‘De groten houden ons in het vizier’

TiGenix heeft beroerde tijden achter de rug. De afscheidnemende CEO, Gil Beyen, is de reden waarom velen toch aan boord zijn gebleven bij het beursgenoteerde biotechbedrijf.

TiGenix maakte in 2010 een verlies van 15,7 miljoen euro. Een jaar eerder was dat nog 14 miljoen. Echt verrassend zijn die dieprode cijfers niet. Biotechbedrijven zijn, een uitzondering niet te na gelaten, chronisch verlieslatend. Ze leven en teren op de hoop op de grote doorbraak, de ontwikkeling en de lancering van een werkzaam product. Het in 2000 opgerichte TiGenix heeft dat huzarenstukje volbracht met ChondroCelect, een middel om kniekraakbeenletsels te herstellen.

In 2009 kwam de toelating om ChondroCelect op de Europese markt te lanceren. De droom van een even vlotte entree in de VS werd aan diggelen geslagen. TiGenix, dat ontstond op initiatief van de Leuvense professor reumatologie Frank Luyten, werd door de goedkeuringsautoriteit FDA verplicht een extra studie te doen en loopt daardoor allicht vijf jaar achterstand op. Die opdoffer, gekoppeld aan de forse cash burn en het uitblijven van de goedkeuring van de terugbetaling van ChondroCelect, bracht het bedrijf met zo’n 60 werknemers in financiële ademnood.

Tot een leegloop kwam het in die donkere dagen gelukkig niet. “Velen zijn ook in die moeilijke periode bij TiGenix gebleven omwille van Gil”, zegt een welingelichte bron. “Dank u”, reageert de bio-ingenieur op het compliment dat duidelijk deugd doet. De vader van drie werd in Brecht geboren en praat aarzelend en behoedzaam, maar blijft ook bij de zoveelste ontmoeting de vleesgeworden charme. Of hij ooit kwaad wordt? “Dat herinner ik me niet.”

De noodzakelijke kapitaalinjectie kwam er eind vorige maand, maar als onderdeel van de onverwachte fusie met de Spaanse sectorgenoot Cellerix. “Gil is erin geslaagd om als underdog met een heel goede partner in zee te gaan”, zegt een ingewijde. Maar aandeelhouders reageerden zuur op de forse verwatering. De fusie ging gepaard met de uitgifte van 44,8 miljoen nieuwe aandelen. Het goede nieuws van de goedkeuring van de terugbetaling van ChondroCelect in ons land raakte daardoor ondergesneeuwd. Tegelijk kondigde Beyen aan dat hij een stap opzij doet. De Spanjaard Eduardo Bravo, baas van Cellerix, wordt de nieuwe CEO. Een ideaal moment voor Beyen om de stand van zaken op te maken.

GIL BEYEN (TIGENIX). “Dat is te gemakkelijk. We zijn de eersten en enigen die een celtherapieproduct goedgekeurd hebben gekregen, zonder enige leidraad. Wij betalen een prijs voor onze pioniersrol. Toen we startten, was er geen pad voor celtherapie en nog geen wetgeving. We durfden niet te denken dat het zo lang zou duren. De Europese goedkeuring voor ChondroCelect duurde acht maanden langer dan gehoopt. En zeker in dit klimaat was het een enorme uitdaging om die volledige terugbetaling te krijgen. België staat bekend als notoir moeilijk om zo’n goedkeuring te krijgen. Voor andere landen is dit een belangrijk precedent.”

De rol van pionier lijkt inderdaad zwaar om te dragen. Innogenetics, een andere biotechvoorloper, ging ook door diepe dalen.

BEYEN. “Wij kijken naar andere voorbeelden, zoals de Amerikaanse biotechtoppers Amgen of Biogen. Dat zijn de eersten die zijn doorgegroeid tot succesvolle bedrijven met de nodige kritische massa. Zij deden dat in klassieke biotechnologie. De volgende golf is die van de celtherapie en het is daarop dat wij willen surfen. In 1998 zei Frank Luyten al let’s be the Amgen of regenerative medicine. Vergeet ook niet dat Amgen twintig jaar geleden ook maar één product had. Wij hebben er al twee. ChondroMimetic is een implantaat voor de behandeling van kraakbeenletsels dat bijna klaar is voor de Europese markt.”

De achterdocht is wel gebleven. Het aandeel stijgt niet door ondanks de deal met Cellerix.

BEYEN. “Inderdaad. Ik heb dat onderschat. Ik snap het ook wel. Maar wij zien intern wat wij verwezenlijkt hebben en welke kennis wij hebben en hoe geweldig de sector ontwikkelt. Alle goede biotechs zijn door zo’n fase gegaan. Het is geen rechtlijnig pad naar het doel.”

44,8 miljoen nieuwe aandelen bovenop 25 miljoen bestaande. Een indrukwekkende verwatering.

BEYEN. “Ik heb zeker alle empathie. Dat lijkt verschrikkelijk. (aarzelt) Maar beleggers krijgen er een enorm technologisch platform met klinische trials bij. Het is een kleiner stuk, maar van een grotere taart. We krijgen veel meer mogelijkheden om de doelstellingen van dat leiderschap in celtherapie waar te maken. Wij blijven producten ontwikkelen voor artrose, artritis en kraakbeenletsels. En we hebben twee producten die gaan bijdragen aan de financiering van verdere ontwikkelingen. Daardoor kunnen we het met minder externe cash doen. De aandeelhouders wisten trouwens van bij het begin dat we wilden doorgroeien naar die leiderschapspositie. Ik wil niets goedpraten, maar dat is part of the game. Biotech is niet zonder risico.”

Begrijpt u dat het bedrijf nog altijd wordt bekeken als een one trick poney?

BEYEN. “Het is minstens two trick.(grijnst) ChondroCelect heeft lang als enige in de kijker gestaan. Dat concept van één product is ook onze sterkte geweest. Het is net omdat we zo gefocust waren, dat we het hebben gehaald. Maar het is duidelijk dat nu de verbreding moet gebeuren.”

Hebt u te veel verwacht van de beurs?

BEYEN. “Ik kijk nog altijd positief naar de beurs. Achteraf bekeken was dat de juiste keuze. Het zorgt voor visibiliteit, wat helaas niet altijd positief werkt. Maar het gaf ons ook de middelen om groter te durven denken. Bovendien hou je het scenario van een overname open. Als je nagaat welke grote farmabedrijven met regeneratieve geneeskunde en celtherapie bezig zijn, kan ik me voorstellen dat die ons bekijken. Iedereen is erin geïnteresseerd.”

Heeft de optie van een verkoop al op tafel gelegen?

BEYEN. “Die ligt altijd op tafel zodra je een venture capitalist aan boord hebt. Van in het begin, in 2000, wordt al gesproken over een exitstrategie. Wij hebben altijd gezegd dat we goed gefocust waarde moeten creëren, en dan zien we wel. (aarzelt) We weten dat de farma-industrie en de orthopedische industrie dit zien als een volgende golf. Het is duidelijk dat wij als bedrijf, en ook onze sector in het algemeen, in het vizier staan van die groten. Er zijn heel veel contacten, maar meer over partnering en mogelijke deals. Zo begint dat. Je leert elkaar kennen.”

De koers piekte in 2007 meteen op 6,8 euro. Dat niveau werd nooit meer gehaald.

BEYEN. “Nog niet. Neem Crucell, een Nederlands biotechbedrijf dat wordt overgenomen door Johnson & Johnson. Dat werd voor 1,75 miljard euro verkocht, tegen bijna 25 euro per aandeel. Op zeker moment stonden ze op 1,3 euro. Oké, ze slagen niet allemaal. We hopen dat iedereen zich bewust is van het hogere risico, maar er zijn mogelijkheden. Wij staan op 1,3 en hebben veel potentieel te bieden.”

Bent u achteraf bekeken niet te zelfverzekerd geweest?

BEYEN. “Neen. Ik denk soms dat we wat trotser, wat krachtiger hadden mogen zijn. Wat me stoort, is dat zo’n verhaal niet genoeg langs de positieve kant wordt bekeken. De trots van het lokale, het Belgische, ontbreekt. We moeten als Belgisch of Europees bedrijf groter durven te denken. Er zijn twee goedgekeurde celtherapieproducten. Dat van ons, en een van het Amerikaanse Dendreon. De ontwikkeling daarvan heeft meer dan 1 miljard dollar gekost. Dat van ons 80 miljoen euro.”

Had u op meer steun gehoopt?

BEYEN. “Wat we hier algemeen wat missen, zijn sterke financiële partijen die ook in moeilijke tijden kunnen komen bijtanken. Waar wij ook de prijs voor betaalden, is dat onze twee grootste aandeelhouders banken waren. ING, dat nu nog de grootste aandeelhouder is, en Fortis. Met de bankencrisis waren die aan handen en voeten gebonden. Dat heeft ons parten gespeeld.”

Hebt u getwijfeld of TiGenix het hoofd boven water zou houden?

BEYEN. “Neen. Ik had beloofd aan mijn mensen dat ik het zou zeggen als ik zelf het gevoel had dat het niet meer zou lukken. En ik heb dat niet moeten zeggen.”

Maar de vragen hier intern of TiGenix het zou redden, kwamen er dus wel?

BEYEN. “Ja, na het Amerika-verhaal en de berichten dat we het mes op de keel hadden staan, kregen de mensen schrik.”

Treedt u bewust uit het voetlicht omdat TiGenix te veel wordt vereenzelvigd met Gil Beyen?

BEYEN. “Ik kan me niet inbeelden dat een en dezelfde persoon in alle fases van een bedrijf de beste is. De goedkeuring voor terugbetaling in België zal de dominosteentjes doen vallen in andere landen. Het wordt nu een echt commercieel bedrijf. Het is dus goed om iemand als Eduardo met veel meer commerciële ervaring in de kijker te zetten. Het vergt ook meer een klassieke manier van managen. Die tak-tak-takstijl is niet de mijne. Mijn stijl is meer een van bouwen. In mijn nieuwe rol kan ik veel steun geven. Ik kan me weer concentreren op de verdere uitbouw en de contacten onderhouden met chirurgen, investeerders en terugbetalers.”

U doet niet die stap opzij omdat u het gevoel hebt dat u voor een stuk gefaald hebt?

BEYEN. “Ik ga niet zeggen dat het allemaal even succesvol… (herneemt) Het had allemaal anders kunnen lopen, maar toen we in 1998 begonnen, was dat het begin van een totaal nieuw veld. Soms geeft het de perceptie dat ik niet voldoende snel schakel, maar als je het parcours bekijkt, zie je dat ik heel wat moeilijke beslissingen heb genomen op het juiste moment. Ik weet niet hoe dat overkomt voor iemand die op 5 euro heeft geïnvesteerd, maar vergeet niet dat de bankencrisis ertussen is gekomen en de gezondheidszorgcrisis.

“We hebben hoe dan ook een referentie gezet die zeker de geschiedenisboeken haalt. Ik kijk met trots terug op het parcours, hoewel niet alle doelstellingen werden behaald. Het gaat niet over fouten in ondernemerschap. Je zit met een levend celproduct. We hebben ontzettend veel gerealiseerd in die nieuwe sector. Het is niet opzij stappen uit ontgoocheling.”

U hebt vorige herfst een gezondheidsprobleem gehad, met een operatie tot gevolg. Heeft dat meegespeeld om die stap opzij te doen?

BEYEN. “Dat kan ergens wel meegespeeld hebben. Het was in ieder geval schrikken. Alles is goed gelopen en ik ben bijna weer de oude. Alleen heb ik nog wat last van mijn rechteroog. Dat zal nog wat tijd nodig hebben en misschien dat het me wat zal storen in mijn hobby’s, windsurfen en zeilen. Er zijn ergere dingen. Maar misschien is het goed om nu niet in de schijnwerpers te staan.”

BERT LAUWERS, FOTOGRAFIE JONAS HAMERS / IG

“Wat me stoort is dat zo’n verhaal niet genoeg langs de positieve kant wordt bekeken”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content