De grimmige aftocht

In augustus 2009 zei generaal Stanley McChrystal, de Amerikaanse opperbevelhebber van de NAVO in Afghanistan, dat de internationale troepenmacht ernstig risico loopt om te falen. Hij schatte dat hij een jaar had om het tij te keren of dat hij anders de Amerikaanse steun dreigde te verliezen. Als dat zo is, zullen de VS en hun Europese bondgenoten in Afghanistan in 2010 naar manieren zoeken om zich terug te trekken, al zullen ze wel hun steun betuigen aan de inspanningen van generaal McChrystal.

De meeste Afghanen lijken nog altijd achter hun inspanningen te staan om de plek te stabiliseren, maar dat vormt nauwelijks een substituut voor een doeltreffende anti-oproerstrategie of een goed functionerende staat. Bij gebrek aan beide zijn de taliban erin geslaagd om een groot deel van het zuiden en oosten te heroveren en daar belastingen te heffen en recht te spreken.

Om een betere strategie uit te bouwen heeft generaal McChrystal een grote verandering bevolen in de wijze waarop de buitenlandse troepen zich gedragen en ze meer respect te laten opbrengen voor de lokale bevolking en zijn gewoonten. Die wijziging leidt waarschijnlijk tot een stijging van het aantal westerse slachtoffers. Hij heeft ook 60.000 extra manschappen gevraagd als aanvulling van de bestaande 100.000. Maar nu de publieke opinie in het Westen zich tegen de oorlog keert, zijn de regeringen onwillig om een van die beide alternatieven te aanvaarden. In de aanloop naar 2010 was het nog onduidelijk of Obama ermee zou instemmen om meer Amerikaanse troepen uit te sturen.

In een vlaag van wanhoop zouden de Europeanen liever plannen bespreken om de taliban te re-integreren of vrede met hen te sluiten. De meeste Afghanen en buitenlanders zijn het erover eens dat dit vroeg of laat hoe dan ook moet gebeuren. Er zal op dat vlak weinig vooruitgang geboekt worden. Evenmin zal er weinig overeenstemming zijn over de wijze waarop dat moet gebeuren. De Amerikanen willen de lagere militanten voor zich winnen, de VN en sommige Europese regeringen stellen vredesonderhandelingen op topniveau voor.

De Afghaanse staat versterken, is nog moeilijker. Vooral na de desastreuze presidentsverkiezingen van 2009 die gemanipuleerd werden in het voordeel van president Hamid Karzai en tot nadeel van zijn nauwste rivaal, Abdoellah Abdoellah. De verontwaardiging die daarop volgde, heeft zowel in de ogen van de Afghanen als van de buitenlanders de internationale inspanning in diskrediet gebracht. Het zal ook Afghanistans belangrijkste etnische scheidingslijn versterken tussen de Pashtun, de groep van Karzai, en de machtige Tadjiekse minderheid die grotendeels voor Abdoellah koos.

DE AUTEUR IS CORRESPONDENT VAN THE ECONOMIST VOOR ZUID-AZIË.

James Astill

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content