DE KONSUMENT-KIEZER

Elke dag gaan er in België 34 bedrijven op de fles ; een nieuw rekord. In 1995 zullen méér dan 7000 ondernemingen failliet gaan. Dat is 10 procent meer dan in ’94, drie procent meer dan in ’93. Horeca-zaken en aannemers vallen per dozijn maar ook gevestigde waarden. De ene gaat failliet, de andere beslist dat het water hem al te nauw aan de lippen staat. Boelwerf, Velda, Polyship, Val Saint Lambert, Euromotte,… En 1995 duurt nog enkele maanden.

Union Minière gaat niet op de fles. Maar er verdwijnt wel 30 procent van de jobs. Sidmar sluit niet maar het personeel kent wel ekonomische werkloosheid. Bij het ook al Gentse TMT, Belgiës grootste producent van metalen vaten, verdwijnen 60 jobs en bij Sarma moeten de werknemers, via loonderving, mee het bedrijf redden. GIB zal haar winkels nog wel bevoorraden ; maar diegenen die het doen, zullen straks tot 30 procent minder verdienen.

Het lijkt een onontwarbare paradoks. Terwijl de federale regering krampachtig vasthoudt aan de Maastricht-normen en de Vlaamse regering triomfalistisch meedeelt dat zij die nu al haalt, wordt de situatie “op het veld” met de dag dramatischer.

Terwijl Verplaetsen&Co de vrijage tussen Belgische frank en Duitse mark blijven bestendigen, slibben de Belgische exportmarkten dicht. En terwijl Dehaene&Co nog uitgaan van een ekonomische groei met 2,2 procent in 1996 ; raken de Belgische bedrijven alsmaar meer in ademnood. Volgens Petercam groeit die ekonomie in ’96 met een bescheiden 1,8 procent ; net iets minder dan 2 procent ; het niveau waarop ook de werkgelegenheid kan groeien. Gevolg : de bedrijven saneren, sluiten, danken af, delokalizeren. De konsument heeft geen vertrouwen meer in de toekomst, zijn toekomst, en krijgt 34 keer per dag het bewijs dat hij alle reden heeft om zijn geld in zijn portemonnee te houden.

Karel Vinck gaat nu bij Union Minière zijn suksesvolle Bekaert-koncept toegevoegde waarde, know-how en produktiviteit blijven in België, de rest gebeurt in lage-loonlanden proberen te herhalen. Het zal het bedrijf redden. Zo is te hopen. Elfhonderd van de 1850 overtollige werknemers zouden op brugpensioen kunnen. Als het even meezit en die pensioenleeftijd via een erkenning als bedrijf in herstrukturering onder de 52 kan zelfs meer. Het lijkt steeds meer op een tragikomedie : hoe meer bedrijven, noodzakelijkerwijze, saneren, hoe hoger de rekening van de staat wordt. Brugpensioenen worden betaald door de overheid, op straat afgedwongen afscheidspremies voor Boelwerf ook. Net als de sluitingspremies van KS.

Wie zijn ogen open doet, ziet het : in 1995 wordt een tijdperk afgesloten. Zowel politiek Willy Claes als ekonomisch. In the Golden Sixties leek het huwelijk tussen politiek en ekonomie uitermate harmonieus. Vandaag, in kwade dagen, lijkt de scheiding van tafel en bed onafwendbaar. Politiek en ekonomie gaan elk hun eigen weg. De konsument wordt het kind van de rekening.

Indien de Belgische ekonomie de volgende eeuw haalt dan zal het niet zijn dankzij maar ondanks de politieke leiders. Tenzij die eindelijk eens beseffen dat de schouderklopjes van bevriende staatshoofden minder belangrijk zijn dan de terechte vragen van zij die, ook op lange termijn, vandaag het meest van al zorgen voor hun konsumenten-kiezers : de ondernemingen.

R.H.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content