DE KRACHT VAN VALSE IDEEëN

Vlaanderen en Wallonië hebben er alle belang bij om samen te werken en Brussel te gebruiken als vlaggenschip. Vele ideeën die daar haaks op staan, zijn vals.

De Franse filosoof Raymond Aron, in zijn pleidooi tegen de invoering van de 35 urenweek in Frankrijk, had het over “la force des idées fausses“. Daarmee bedoelde hij dat er geen verband is tussen het waarheidsgehalte van een idee en de impact die het kan hebben. Het valse idee dat arbeidsduurverkorting zou leiden tot massale daling van de werkloosheid heeft ondertussen nog weinig aanhangers.

Het debat over de splitsing van het land is in hetzelfde bedje ziek. Zowel voorstanders van immobilisme als voorstanders van separatisme schermen met valse ideeën die wel een performatief karakter hebben, zoals de Engelse taalfilosoof Austin dat noemde. De kracht van het woord wordt daarbij vaak versterkt door metaforen en beeldspraken die de vox populi moeten beïnvloeden. Sta mij toe een paar voorbeelden te geven.

Idee één: Brussel zal niet verhuizen naar Biarritz. Dit klopt als een bus natuurlijk. De onderliggende metafoor insinueert dat als Brussel nu los van Vlaanderen komt of niet, dit in feite weinig uitmaakt. Oost-Berlijn lag ook naast West-Berlijn toen een muur alle uitwisseling tussen de deelsteden onmogelijk maakte en de bevoorrading gebeurde vanuit de lucht. Hoe men de relaties tussen buren organiseert, maakt dus wel degelijk een verschil. Vanuit de gedachte dat een goede buur meer waard is dan een verre vriend, zou ik zelfs durven stellen dat, gezien Brussel toch nooit zal verhuizen naar Biarritz, wij beter in deze dichte buur zouden investeren. Deze buur heeft overigens een zeer grote naambekendheid – onder meer dankzij de Europese dimensie en de onovertroffen aanwezigheid van journalisten en ambassadeurs – die ruimschoots die van de regio’s overtreft. In die zin lijkt Brussel op Washington, maar met dat verschil dat daar de buurstaten (Maryland en Virginia) de merknaam Washington gebruiken om zich internationaal te positioneren en investeringen aan te trekken.

Idee twee: België moet het voorbeeld van Tsjechoslovakije volgen. Vanuit die gedachte is Brussel een obstakel voor de splitsing en dreigt het vergeten te worden in de grote manoeuvres tussen Vlaanderen en Wallonië. In “Brussel, het kind van de rekening” (Roularta 2007) pleit ik ervoor Brussel niet langer te zien als een probleem, maar als de oplossing. Dat zou pas een échte copernicaanse omkering zijn. In de toekomst zal de wereld tien à vijftien citystates kennen die bron zijn van welvaart. IQ-magneten, noemt Bill Gates ze. Als wij Brussel uitspelen als troef, in combinatie met de troeven die de regio’s te bieden hebben (universiteiten, onderzoeksinstellingen, levenskwaliteit), kunnen wij samen van Brussel één van de IQ-magneten van de toekomst maken. Het zou Vlaanderen en Wallonië geen wind-eieren leggen.

Idee drie: de welvaart zal in Vlaanderen stijgen met 4 % als de Vlamingen niet langer moeten betalen aan de Walen. Dat klopt. De transfers bedragen ongeveer zes miljard, of drie euro per dag per Vlaming. We moeten dan wel aanvaarden dat, tenzij wij uit de Europese Unie stappen, de solidariteit via de Europese mechanismen overeind zal blijven. De Vlamingen zullen zelfs meer betalen aan de Europese Unie gezien, zonder de “arme” Walen, het bruto binnenlands product (bbp) per capita, de belangrijkste berekeningsbasis voor de Europese bijdrage, gevoelig zal stijgen. Maar ja, misschien zijn Vlamingen liever solidair met Bulgaren en Portugezen dan met Walen. Een verre vriend, weet je wel! Vergeten we ook niet dat als Brussel onafhankelijk wordt, de pendelaars die in de regio’s slapen maar in Brussel werken, niet langer hun belastingen zullen betalen in hun slaapstede, maar in hun werkplaats. De Belirischeque van honderd miljoen of andere transfers naar de hoofdstad zouden meteen kunnen worden afgeschaft, want met de naar schatting vijf miljard bijkomende inkomsten zou Brussel zwemmen in het geld. Deze bijkomende inkomsten zijn natuurlijk gederfde inkomsten voor de regio’s.

Idee vier: de splitsing van het land moet er komen omdat het rijke Vlaanderen niet langer het arme Wallonië kan meezeulen als een blok aan het been. De splitsing gebeurt dus om economische redenen en niet om linguïstische. Immers, een splitsing op basis van één taal, één volk, is een vrij archaïsche maatschappijopvatting. Wel, laat ons economisch splitsen. De banaan gaande van Antwerpen over Leuven, Brussel, Louvain La Neuve en Arlon wordt de rijke regio. De perifere en arme gebieden vormen de tweede Staat bestaande uit Charleroi, Luik, grote delen van West-Vlaanderen (zes van de acht West-Vlaamse arrondissementen ontvangen transfers) en Limburg. Dit scenario toont duidelijk aan dat de eventuele splitsing tussen Vlaanderen en Wallonië niet gebaseerd is op economische gronden maar op het grootste onderscheid tussen Walen en Vlamingen, zijnde dat ze niet dezelfde taal spreken.

Wie op een rationele manier deze vier valse, maar krachtige ideeën overschrijdt, komt tot de conclusie dat Vlaanderen en Wallonië er alle belang bij hebben om samen te werken en daarbij Brussel te gebruiken als vlaggenschip. Als alle politiekers in Noord en Zuid van dit land hun verantwoordelijkheid opnemen, een goed economisch beleid voeren – waarbij het reglementaire kader erop is gericht om ondernemers te laten ondernemen, en de bevoegdheden worden toegekend aan het meest efficiënte niveau – dan worden wij daar allen beter van. Politici mogen niet langer demagogie en democratie met elkaar verwarren en moeten zich proberen te verheffen tot staatsmannen en -vrouwen om onze bevolking door deze moeilijke fase te loodsen. Het zou de kredietwaardigheid van ons land alleen maar ten goede komen.

De auteur is secretaris-generaal van het Vlaamse Departement Economie, Wetenschappen en Innovatie. Hij schrijft deze column in persoonlijke naam.

Reacties: blikvanaernaoudt@trends.be

Rudy Aernoudt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content