‘De kmo-ondernemer is moedeloos’

Daniëlle Vanwesenbeeck won vorig jaar de Womed Award, de prijs voor vrouwelijke ondernemer van het jaar. De welbespraakte CEO van het directmailingbedrijf Mastermail groeide uit tot voorvechtster van de Vlaamse kmo’s. Ze spaart de roe niet voor de regering-Di Rupo.

Het is een heel zwaar jaar geweest”, zegt Daniëlle Vanwesenbeeck (40). Haar bedrijf met vijftien werknemers is gevestigd in Wilsele bij Leuven. “Ik besef dat we maar een kleine kmo zijn, maar al te vaak zijn het de captains of industry die aan het woord komen als het over ondernemen gaat. Je hoort vrijwel nooit de versie van de kmo’s. Ik ben graag bezig met mijn bedrijf, maar die activiteiten zijn nu eenmaal maatschappelijk minder relevant.”

“Daarnaast wil ik wel een maatschappelijk relevante rol opeisen, zien hoe we het beter kunnen maken voor ondernemers. En daar is nog heel wat werk aan de winkel. Door die award zit ik vaak in die wandelgangen van dat ondernemerschap en je voelt daar echt de zwaarmoedigheid van de ondernemers.”

“De regering-Di Rupo is helemaal niet goed bezig voor de ondernemers. Af en toe komen er dingen naar boven waarvan je niet van weet tot wat het gaat leiden, dus kan je als ondernemer geen planning meer maken. Ik wou bijvoorbeeld bijbouwen, maar ik weet nog altijd niet of ik het wel doe omdat er te veel rechtsonzekerheid is. Stijgt de vennootschapsbelasting? Verdwijnt de notionele-intrestaftrek? Wat met het eenheidsstatuut arbeider-bediende?”

Hoe gaat het met de kmo-ondernemer?

DANIELLE VANWESENBEECK. “Die is moedeloos. Vooral de gelijkschakeling van het statuut arbeiders en bedienden is een zorg. Niemand weet hoe groot de impact zal zijn. Volgens een arrest van het Grondwettelijk Hof moet de ongelijkheid tegen 8 juli zijn weggewerkt. Als de kwestie niet op tijd opgelost wordt, durft niemand nog een arbeider te ontslaan. Als hij er een rechtszaak van maakt, weet je door die rechtsonzekerheid niet welke kant het uitgaat.

“Ik wacht zelf juli niet af om aan te werven. Maar als de mensen niet 100 procent voldoen, moeten ze vertrekken voor 8 juli. Ik voorspel dat er een uitzuivering van de arbeiders komt. Diegenen die niet voldoen, worden ontslagen voor die gelijkschakeling een feit is. Het verschil tussen iemand ontslaan voor of na 8 juli is enorm.

“Er zijn bedrijven die 95 procent van hun arbeiders aanwierven onder vast contract met onbepaalde duur. Door dat eenheidsstatuut ga je terug naar minder interessante contracten van bepaalde duur. Als een arbeider die 20 jaar bij jou werkt plots de voorwaarden krijgt van een bediende die 20 jaar voor je werkt, heeft hij een gouden kooi en geen motivatie om goed te presteren.

“Er is niet alleen onzekerheid door dat statuut. Zo moeten wij in onze sector plots veranderen van paritair comité. Dat wordt boven ons hoofd beslist en gaat gepaard met een loonkostenstijging van gemiddeld 13 tot 14 procent. Er is berekend dat dat 3000 euro extra per arbeider betekent. Stel dat je 100 arbeiders werkt geeft, kan dat het einde van je bedrijf zijn. Bovendien komen er nog besparingen, dat zie je aankomen. En dan moeten wij weer een stuk bijdragen. Dat hou je niet vol.”

En de loonlasten?

VANWESENBEECK. “Akkoord dat de overheid maar een bepaalde pot geld binnenkrijgt, maar ik zie ook een overheid met een veel te zwaar ambtenarenapparaat. En ze zou ook mogen kijken naar de mogelijkheden die ambtenaren hebben, bijvoorbeeld tijdskrediet. Ik wou onlangs een heel valabele kandidaat aanwerven, maar heb die verloren omdat die zulke extreem goede voorwaarden kreeg van de overheid. Dat is de wereld op zijn kop. Als ik zo iemand aanwerf, wordt die met privégeld betaald. Nu wordt die veel duurder betaald met overheidsgeld. De overheid moet goede mensen kunnen aanwerven, maar niet door voorwaarden te bieden die niet marktconform zijn.”

Het aantal faillissementen blijft intussen ontzettend hoog.

VANWESENBEECK. “Er is zelfs ongerustheid bij bedrijven waar het nog heel goed gaat. Daar reken ik mezelf bij. We hebben een goed jaar gehad, maar wat zal volgend jaar geven? Opnieuw die rechtsonzekerheid. Welke maatregelen neemt de regering nog?”

U was niet opgezet met vicepremier Johan Vande Lanotte die eind vorig jaar beenhard reageerde op de kritiek van ondernemers op de regering-Di Rupo. “Hun protest komt er omdat fiscale en sociale fraude nu echt wordt aangepakt. Hun comfortzone is weg”, zei die toen.

VANWESENBEECK. “Die uitspraak is bij heel veel mensen blijven hangen. Zo ontmoedigend. In onze overheid zitten gewoon te weinig ondernemers die het klappen van de zweep kennen. Hun methode van beslissingen nemen is ook compleet anders dan in een kmo of een groter bedrijf. Daar moet snel worden beslist zodat verder gewerkt kan worden aan de strategie, terwijl de politiek een heel trage mallemolen is. Ondernemers zijn vooral doeners. De kloof tussen die twee werelden is te diep. Daarom is het heel hard nodig dat ondernemers mee gaan besturen.”

Zijn de banken meegaand?

VANWESENBEECK. “Ik merk zelf dat ze kritischer werden. Vroeger kon je vrij vlot een investeringskrediet krijgen. Nu moet je heel gedetailleerde cijfers geven, en nóg maar eens een gesprek over strategie, terwijl mijn cijfers bepaald niet slecht zijn.”

Tot wat zal dit allemaal leiden?

VANWESENBEECK. “De trend dat bedrijven met hun productie wegtrekken uit België, zal doorzetten. Maar kmo’s, zoals mijn bedrijf, kunnen met hun activiteiten niet naar het buitenland. En dus zullen er nog meer failliet gaan, want die kunnen dit allemaal niet blijven trekken. Met als gevolg nog meer werkloosheid voor lager geschoolde mensen.”

Vindt u ergens gehoor?

VANWESENBEECK. “Neen, maar we zitten natuurlijk met een socialistische regering waarvan de prioriteit absoluut niet ligt bij de ondernemingen. Terwijl ze zou moeten beseffen dat de kmo’s de motor zijn van onze economie.”

We hebben gewoon de verkeerde regering?

VANWESENBEECK. “Een gevaarlijke uitspraak, maar de regering luistert alleszins niet genoeg naar de verzuchtingen van de ondernemers en ik denk inderdaad dat het niet slecht is dat ze een andere kleur zou krijgen (lacht).”

Stel dat u nu pas zou starten. Durft u het aan?

VANWESENBEECK. “Ik zou het zeker opnieuw doen. Het kan nog, als je de zaken goed aanpakt. Maar zelfs in een tv-programma als Topstarter blijkt dat heel weinig starters nog voldoende geïnformeerd zijn over wat ondernemen allemaal inhoudt. En ze moeten heel goed beseffen hoeveel het allemaal kost, want je moet heel veel afdragen aan de overheid.

“Mijn rol als vrouwelijke ondernemer van het jaar is nu uitgespeeld. Daarom wil ik een project opstarten, Go for Business, waarbij ik naar scholen en groepen van startende ondernemers ga om mijn verhaal te blijven brengen. Belangrijk daarin is dat je niet alleen de successen vertelt, maar ook de tegenslagen. Ondernemen is niet allemaal rozengeur en maneschijn. En het is de bedoeling dat andere ondernemers hun wagonnetje aan die trein hangen.”

U wil niet alleen een rolmodel voor vrouwen zijn?

VANWESENBEECK. “De basis is gemeenschappelijk. Hard werken en weten waar je prioriteiten liggen, ongeacht of je man of vrouw bent. Het verschil is dat het EQ bij vrouwen misschien toch net iets hoger ligt en dat hun peoplemanagement iets beter is. Het verschil zit ook in de balans werk-privé, omdat wij als vrouw nog altijd ook het huishouden runnen.

“Ik geloof wel dat in de pre-ondernemerschapsfase een vrouw minder zelfvertrouwen heeft om een bedrijf op te starten. Je moet ook steun van je omgeving hebben en daar heb je als vrouw een extra drempel. Velen zeggen ‘je hebt al een gezin en dan nog een zaak opstarten. Zou je dat wel doen?’ De aversie van die omgeving van een vrouw is veel groter dan bij een man.”

BERT LAUWERS, FOTOGRAFIE FILIP VAN LOOCK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content