‘De gouden tijd is definitief voorbij’

Roel Nieuwdorp en Carl Bevernage voorspellen dat de internationale advocatenkantoren afgeslankt blijven opereren in de topniche. Sociaal secretariaten en de Big Four-accountants nemen het doordeweekse juridische werk over. De rest van de markt blijft over voor de klassieke zakenadvocaat.

Roel Nieuwdorp en Carl Bevernage zijn twee éminences grises van de Vlaamse zakenadvocatuur. Ze bouwden mee De Bandt Van Hecke Lagae & Loesch uit tot het grootste advocatenkantoor in Brussel. Toen dat opging in het Londense Linklaters, stapten ze samen met Wilfred Goris over naar het van oorsprong Nederlandse Loyens & Loeff. Na hun verplichte pensionering, startten de drie hun kantoor NBGO op, dat in 2010 fuseerde met dat van de ambitieuze jonge turken van Ambos. Het kantoor telt 35 advocaten, die zich toeleggen op ondernemingsrecht.

Terwijl universiteitsstudenten in 1968-1969 op de barricades klommen, haalde u beiden in de VS een rechtendiploma. Wat bezielde u?

CARL BEVERNAGE. “Ik liet me inspireren door mensen als Roger Blanpain, vader en zoon Eyskens, die al een Amerikaans diploma hadden. Het was de juridische introductie in de American way of life. Door een massale investeringsboom uit de VS was er in de jaren zestig vraag naar Belgische juristen die zich konden inleven in het denkpatroon van de Amerikanen. Wij kregen vragen die voor ons op het eerste gezicht bizar leken, zoals over eventuele beperkingen om kapitaal te repatriëren, of waarom een slecht functionerende werknemer niet zomaar ontslagen kon worden. Ook de positie van de vakbonden in België was voor de Amerikanen een soort van communistische infiltratie. Dat veranderde toen ze hoorden dat in Vlaanderen een positief investeringsklimaat bestond en de subsidies, de relatief lagere lonen en de hoge productiviteit een en ander compenseerden. Dat verhaal is nu wel voorbij.”

ROEL NIEUWDORP. “We moesten in het Engels antwoorden, het liefst zonder lange uitwijdingen over doctrine, zoals advocaten dat toen pleegden te doen. Hoe werkte de Belgische zakenadvocaat tot diep in de jaren zestig? Meestal was hij een briljante jurist, die ruim de tijd nam om complexe vennootschapsdossiers te behandelen. Die adviezen waren altijd correct, maar dikwijls volledig onbruikbaar door het hoge enerzijds-anderzijds-gehalte. Zo’n adviseur schakelde dan voor deelaspecten buiten zijn vakdomein confraters ad hoc in. Hun advies werd dan ingepast als dat hem overtuigde. In Amerikaanse kantoren zaten specialisten fiscaliteit, vennootschaps- en arbeidsrecht samen om de tafel om zo tot een gebald advies te komen waarmee de klant op korte termijn iets kon aanvangen. Dat juridische instantadvies is zoals instantkoffie. De kwaliteit is wat minder complex, maar je kan hem wel onmiddellijk drinken.”

BEVERNAGE. “Er werkten toen drie grote kantoren in Brussel: Frank Boas, Baker & McKenzie en Cleary Gottlieb. Jean-Pierre De Bandt en Charles Dilley verlieten Boas en startten een eigen kantoor met een lening à fonds perdu. Jonge advocaten als Roel, die van Cleary kwam, en ikzelf begonnen er tegen een bescheiden vergoeding, maar met het uitzicht om vennoot te worden. Dat was ook een rariteit in die tijd, want vennoten hadden niet de gewoonte klare afspraken te maken, noch waren zij bereid hun aandeel in de winst tijdelijk te laten verwateren.”

Hoe reageerde het Franstalige ULB-bastion van de zakenadvocatuur op dat jonge Vlaamse geweld?

BEVERNAGE. “Eerst onverschillig. Er was ook geen reden om zich zorgen te maken. Klassieke kantoren als Van Ryn & Van Ommeslaghe en Janson Baugniet teerden toen op de overheersend Franstalige zakenwereld rond holdings als de Société Génerale. Enkele flamands de service waren voldoende om hun francofone imago tegenover Vlaamse bedrijven te omfloersen.”

NIEUWDORP. “Ze gingen compleet voorbij aan de nieuwe realiteit: buitenlandse investeerders die standaard internationale praktijken toepasten in overleg met hun advocaat. Een gemiddelde Belgische ondernemingsadvocaat wist tot in de jaren zeventig amper hoe hij een PV moest schrijven van de raad van beheer. Mergers & Acquisitions? Letter of intent? Due diligence? Tot in de jaren tachtig was het onbekend terrein voor de klassieke advocaten. Kantoren als dat van ons hadden dus vrij spel.”

BEVERNAGE. “Ondertussen kwam er een tweede beweging op gang: Vlaamse ondernemers evolueerden van patron van een kmo tot CEO van een multinational. Ook zij kwamen terecht bij kantoren als het onze. Ondertussen brokkelden Franstalige bastions in ons land af, eerst de Generale en later GBL. Hetzelfde gebeurde trouwens in de politiek. Na enkele jaren domineerden de Vlaamse advocaten in het juridische landschap.”

BEVERNAGE. “Het was een kantelmoment. Die cover van Trends schudde de advocatuur wakker. Hij kostte mij bijna mijn kop als kandidaat-stafhouder. Volgens sommige critici wilde ik die functie vooral om de weg helemaal vrij te kunnen maken voor de grote, geïntegreerde zakenkantoren.”

In de jaren negentig waren er veel fusies in de advocatuur en ging Loeff, Claeys, Verbeke op in Allen & Overy, en De Bandt, Vanhecke, Lagae in Linklaters. U besliste niet mee te gaan. Geloofde u niet in de levensvatbaarheid van multi-nationale advocatenfirma’s?

NIEUWDORP. “Toch wel. Dat waren prachtige advocatenkantoren, en bovendien erg rendabel. Maar ik dacht toen al dat die rendabiliteit niet combineerbaar was met die van een groot, geïntegreerd Belgische advocatenkantoor. Weinig Vlaamse ondernemers zijn bereid een uurtarief van 400 tot 500 euro te betalen voor een advocaat. Ooit deden ze dat, maar de gouden tijd van de Brusselse advocatuur is definitief voorbij.

“Nochtans is zo’n hoog ereloon wereldwijd economisch een noodzaak. Enkel zo kan het kantoor een internationale structuur en alle bijbehorende topmedewerkers betalen. De Belgische erelonen zijn ongeveer de helft van die in Londen. Dat moest bij de Brusselse zetel van die kantoren dus leiden tot het afvloeien van advocaten in minder rendabele niches of met Belgische klanten die lokale tarieven eisen.”

BEVERNAGE. “De jonge advocaten staan onder druk. Ik ben bestuurder van een ziekenhuis. Ik merk dat de meest briljante geneesheren ook willen investeren in de beste, dus de duurste, jonge collega’s. Mindere goden zien dat als een bedreiging. Hetzelfde gebeurt bij advocatenkantoren. De meeste topjuristen en advocaten met grote klanten willen dat er geïnvesteerd wordt in personeel, om het kantoor een toekomst te geven. Maar de middenmoot houdt zich vast aan de bestaande structuur, die desnoods moet inkrimpen om voldoende financiële basis te geven.

“Medewerkers kunnen dan veel moeilijker doorstromen tot het niveau van equity partners. Zij die het niet maken, leven in een gouden kooi, want ze zijn veel beter betaald dan andere advocaten. Nogal wat medewerkers van die kantoren richten met collega’s een nationaal kantoor op. Dat werkt tegen nationale tarieven aan ‘nationale’ dossiers, met weliswaar ook een internationale dimensie. Maar ze doen hetzelfde werk als vroeger.”

Waarom aanvaarden die advocaten minder te verdienen voor hetzelfde werk?

NIEUWDORP. “Ze staan op hun autonomie als advocaat van de lokale ondernemer. We zien briljante juristen ook wegvluchten uit de ratrace van de advocatuur. Gepokt en gemazeld in de internationale rechtspraktijk doen ze als bedrijfsjurist exact hetzelfde werk als advocaten. Grote bedrijven zullen trouwens almaar minder juridisch werk uitbesteden, omdat ze deze mensen in huis hebben.

“Toen Carl en ik startten, was de Angelsaksische rechtspraktijk nog een vreemde eend in de bijt. Maar vandaag kan elke ondernemingsadvocaat een due diligence, confidentiality clauses of reps and warranties aan. Juridisch advies wordt stilaan een commodity. In dat geval primeert de prijs.”

BEVERNAGE. “Omdat veel onderdelen van het arbeidsrecht triviaal zijn geworden, nemen de sociaal secretariaten het doordeweekse werk van de advocaten over. Net zoals de Big Four-accoutants dat doen voor het ondernemings- en fiscaal recht. De advocaat zal in het bedrijfsleven enkel nog de complexe zaken mogen behandelen. Juridisch bandwerk door een advocaat is niet meer van deze tijd.”

NIEUWDORP. “Die situatie leidt tot twee soorten advies. Het eenmalige advies, waarbij een bedrijf zijn keuze baseert op een zuivere vergelijking tussen de kantoren. Of de uitbouw van een klassieke vertrouwensrelatie, waarbij een advocaat zijn klant en de sector door en door kent en dus beter advies kan geven tegen een redelijke prijs. Vergis je trouwens niet, het juridische kluwen wordt steeds complexer. Op elk probleem dat ‘s morgens op de radio komt, reageert de politiek ‘s namiddags met de aankondiging van een wetsontwerp. Er is dus nood aan juridisch advies om de toenemende reglementering in kaart te brengen.

“Complexe of delicate dossiers zullen dus doorvloeien naar advocaten, het liefst van een lokaal kantoor met normale tarieven. Wereldwijde, complexe transacties vinden hun weg naar de multinationale kantoren. Er is voor hen dus zeker een markt, maar die krimpt, omdat het internationale bedrijfsleven veeleer werk maakt van de consolidatie dan van een expansie.

U staat al decennia met beide voeten in het Vlaamse bedrijfsleven. Hoe voelt u de crisis aan?

BEVERNAGE. “Ik lees Trends, dus ben ik optimistisch. Als ik zie hoeveel ondernemende mensen toch starten of blijven investeren in een bedrijf, blijf ik hoopvol. De aanpak van de crisis is een kwestie van mentaliteit. Ik kom uit de streek van Kortrijk. Daar was er ooit geen werkloosheid, onder meer door de aanwezigheid van een sterke textiel- en vlas-nijverheid. Die laatste is volledig verdwenen, maar Kortrijk kent ook nu bijna een full employment. Toen Moeskroen nog West-Vlaams was, kende het geen werkloosheid. Sinds de overgang naar Wallonië bedraagt de werkloosheid 13 procent, ondanks de vele subsidies. Het verschil: de West-Vlaamse mentaliteit om te blijven wroeten in de grond tot er iets vruchtbaars uitkomt.”

HANS BROCKMANS, FOTOGRAFIE THOMAS SWEERTVAEGHER

“Juridisch bandwerk door een advocaat is niet meer van deze tijd” Carl Bevernage

“Op elk probleem dat ‘s morgens op de radio komt, reageert de politiek ‘s namiddags met de aankondiging van een wetsontwerp. Er is dus nood aan juridisch advies om de toenemende reglementering in kaart te brengen” Roel Nieuwdorp

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content