De geldmachine van de Boerenbond

Aveve, marktleider in toelevering in de land- en tuinbouw en de commerciële poot van de Boerenbond, blijft groeien in een krimpende landbouwmarkt. Met bovendien mooie winstcijfers. Maar die komen niet van de boeren.

Half mei, het is drukkend warm aan de nieuwe Aveve-winkel in Wilsele, bij Leuven. Consumenten in zomeroutfit kuieren tussen de planten, bloemen en zaden in de grootste van 200 Aveve-winkels.

De winkelketen van Aveve is misschien wel het belangrijkste merkteken dat Hendrik Soete achterlaat. Deze zomer verlaat de CEO de commerciële dochter van de landbouwlobby Boerenbond. Zestien jaar stond Soete er aan het hoofd. Na een loopbaan bij onder meer de Amerikaanse multinationals Procter & Gamble en Borden International, startte Soete in oktober 1999 bij Aveve. Vanaf april 2000 werd hij adjunct-directeur-generaal, in 2005 CEO. De resultaten van de discrete topman mogen gezien worden. Hij kwam aan het roer van een onderneming die van 1997 tot 2001 continu met verlies draaide. Soete trok de situatie recht, en verwende de Boerenbond met een continue dividendenstroom, op 2009 na. Met dat dividend van de commerciële dochter worden de lobbyactiviteiten gespijsd. Aveve financiert de politieke tamtam van de landbouworganisatie.

“Het merkbeleid is het voorbije decennium heel duidelijk aangescherpt”, maakt de afscheidnemende topman de balans. “Dat leerde ik bij mijn Amerikaanse werkgevers. De spontane merkbekendheid van Aveve is nu 95 procent. Vroeger leefde het merk te weinig. Onze werknemers beseften te weinig hoe sterk dat merk wel was. Ruim twee derde van de winkels werd de voorbije vijf jaar vernieuwd. De markt van tuincentra groeit amper. Dankzij onze formule en aanpak groeien wij wél, en winnen we marktaandeel. In het winkelsegment gebruiken we onze professionele kennis van de agrarische markt. En wat we aan de consument verkopen, levert doorgaans meer winst op dan wat we aan de professionele sector verkopen.”

Aveve Retail is de naam van die winkelketen, al steekt ze niet in een afzonderlijke vennootschap. Het is een netwerk van 50 eigen winkels en een samenwerking met 200 franchisenemers. De synergie is evident: het kernassortiment wordt niet alleen rechtstreeks aan de boeren, maar ook aan de particuliere consument verkocht, zoals dierenvoeding, tuinzaden, plantenvoeding of bloem.

Terechte klaagzang

Die grotere winstgevendheid is van levensbelang voor de commerciële dochter van de Boerenbond. Want de Belgische landbouwers – vooraan melkveehouders en varkenskwekers – blijven klagen. En dat lijkt merkwaardig voor wie de balansen bekijkt van Aveve. Menig bedrijf zou meer dan tevreden zijn met de zeer solide cijfers van de Belgische marktleider in de toelevering aan land- en tuinbouw. “Toch hebben de Belgische landbouwers het vandaag effectief heel moeilijk”, nuanceert Hendrik Soete. “Ruim de helft van onze winst halen we uit onze winkelketen voor de particulieren en onze exportactiviteiten. De sector van de hobbyvoeding, wat we aan de particulier verkopen, is in zijn geheel rendabeler. We kunnen ons daarin meer differentiëren. We hebben een bepaalde positionering, een betere verpakking. De professionele markt staat veel meer onder druk. Er is veel meer concurrentie. Veevoeding bijvoorbeeld is een heel versnipperde markt. Aveve levert 1,6 miljoen ton veevoeder, en is daarmee de marktleider met 20 procent. Het nummer twee heeft 7 procent. En daaronder volgen nog heel veel leveranciers.”

In een krimpende professionele markt zag Aveve zijn omzet aandikken van 671 miljoen euro in 2005 naar 1,33 miljard euro vorig jaar. En dat vooral in eigen land, want Aveve is slechts beperkt actief in het buitenland, en dan nog hoofdzakelijk in de grensregio’s. “Het grootste deel van de omzetgroei is het gevolg van overnames van andere toeleveraars aan de landbouw”, zegt Hendrik Soete. “Het aantal landbouwbedrijven daalde het voorbije decennium met zowat een derde. Het landbouwareaal slinkt veel minder, want het gemiddelde landbouwbedrijf wordt groter. Het aantal landbouwbedrijven van meer dan 30 hectare is met ruim een derde gestegen. Onze organische groei komt vooral van de consumentenafdeling, onze winkelketen.”

Groei is er ook in de export, de tweede activiteit die meer winsten oplevert. “In het buitenland verkopen we bijna uitsluitend speciale producten, zoals additieven en concentraten, geen gewone dierenvoeding in bulk. Die speciale producten verkopen we uiteraard ook in België. We exporteren onze kennis.” Dochter Hortiplan bijvoorbeeld ontwikkelde een kweeksysteem voor de serreteelt van onder meer bladgroenten. Die systemen worden geïnstalleerd tot in Australië, Rusland en de Verenigde Staten. “Het is uitsluitend engineering. Als het moeilijk wordt, maken wij het. En dan kunnen we er ook iets voor vragen. Maar het gaat om vier tot vijf installaties per jaar.”

Wirwar van bedrijven

De 65-jarige Hendrik Soete geeft deze zomer de fakkel door aan Eric Lauwers, de voormalige directeur van AB InBev België, Frankrijk, Luxemburg en Nederland. “Mijn opvolger mag het aantal filialen verminderen en de structuur consolideren. We hebben te veel vennootschappen. Administratief is dat een hele klus.”

Aveve is een wirwar van 79 filialen. Dat is mee een gevolg van het overnamebeleid, waarbij de voormalige eigenaar vaak aan het roer bleef en een minderheidsbelang in het bedrijf behield. Maar de vele merknamen zeggen een niet-professionele buitenstaander weinig, al zijn het vaak bedrijven met tientallen miljoenen euro’s omzet. Voorbeelden zijn Voeders Dirk (veevoeder), Brichart en Lebrun (marktleiders in granen in Wallonië), Spoormans (toeleveraar aan braadkippenkwekers), Lannoo-Martens (marktleider in paardenvoeder), Dumoulin (veevoeder). “Ze werken vaak in nichemarkten. Je moet die niet noodzakelijk laten opgaan in een groter geheel”, vindt Hendrik Soete. “Ondernemerschap en korte beslissingslijnen zijn veel belangrijker. We nemen altijd winstgevende bedrijven over, vaak familiale ondernemingen. Die eigenaars hebben hun kunnen bewezen.”

Heeft Soete zelf zijn kunnen bewezen? De balanscijfers spreken in zijn voordeel. “Ik startte in 1999 met de opdracht ‘Zie dat het bedrijf goed werkt’. Ik zou Aveve in betere omstandigheden achterlaten dan ik het gekregen heb. Dat zei ik toen, ook al kon ik niet weten dat ik er zeventien jaar zou blijven. We zijn in alles marktleider, behalve in landbouwmachines. In bijna alle sectoren, op varkensvoeder na, groeit ons marktaandeel. Dat is de verdienste van mijn team. Want wie ben ik? Onze mensen hebben het gedaan.”

Wolfgang Riepl, fotografie Emy Elleboog

Aveve financiert de politieke tamtam van de Boerenbond.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content