De Ilias van Cox

De ABB-galerij in Leuven toont het magnum opus van Jan Cox, de “Ilias van Homeros”, een reeks van 50 schilderijen over de gruwelen van de oorlog, de menselijke natuur, het onafwendbare lot.

7 oktober 1980. Jan Cox ontneemt zichzelf het leven. De donkere stemming uit zijn laatste schilderijen “De Dood van Socrates” en de reeks “De Martelgang” trekt hij tot de uiterste konsekwentie door : hij signeert met een geweerschot.

Wat hij in de oorlog van ’40-’45 had gezien, drukte zijn stempel op zijn leven en werk. Vernietiging in het wilde weg, geweld als vermaak, de absurde trots van de macht naast de meest wonderbare daden van medelijden, van onschuldige en spontane heldhaftigheid, van solidariteit. “Maar het gevoel dat er niets meer was om trots te zijn voor het mens-zijn domineerde alles,” schreef Cox in ’75, het jaar waarin hij zijn “Ilias van Homeros” vervaardigde, een monumentale reeks van 50 schilderijen, tematisch geïnspireerd op de oorlog van Troje, een uitlaatklep om de zelf beleefde gruwelen te verbeelden. “Het duurde dertig jaar voor ik iets van de wreedheid en de wanhoop die ik in de oorlog heb meegemaakt, visueel kon uitdrukken,” aldus Cox.

Geboren in 1919 in Den Haag, woonde Jan Cox vanaf 1936 in Antwerpen, studeerde er aan de Akademie, en behaalde in Gent een licentiaatsdiploma in kunstgeschiedenis en oudheidkunde. Hij was in ’45 medeoprichter van de Jeune Peinture Belge in Brussel, een groep jongeren die binnen de figuratieve richting naar vernieuwing zochten. Begin de jaren vijftig sloot Cox aan bij het spontane, experimentele schilderen van de Cobra-beweging. Reizen naar de Verenigde Staten brachten hem in kontakt met het Amerikaanse abstrakt expressionisme. In ’56 werd hij benoemd tot Head of the Painting Department aan het Museum of Fine Arts in Boston, wat hij zou blijven tot ’74. In dat jaar vestigde hij zich opnieuw in Antwerpen, waar hij van dan af samen met o.a. Fred Bervoets één van de vrienden/huiskunstenaars werd van de befaamde galerij De Zwarte Panter van Adriaan Raemdonck.

In zijn atelier aan de Grote Markt schildert hij in ’75-’76 zijn Ilias, zonder twijfel zijn magnum opus, met een rijk en dramatisch koloriet. Cox haalt uit het Griekse epos niet de persoonlijke tragiek van de antieke helden naar voor, hij onderzoekt vooral “hoe het mogelijk is dat na zovele eeuwen beschaving in de mens nog zoveel absurditeit aanwezig is, dat in hem de meest tedere momenten samengaan met perversiteit en blinde moordzucht,” zoals de catalogus van de tentoonstelling het verwoordt.

Jammer is wel dat de gangen van de ABB-galerij wat te benepen zijn om de intensiteit van Cox’ werk goed tot haar recht te laten komen.

RAF PAUWELS

Tot 16 maart in de ABB-Galerij aan de Diestsevest in Leuven. Van maandag tot vrijdag, van 9 tot 16 uur, zaterdag van 14 tot 17 uur. tel.(016)24.37.72.

De Wenende Paarden (Jan Cox, 1975)

Hector en Andromache (Jan Cox, 1975)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content