De gemeenschap betaalt wel

Calimero’s wassen hun handen in onschuld en klagen anderen aan. Luc Huyse waarschuwt voor de opmars van de klaagkuikencultuur.

Als Volkswagen een probleem met de remmen ontdekt bij een automodel, roept de onderneming die auto’s gewoon terug en maakt ze in orde. Op eigen kosten. Als Coca-Cola een voorraad moet vernietigen omdat er een gezondheidsprobleem zou kunnen optreden, organiseert het bedrijf een gigantische operatie. Op eigen kosten. Als vetsmelters of veevoederfabrikanten knoeien met hun grondstoffen of de samenstelling ervan niet controleren, morren zij zelf, maar ook de boeren, de voedingsbedrijven en de winkeliers. Ze sturen de rekening door naar de regering, naar de gemeenschap. Kris Peeters, voorzitter van de middenstandsorganisatie NCMV, slaat geen mea culpa, maar eist luidkeels dat de overheid moet compenseren, betalen, controleren. Over de responsabilisering, eigen verantwoordelijkheid, eigen kwaliteitszorg in voedselketens en bezorgdheid om de gezondheid van de klant, zwijgt hij. Deze houding noemt Luc Huyse een typische Calimero-reactie. De hoogleraar sociologie aan de KU Leuven verduidelijkt zijn stelling in zijn nieuwe boek De opmars van de Calimero’s – Over verantwoordelijkheid in de politiek.

Klaagkuiken

Zijn beeldspraak ontleent Huyse deze keer aan het kleine zwarte kuiken uit de gelijknamige tekenfilmserie. Calimero wijst er steevast op dat hij zwak is en de anderen sterk. Het is een klaagkuiken met als kinderlijk refrein: “Zij zijn groot en ik ben klein. En dat is niet eerlijk.” Wie zichzelf evenwel altijd als zwak voorstelt, wurmt zich in een ideale positie om de verantwoordelijkheid af te schuiven. Hij wast de handen in onschuld en klaagt over de boze buitenwereld.

Huyse merkt op dat dit klaaglied ook als alibi, mistgordijn en zelfs als wapen gehanteerd kan worden: “Wie het goed aan boord legt, kan de verantwoordelijkheid afwentelen op het noodlot, op ondergeschikten, op een zondebok. Calimero’s gedijen goed in de excuuscultuur. Er zijn ook de bewindslieden die tegen beter weten in het licht van de zon blijven loochenen. Hun aansprakelijkheid staat vast, daar bestaat in hun omgeving geen twijfel over. Toch klagen zij over het onrecht dat hen wordt aangedaan. Wat zij doen, komt neer op ontwijking en ontduiking van verantwoordelijkheid.”

Bij zijn kijk op het merkwaardige verloop van de dioxinecrisis, stelt Huyse de vraag: “Misschien verdient Kris Peeters wel de titel van Calimero van het jaar?” Nadat hij dit voorbeeld had toegelicht in een paar interviews, konden Peeters en het NCMV de aanval niet langer negeren. Ze verdenken er Huyse van dat hij het voorbeeld uitkoos om te kunnen scoren in de media. Waardoor zijn boek plots veel aandacht kreeg. Daarom roepen ze Huyse uit tot “boekverkoper van het jaar”.

Kris Peeters riposteerde dat zeker 99% van de geviseerde kmo’s geen schuld treft. Volgens hem komen zij juist in de problemen omdat de overheid steken heeft laten vallen; de controlediensten van de overheid functioneren immers niet. Bovendien schatte de overheid de dioxinecrisis aanvankelijk verkeerd in, waardoor het probleem zulke groteske afmetingen kon aannemen.

Wegwerppolitici.

Door de bitsige botsing tussen Luc Huyse en Kris Peeters dreigt het boek vernauwd te worden tot een zoveelste dioxinedebat. Deze crisis en de reacties erop vormen ook een heldere illustratie van het mechanisme dat Huyse aankaart. Toch mogen illustratie en betoog niet worden verward. Delicate en pregnante illustraties heeft Huyse overigens bij de vleet. Denk maar aan de ontsnapping van Marc Dutroux en de dood van Sémira Adamu. Elk van deze drama’s injecteerde adrenaline in de discussie over verantwoordelijkheid in de politiek. Het ontslag van vijf ministers in nauwelijks één jaar deed de discussie niet luwen.

Het negeren van verantwoordelijkheid gedijde goed in de Belgische excuuscultuur, in het jarenlange zwijgen in de politiek over rekenschap, schuld en boete. Geen enkele politicus haalde het in zijn hoofd om op te stappen, al zat hij tot over zijn oren in de schandaalsfeer. De jongste tijd lijkt het tij evenwel gekeerd. De bevolking werd assertiever, de pers ontzuilde en de politici kwamen plots in de wind te staan. Huyse waarschuwt nu zelfs voor een democratie die haar bemanning keer op keer wegwerpt. Verantwoordelijkheid moet worden opgenomen, maar je moet dan wel weten of het om politieke, morele of strafrechtelijke verantwoordelijkheid gaat. Bovendien kan je een politicus niet de woestijn insturen als hij alleen maar geconfronteerd wordt met pech of machten waar hij geen vat op heeft.

Oncontroleerbare instellingen als multinationals, de Europese Commissie, het IMF en zelfs machtige organisaties als Greenpeace moeten ook ter verantwoording geroepen kunnen worden. Uiteraard gaat Huyse ook de verantwoordelijkheid van de media niet uit de weg. Hij wakkert het debat aan met analyses, voorbeelden en argumenten, maar zonder conclusies.

Luc Huyse, De opmars van de Calimero’s – Over verantwoordelijkheid in de politiek. Van Halewyck, 132 blz., 398 fr.

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content