De grootste schat die we hebben

Het is nu ook wetenschappelijk bewezen: geld maakt niet gelukkig. Maar wat dan wel? De academische wereld zoekt het voor u uit.

In tegenstelling tot dokters en psychiaters, spitsen de wetenschappers die het geluk bestuderen zich niet louter toe op depressies en de donkere kanten van het geestelijk leven. Ze kijken naar het volledige spectrum van het gemoed, van lichte tevredenheid tot uitbundige vreugde. Wat het potentieel sombere jaar 2002 betreft, hebben ze alvast goed nieuws: de wereld is er blijer op geworden en dat zal waarschijnlijk nog een tijdje zo zijn. Wanneer u bovendien in een van de meer ontwikkelde landen woont en moeite hebt om in moeilijke tijden nog meer geld bij elkaar te scheppen, dan concentreert u zich misschien op het verkeerde ingrediënt van geluk.

De universiteit van Michigan peilt al sinds 1981 naar de veranderende meningen en geluksniveaus van mensen in meer dan zestig samenlevingen die samen driekwart van de wereldbevolking vertegenwoordigen. In die World Values Survey komt één opmerkelijk principe naar boven: een stijging van de welvaart per hoofd van de bevolking maakt een groter verschil voor het welbehagen in armere landen, maar heeft een relatief kleine weerslag op degenen die het relatief beter hebben. Dat betekent dat, naarmate de armere landen hun welvaart zien groeien, ze zich kunnen voorbereiden op een snelle klim op de geluksladder. Dat is goed nieuws voor de voormalige communistische landen, die erg gedeprimeerd zijn, zelfs voor hun niveau van welvaart. Moldavië heeft het wereldrecord van de miserie in handen. Amper 32% van de bevolking zegt er gelukkig te zijn. Rusland en Wit-Rusland liggen niet ver voorop. India en Polen zijn dan weer duidelijk klimmers met stip.

Strop van de werkloosheid

Wat geldt voor de rijkere landen in hun geheel, is ook waar voor de individuen die erin leven. In de westerse landen bestaat er geen duidelijke correlatie tussen inkomen en geluk. Zelfs miljonairs zijn er maar net iets gelukkiger dan het gemiddelde. De sleutel tot het geluk moet dus elders liggen, en studies op lange termijn geven ons daarover een aanwijzing. Die tonen aan dat de mens zich merkwaardig goed aanpast aan goede en slechte omstandigheden. Wie de lotto wint, is gelukkiger dan het gemiddelde, maar slechts gedurende een paar jaar na de winst. Het huwelijk en kinderen maken mensen gelukkig, maar alleen voor een soortgelijke periode. In het geval van loonsverhoging en promotie gaat het effect nog sneller verloren.

Aan de andere kant van de medaille luidt tegenslag lang niet altijd de doodsklok over het geluk. Zelfs mensen die door een ongeval gehandicapt worden, herwinnen hun gevoel van welzijn. Alleen langdurige werkeloosheid schijnt een nefaste invloed te hebben op het geluksniveau.

Wat is er dan belangrijk? We weten dat individueel geluk geen sterk verband houdt met rijkdom, leeftijd, geslacht, ras of opvoeding. De conclusies van Ed Diener van de universiteit van Illinois zijn duidelijk informeel. Hij vernoemt goede vrienden en onze betrokkenheid bij activiteiten waar we pret aan beleven als belangrijke sleutels tot het geluk. Ze mogen dan informeel zijn, maar wellicht is er wel iets van. Omdat de studies uitwijzen dat een voortdurend toenemende rijkdom niet leidt tot een voortdurend toenemend geluk, zullen meer en meer mensen zich wenden tot postmaterialistische waarden als samenleving, betrokkenheid en zelfexpressie.

Alun Anderson

De auteur is hoofdredacteur van New Scientist.

[2002]

Tegenslag maakt mensen niet per se ongelukkig, werkloosheid wél.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content