaire inspanning om de openbare financiën te verbeteren en de schuld te stabiliseren minder groot moet zijn dan in andere landen van de eurozone. En 57 procent van de schulden wordt aangehouden door de Italianen zelf, wat de kans op speculatie verkleint. De Italianen zijn trouwens de rijkste Europeanen, eind 2010 beschikten ze volgens een rapport van de Banca d’Italia over een patrimonium van 8640 miljard euro. Het dolce vita heeft nog een toekomst.

DANIÈLE LIGATA, L’EXPANSION

“Mario Monti had het over bezuinigingen, rechtvaardigheid en groei, maar uiteindelijk gaat het alleen over bezuinigingen, bezuinigingen en nog eens bezuinigingen” Michele Caminita, advocaat

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content