De godfather kapt ermee

“Het was mijn droom om als autonoom milieubedrijf te kunnen blijven voortbestaan,” mijmert Yves Debruyne, de godfather van de Belgische afvalbusiness. Maar het heeft niet mogen zijn: in oktober verdwijnt de naam Watco definitief uit het Belgische straatbeeld.

“In het belang van onze mensen heb ik me bij de beslissing van onze hoofdaandeelhouder neergelegd,” zegt Yves Debruyne (59), gedelegeerd bestuurder van afvalverwerker Watco, wanneer hij ons naar de bedrijfsuitgang begeleidt. “Zo is de toekomst van de onderneming verzekerd. Natuurlijk doet het pijn je eigen kind te moeten afstaan. Maar op lange termijn zullen alleen enkele grote spelers in de nutssector overleven. Nu al zie je hoe energiemultinationals als RWE, Eon en Essent belangrijke posities op de milieumarkt innemen. Investeringen in afvalinfrastructuur vergen immers een sterke kapitaalbasis. Daarom heb ik al mijn energie gestopt in de vlotte integratie van Watco in Sita.”

De godfather van onze nationale afvalbusiness gaf eerder deze week de fakkel door aan Paul Dejonckheere (44). In juni 2001 nam de Franse afvalreus Sita, een dochter van Suez, Watco integraal over van de Fabricom Groep. Die is via haar moedermaatschappij Tractebel eveneens een kleindochter van de Franse nutsholding (zie organigram).

Albert Rolin, de voormalige topman van de Fabricom Groep, had tot aan zijn pensioen gestreden voor een onafhankelijk afvalbedrijf onder Belgische vlag. Debruyne is iets minder ontgoocheld, maar ook hij verwijst naar Sita in termen van ‘zij’. Bij de nieuwe generatie van zijn opvolger Paul Dejonckheere heerst daarentegen al het ‘wij’-gevoel.

Verloren strijd

Op dertien jaar tijd stampte de Fabricom Groep een Europese milieureus met 11.700 medewerkers en een geconsolideerde omzet van 1266,8 miljoen euro uit de grond, opgesplitst in twee groepen: Watco (Benelux, Duitsland) en EDS (rest van de wereld). Samen met Albert Rolin en Philippe Bodson, de ontslagen topman van Tractebel, vochten Yves Debruyne en Pierre Catlin (toplui van respectievelijk Watco en EDS) voor het behoud van hun bedrijven binnen Suez.

Maar net als bijna alle andere dochters van de Generale Maatschappij van België moest de Fabricom Groep de duimen leggen voor het Franse imperialisme. Na de mislukte raid van de Italiaanse bedrijvendokter Carlo De Benedetti eind de jaren tachtig, palmde Suez geleidelijk lavieille dame in. Toen de nutsgroep met concurrent Lyonnaise des Eaux fuseerde, kwamen alle aandelen van Watco in 1998 in Franse handen. Bodson brak nog een lans voor een fusie van Tractebel , Electrabel en Distrigas, maar de baron beet een jaar later ook in het zand. Wel kon zijn opvolger Jean-Pierre Hansen verkrijgen dat Suez zijn energiebelangen in Tractebel integreerde. Maar de milieuactiviteiten van de Fabricom Groep (Watco en EDS) verdwenen in juni 2001 integraal naar Sita.

In totaal betaalde Suez zo’n 1,6 miljard euro aan Tractebel voor de afval- en telecomdivisies. Met dat geld kocht de NV Fabricom (een onderdeel van de Fabricom Groep) vorig jaar onder andere voor 330 miljoen euro zijn Nederlandse concurrent GTI over. Deze nieuwe combinatie, gespecialiseerd in het ontwerp, de bouw en het onderhoud van elektromechanische installaties in de Benelux, realiseert met 19.500 medewerkers een geconsolideerde omzet van 2,3 miljard euro.

Even nog leek het of Debruyne de Belgische autonomie kon bewaren. Samen met Catlin kreeg de gedelegeerd bestuurder van Watco een zetel in het directiecomité van Sita, waar hij verantwoordelijk was voor de Benelux én Duitsland. Na de alliantie met concurrent Kluge uit Duisburg droomde de Brusselaar in Trends van 12 oktober 2000 nog hardop van een onafhankelijke milieugroep binnen Suez, met hoofdzetel tussen Antwerpen en Breda. Die optie stak echter het vuur aan de lont en versnelde de volledige consolidatie van Watco en EDS in Sita. Debruyne gaf de strijd op en vroeg een nieuwe uitdaging binnen Suez.

Eind vorig jaar schakelde Sita een headhunter in voor een opvolger. De keuze viel op Paul Dejonckheere. Deze vijftalige burgerlijk ingenieur, afkomstig uit Bergen maar met Vlaamse roots, nam afgelopen maandag, 15 april 2002, definitief de fakkel over. Hij krijgt er zelfs een extra bevoegdheid bij. Naast de Benelux en Duitsland is de voormalige business unit manager plastic converting van BP nu ook verantwoordelijk voor de activiteiten van de Franse afvalgroep in Centraal-Europa.

Debruyne: “Vandaag is mijn opdracht volbracht en keer ik terug naar mijn roots. Ik word adviseur bij Elektriciteit Gas International(EGI), een dochter van Tractebel. Ook wil ik wat meer tijd gaan besteden aan gezin en hobby’s – twee prioriteiten die het voorbije decennium wat in de schaduw bleven.”

Nieuwe structuur

Tijd voor een nieuwe generatie, een nieuwe cultuur. In oktober 2002 verdwijnt de groene kangoeroe van Watco definitief uit het straatbeeld, en komen alle activiteiten onder één groepsnaam: Sita.

Door het vertrek van belangrijke Belgische pionnen (zie kader: Volksverhuizing aan Watco-top) maakt de optie van een structureel samenwerkingsverband met het semi-overheidsbedrijf Indaver veel minder kans. Er bestaat een nauwe band tussen Watco en deze dochter van de Vlaamse Milieuholding (VMH). Beide groepen zetelen samen in de gemengde afvalintercommunales Ivago (Gent), Ivio (Izegem) en recentelijk ook Vera(Verwerking met Energierecuperatie van het Restafval van de Provincie Antwerpen). Maar de slaagkansen voor dit ultieme streefmodel van Debruyne en Marc Devoghele (directeur Overheid bij Sita België) zijn tot nul herleid, nu het oorspronkelijk Belgisch milieubedrijf definitief vanuit Parijs geleid wordt.

Ondertussen stelde Suez voor Sita een nieuwe matrixstructuur op. Jérôme Tolot, ex-topman van het Franse bouwconcern Vinci, volgt Jacques Pétry op als voorzitter van de afvalpoot van de Franse nutsholding. Die heeft een totaal personeelsbestand van 70.000 werknemers en een geconsolideerde omzet van 5,3 miljard euro, onderverdeeld in business units en dertig landen.

Binnen het algemeen directiecomité van Sita neemt Dejonckheere de taken van Debruyne over (Benelux, Duitsland en Aankopen) plus Centraal-Europa: samen goed voor 13.000 medewerkers en een omzet van circa 1,75 miljard euro of een derde van Sita. Drie regiomanagers rapporteren nu rechtstreeks aan Dejonckheere. Algemeen directeur van Sita in België is Philippe Decaluwé, de voormalige baas van Sonneville. In Nederland, waar de activiteiten van Watco en BFI werden samengevoegd, neemt Adriaan Visser deze honneurs waar. Voor Duitsland treedt volgende maand een nieuwe topman in dienst: Fett Kötter (ex- Babcock Borsig). Het aandeel van de drie voornoemde landen in de geconsolideerde omzet van Sita bedraagt telkens zo’n 500 miljoen euro.

Blijven investeren in de Benelux

Watco-Sita groeide de jongste tijd sterk, ook in Vlaanderen. Dejonckheere: “Sinds begin 2002 draait het Milieupark in Gent op volle toeren – een investering van 25 miljoen euro. Zo verwerkt de Woodstok (investering van 8,75 miljoen euro) maandelijks ongeveer 10.000 ton houtafval tot grondstof voor de spaanderindustrie. De totale capaciteit bedraagt 200.000 ton per jaar. Deze maand wordt de aluminiumrecyclageplant van Delarec (capaciteit van 25.000 ton) opgestart. Kostprijs: 15 miljoen euro. In Doornik is er een crackinstallatie van 10.000 ton die van lichte oliefractie diesel maakt, een samenwerking met Olea met een waarde van 10 miljoen euro.”

Maar die projecten dateren nog uit de Fabricom-periode van Watco. Met klem weerlegt Dejonckheere dat de Fransen nu de geldkraan dichtdraaien. “Wij blijven verder investeren in de Benelux. Zo maakte het directiecomité van Sita vorige maand 165 miljoen euro vrij voor een nieuwe wervelbedcentrale op de site van Indaver in Beveren.” Deze vierde oven met een capaciteit van 450.000 ton is een gemeenschappelijk initiatief met de dochter van de Vlaamse Milieuholding. De installatie zal zowel slib als het restafval van de geplande scheidings- en vergistingsinstallaties in Vlaanderen verwerken. “Oorspronkelijk hadden we ons Milieupark in Gent als locatie gekozen, maar in 1999 weigerde Vlaams minister van Leefmilieu Vera Dua (Agalev) de nodige vergunningen. Dat probleem is nu opgelost. Begin volgende maand starten de werken.”

Daarnaast steekt Sita deze maand de eerste spade in de grond voor de bouw van een wervelbedoven van 200.000 ton in Rosendaal (Nederland). Dat project vergt een investering van 100 miljoen euro. Dejonckheere: “Ook hopen we tegen de zomer van dit jaar groen licht te krijgen voor de verbouwing van een oude energiecentrale in Rotterdam tot een bewerkingsinstallatie van secundaire brandstoffen. De totale kostprijs van het project – een samenwerking met het Nederlandse energiebedrijf Eon – beloopt 100 miljoen euro. Ten slotte plannen we extra verwerkingsinstallaties in Wallonië en Duitsland.”

Al die investeringen passen volgens de afscheidnemende topman van Watco mooi in het nieuwe afvalbeleid van Vera Dua, die consequent de zogenaamde ladder van Lansink toepast: eerst preventie, dan hergebruik of recyclage, vervolgens verbranding met energierecuperatie en als allerlaatste uitweg storten. Debruyne: “De klassieke ovens, zoals ons oude project voor Drogenbos, staan echter haaks op dit concept. Daarom schakelt Sita nu ook over op de alternatieve scheidings- en vergistingsinstallaties conform de evolutie in Nederland en Duitsland.”

Niets dan lof voor Dua? Wat de godfather van het Belgisch afval even vergeet te vertellen, is dat Vlabraver (een samenwerkingsverband tussen Watco, Indaver, de provincie Vlaams-Brabant en de intercommunales Haviland en Interleuven) een schadeclaim van 12,5 miljoen euro tegen de Vlaamse overheid handhaaft. Vlabraver claimt dat het Drogenbos-project is afgeschoten omdat de Europese richtlijn over het milieueffectenrapport verkeerd werd omgezet in de afvalwetgeving. Watco had al die problemen kunnen vermijden door van in het begin voor een alternatieve verwerking te kiezen. Beter laat dan nooit.

Eric Pompen [{ssquf}], epompen@trends.be

De verdeling van de omzet van Sita per activiteit en per land.

Watco België in cijfers.

Sita in de wereld.

“Natuurlijk doet het pijn je eigen kind te moeten afstaan.”

(Yves Debruyne, Watco)

“Alleen de grote spelers in de nutssector zullen overleven.”

(Yves Debruyne, Watco)

“Vandaag is mijn opdracht volbracht en keer ik terug naar mijn roots.”

(Yves Debruyne, Watco)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content