De krokodillen van de Brusselse beurs gaan met pensioen

De financiële communicatie van de beursgenoteerde bedrijven heeft de voorbije vijftien jaar een metamorfose ondergaan. Jacques Anckaert (Bekaert) en Jean-Pierre Tanghe (Barco) gaven het vak van investor relations een eigen gezicht in ons land. Binnenkort gaan ze met pensioen.

Ik heb een heel moeilijke periode doorgemaakt met heel veel slapeloze nachten, maar toch blijf ik erbij dat we in de communicatie geen fouten hebben gemaakt”, zegt Jacques Anckaert. De laatste maanden van zijn carrière waren niet meteen het leukste. De instorting van de zonnepanelenmarkt trof Bekaert keihard, 600 banen verdwijnen in ons land.

Op 21 december mocht hij samen met Jean-Pierre Tanghe van Barco wel de bel luiden bij de start van de handelsdag op NYSE Euronext Brussel. Normaal is die ceremonie voorbehouden voor ambassadeurs, ministers en andere prominenten. De beurs van Brussel bracht hulde aan twee pioniers die in ons land de stiel van investor relations een gezicht gaven. In zijn speech noemde directievoorzitter Vincent Van Dessel hen de krokodillen van de Brusselse beurs.

JACQUES ANCKAERT. “Rond de eeuwwisseling was Bekaert een diamant in een zak. Het was een heel mooi bedrijf, maar niemand wist het. Met de komst van de nieuwe voorzitter kwam daar verandering in. Baron Paul Buysse wilde Be- kaert wereldwijd beter profileren. In Europa had je toen nauwelijks gehoord van investor relations, die trend kwam net overgewaaid uit de Angelsaksische wereld. Bij Bekaert had ik al functies uitgeoefend waardoor ik het bedrijf van binnen en van buiten kende.”

JEAN-PIERRE TANGHE. “Bij Barco waren er twee elementen die meespeelden. Op 17 februari 1998 kregen we in onze vestiging in Kuurne te maken met een brand. Bij gebrek aan een eensluidend verhaal kwam de informatie over de gevolgen nogal verwarrend over, wat een verkeerd beeld tot stand bracht over de toekomst van Barco. Toen heeft de directie beslist om voortaan op een professionele manier te communiceren. Het tweede element was de komst van zowel de euro als de fusiebeurs Euronext. Op dat moment was ik net klaar met een andere opdracht. Ik was verantwoordelijk voor human resources in het buitenland. Ik had de wereld rondgereisd en overal gezocht naar high potentials. Aangezien ik ervaring had met het verkopen van Barco in het buitenland, dacht de directie aan mij.”

Over welke kwaliteiten moet een goede investor relations manager beschikken?

ANCKAERT. “De basisopleiding is minder belangrijk. Zelf ben ik een economist, maar JP is een germanist. Je hoeft volgens mij geen financieel expert te zijn, maar je moet natuurlijk wel de logica achter de cijfertjes snappen.”

TANGHE. “Het komt erop neer dat je het eigen bedrijf kunt plaatsen in de wereld. Dat gaat zowel over macro-economie, maar ook over de concurrenten, de klanten, enzovoort. Collega’s met een puur financiële achtergrond zijn doorgaans niet het best geplaatst voor deze job omdat ze een te smalle blik hebben.”

ANCKAERT. “Op een roadshow spreken we met de investeerders nauwelijks over de cijfers. Hooguit vijf minuutjes, want die zijn eigenlijk bekend. De vragen gaan over heel uiteenlopende thema’s. Het meest extreme geval heb ik in Boston meegemaakt. De familie Be- kaert controleert een kleine 40 procent van de aandelen en een investeerder heeft toen een half uur gepeild naar de waarden van de familie.”

TANGHE. “Dat is een opvallende trend, zeker bij de internationale investeerders. Het streven naar snelle winst is eruit. Er is veel meer aandacht voor corporate social responsibility. Ik herinner me de oorlog in Irak. In Amerika moest ik voortdurend uitleg geven over de twijfelende houding van Europa. Een investor relations manager moet dus een brede kijk op de wereld hebben en dat maakt de job zo boeiend.”

Heeft de crisis iets veranderd?

ANCKAERT. “De Angelsaksische wereld staat bekend om zijn arrogantie en zelfs agressiviteit. Ik herinner me nog een investeerder die eiste dat hij persoonlijk met de CEO kon spreken. We zijn samen naar Londen gereisd en meteen bleek dat die investeerder absoluut niet voorbereid was. Ik kan u verzekeren dat Bert De Graeve dat allesbehalve plezant vond. Dat komen we nu niet meer tegen, blijkbaar heeft de crisis louterend gewerkt. Toch blijft er een duidelijk verschil met bijvoorbeeld Scandinavië en Duitsland. Daar zijn de contacten soms echt hartelijk.”

TANGHE. “Sommige aandeelhouders proberen te wegen op de besluitvorming. Als we niet naar hun grieven luisteren, dreigen ze uit te stappen. Om nog meer druk uit te oefenen, zoeken ze zelfs contact met andere aandeelhouders. Zeker voor een bedrijf als Barco, dat voor 100 procent op de beurs staat, is dat even slikken. Het is belangrijk dat de investor relations manager onmiddellijk terugkoppelt naar de CEO en naar de raad van bestuur.”

De voorbije twaalf jaar hebben we een verregaande consolidatie van de aandelenbeurzen gezien. Heeft die beweging de verwachtingen ingelost?

TANGHE. “Persoonlijk had ik meer verwacht. Voor investeerders is er nog altijd geen sprake van een uniforme kostenstructuur voor de transacties. Zo is Amsterdam nog altijd duurder dan Brussel. Voor de genoteerde bedrijven is het tarief wel overal gelijk. Daarnaast stellen we toch vast dat in die periode het percentage buitenlandse investeerders sterk is toegenomen bij Barco. Het is natuurlijk de vraag of er een verband is met de fusie.”

ANCKAERT. “Ik twijfel daar toch aan. Een investeerder vindt wel zijn weg. Maar een mogelijke fusie van NYSE Euronext en Deutsche Börse kan wel belangrijk zijn, want dan zou de grootste beurs ter wereld ontstaan. Maar met de tegenstand bij de Europese Commissie is die kans klein. Een andere opvallende trend is de opkomst van de alternatieve handelsplatformen zoals Chi-X en Turquoise. Tien jaar geleden was daar nog geen sprake van, nu tekenen ze al voor de helft van de omzet in onze aandelen.”

Ook in de financiële wereld neemt Azië steeds meer het roer over. Welke implicaties heeft dat voor u?

ANCKAERT. “We moeten aandacht hebben voor die evolutie. Zo hebben we vorig jaar voor het eerst een roadshow gegeven in China. Dit jaar doen we dat opnieuw.”

TANGHE. “Het is logisch dat je investeerders gaat zoeken in de regio waar je actief bent. We hebben dat gedaan in de VS en Canada en ook in Azië. China tekent nu voor 15 procent van onze omzet en dat betekent dat we ook meer aandacht hebben voor de investeerders in dat land. Op termijn is er altijd een duidelijke correlatie.”

Vorig jaar kreeg Bekaert de wind van voren omdat u veel te laat gecommuniceerd zou hebben dat de markt van zaagdraad voor zonnepanelen in elkaar was gestort. Bekent u schuld?

ANCKAERT. “De basisregel stelt dat iedereen dezelfde informatie op hetzelfde moment moet krijgen en daar hebben we niet tegen gezondigd. Kijk, half mei zijn we naar buitengekomen met de resultaten van het eerste kwartaal. Op dat moment hadden we wel al enkele indicaties gekregen dat de markt van de zonnepanelen aan het veranderen was, maar het was nog te vroeg om zoiets te communiceren.

“Toen Ben Defay van JP Morgan een heel negatief rapport schreef over Bekaert, stonden de andere analisten op hun achterste poten omdat ze dachten dat hij van ons extra informatie had gekregen. Dat was absoluut niet zo. De verklaring ligt in de structuur van de verschillende brokers. Terwijl Belgische analisten een heel brede waaier aan bedrijven opvolgen, beschikken de grote internationale huizen over een studiedienst die niet alleen bedrijven, maar ook sector per sector analyseert. Defay had van zijn collega’s die informatie over de zonnepanelensector gekregen en had de impact berekend op de resultaten van Bekaert.”

Heeft u ook al wakker gelegen over kritiek aan uw adres, meneer Tanghe?

TANGHE. “Ik ben een goeie slaper (lacht). Maar ik heb een gelijkaardig verhaal meegemaakt. Rond de eeuwwisseling deden de small caps het zeer goed op de beurs en daarop werd beslist om Barconet af te splitsen en apart naar de beurs te brengen. Nauwelijks enkele dagen later barstte de dotcombubbel en vielen de small caps uit de gratie. Dat was een heel zware periode voor mij. We hebben toen veel geloofwaardigheid verloren en het heeft veel energie gekost om het vertrouwen weer op te bouwen.”

ANCKAERT. “Een investor relations manager moet goed kunnen incasseren. Ik heb het eens nagegaan en vorig jaar heb ik meer dan duizend meetings en telefonische gesprekken gedaan. Het was de meest intensieve periode uit mijn carrière.”

TANGHE. “Het is ook heel belangrijk om zolang mogelijk de CEO af te schermen. Een investor relations manager moet voor buffer spelen. Hij moet soms een beetje masochist zijn.”

Hoe evalueert u de communicatie bij de Belgische beursgenoteerde bedrijven?

TANGHE. “Het is duidelijk dat continentaal Europa wat achterloopt. Toch is er al veel veranderd. De tijd dat het volstond dat de CEO af en toe een babbel deed met de analisten, ligt ver achter ons.”

ANCKAERT. “Bij nogal wat midcaps doet de financieel directeur de communicatie. Toch zie ik af en toe nog een CEO die deze taak voor zijn rekening neemt. Hij vindt dat misschien plezant, maar ik heb daar toch mijn bedenkingen bij. Een CEO die een derde van zijn tijd in financiële communicatie steekt, is volgens mij niet goed bezig.”

U gaat binnenkort met pensioen. Bent u klaar met de opvolging?

ANCKAERT. “Ik vertrek eind mei. Mijn opvolger wordt bekendgemaakt ter gelegenheid van de presentatie van de jaarcijfers op 24 februari. Het is iemand van binnen het bedrijf.”

TANGHE. “Mijn taak zit er eind maart op en ook wij hebben intern gerekruteerd. Sinds september loopt Carl Vanden Bussche al met mij mee op roadshows en in meetings.”

Hoe ziet uw nieuwe leven eruit?

ANCKAERT. “Ik ga beginnen met alle boeken te lezen die op mij liggen te wachten. Het gaat vooral om historische en wetenschappelijke werken. Voorts wil ik me op mijn hobby uit mijn jeugd storten: astronomie. Misschien ga ik zelfs opnieuw studeren.”

TANGHE. “Ik ga nog niet helemaal stoppen, want ik heb een eigen consultingbedrijfje opgezet. Ik zal advies geven in de verschillende domeinen waarin ik actief ben geweest: investor relations, marketing, hr, communicatie en corporate governance. Maar het is wel de bedoeling om het wat kalmer aan te doen want veertien jaar investor relations doen is best een zware job. Het is voortduren tsjoolen. In mijn vrije tijd ga ik reizen, lezen en vooral klussen. Timmeren, een terras aanleggen, sanitair en elektriciteit: ik doe dat graag, want in tegenstelling tot mijn job zie je daarvan meteen het resultaat.”

DIRK VAN THUYNE, FOTOGRAFIE SOFIE VAN HOOF

“Het streven naar snelle winst is eruit. Er is veel meer aandacht voor corporate social responsibility” JP Tanghe (Barco)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content