De kafkaiaanse markt

Door juridisch getouwtrek rond de blauwe muurtelefoons wil Belgacom de toekomst van zijn afdeling Payphone veilig stellen. Liberalisering met een absurd trekje.

Bruno Caluwé (32 j.) is niet haatdragend. “Ik heb mijn klop nu wel gehad,” grijnst hij. Vorig jaar duikelde de omzet van zijn bvba, Distribution & Communication ( D-C), van 34 naar 14 miljoen frank en stond de firma voor 4 miljoen frank in het rood. “We hebben zwarte sneeuw gezien. Maar we zijn er opnieuw bovenop gekomen.”

D-C verkoopt en installeert de alom gekende blauwe muurtelefoons in België. Toen de zaak eind ’93 opstartte, was de jonge ex- Philips-medewerker ervan overtuigd hét gat in de markt gevonden te hebben. “Een verkoop van 1500 toestellen op een jaaromzet van 160 miljoen frank,” koesterde hij toen als ambitie (zie Trends, 8 augustus ’94). Maar die droom lag vrij snel aan diggelen.

Al in de lente van ’94 begon Belgacom stokken in de wielen te steken. De operator weigerde aan klanten van D-C de noodzakelijke 16 kilohertz-lijnen omdat zo redeneerde hij “de toestellen op het openbare domein staan en dus een inbreuk vormen op het monopolie van Belgacom”. D-C stapte prompt naar de rechter. Op 22 juli ’94 volgde het onverwachte verdict. Belgacom kreeg gelijk.

DOUCHE.

“Dit was een ijskoude douche,” geeft Bruno Caluwé toe. “Maar we besloten geen verdere juridische stappen meer te ondernemen.” De toestellen moesten dus uit de markt alleen wist blijkbaar niemand wie die klus concreet zou klaren. “De muurtelefoons waren verkocht aan de slager, krantenwinkel, kruidenier of caféhouder van om de hoek,” legt Caluwé uit. “Wij waren dus geen rechtstreeks betrokken partij meer.” En ook Belgacom noch het regelgevende BIPT leken bereid tot onmiddellijke actie.

De situatie kreeg een kafkaiaans tintje toen de stad Gent op 12 juli ’95 een brief naar diverse handelaren zond, waarin hun werd meegedeeld dat de telefoontoestellen “wederrechtelijk” waren geplaatst omdat ze “uitstaken boven de openbare weg”. Bruno Caluwé reageerde bij monde van zijn advocaat. “We wezen er de Gentse overheid op dat ze geen bouwvergunning mag weigeren op basis van een telecomwet ( nvdr. de wet van 21 maart ’91, die het monopolie van Belgacom regelt). We wachten nog steeds op een antwoord.”

Drie maanden later vernam D-C dan van klanten uit het Antwerpse dat Belgacom een lijst aan het opstellen was van de muurtoestellen die volgens haar illegaal waren geplaatst. “Toen we de telefoonmaatschappij vroegen om ons die lijst te bezorgen, kregen we ook hier nul op het rekwest,” zegt Bruno Caluwé. Maar vreemd genoeg ondervond D-C van Belgacom geen problemen meer om de gewenste lijnen te bekomen. Opnieuw verstreken verscheidene maanden, tot 10 mei jl., datum waarop het regelgevende BIPT in een aangetekende brief een 300-tal handelaars aanmaande om de illegale munttoestellen op korte termijn te verwijderen.

Johan Timmers, van de controledienst van het BIPT, geeft toe dat de actie werd ondernomen op basis van de bewuste Belgacom-lijst. Een merkwaardige interventie. “Belgacom is zowel rechter als partij,” is een veelgehoorde opmerking in dit dossier. Ook Bart Peetermans, zaakvoerder van de firma Telerent Center (uit Geel), is daar nauwelijks over te spreken. “Als mijn klanten hun munttelefoon nu 50 à 60 centimeter naar links, rechts of naar achteren verplaatsen, dan vallen ze wél binnen de normen. Hebben het BIPT of Belgacom in België dan werkelijk niets beters te doen ?” aldus Peetermans.

WAKKER.

Telerent Center installeert net zoals D-C muurtelefoons van het Diamond 210-type in België, maar doet dit wel in eigen beheer. “We verkopen niet, we exploiteren de toestellen en geven onze klanten een commissie,” zegt Peetermans. Hij bracht, naar eigen zeggen, al meer dan 1000 toestellen aan de man, draait 25 miljoen omzet en is winstgevend. “Wij overwegen wél nog juridische stappen,” aldus de zaakvoerder. “Ik vind het vreemd dat Belgacom ons tot nog toe heeft getolereerd en nú pas, wanneer ze zelf met nieuwe betaaltoestellen op de markt komt, actie onderneemt.”

De onverwachte vraag naar robuuste en publiek bereikbare telefooncellen zoals het type Diamond heeft Belgacom duidelijk wakker geschud. Eind vorig jaar stampte het bedrijf de autonome afdeling Payphone uit de grond. De dienst beheert vandaag meer dan 14.000 openbare telefooncellen, telt 370 werknemers en haalt een omzet van naar schatting 2,5 à 3 miljard frank (of dubbel zoveel als bijvoorbeeld de afdeling semafonie).

“We willen Payphone zo vlug mogelijk tot een rendabele entiteit uitbouwen,” zegt Guy Pirlot, directeur van de productdivisie bij Payphone. Wat geen eenvoudige opdracht zal zijn. Belgacom schreef recent twee offertes uit ter vervanging van de ongeveer 10.000 publieke telefooncellen : forse investeringen van 1,5 à 2 miljard, op twee jaar tijd. Tegelijk lanceerde de operator een nieuw type betaaltelefoon voor intern gebruik de Belgacom Blues waarmee het firma’s zoals D-C, Telerent Center of Phone Communications (dat in metro’s en stations installeert) wil counteren.

Precies op dit laatste marktsegment namelijk de betaaltelefoons bestemd voor privé-terrein, maar publiekelijk toegankelijk moet de strijd nog uitgevochten worden. “We schatten het potentieel hier op zo’n 60.000 toestellen,” rekent Guy Pirlot. Dit is een stuk meer dan de 8000 apparaten die Belgacom tot nog toe op privé-terrein aan de man wist te brengen. En het verklaart ook meteen waarom kapers op de kust zoals een D-C en Telerent Center zo’n pijnlijke doorn in het oog zijn van de telefoonoperator.

PDP

BRUNO CALUWE (DISTRIBUTION & COMMUNICATION) We hebben zwarte sneeuw gezien.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content