De geldkist van Super Club

Momenteel worden voor de Hasseltse raadkamer de debatten gevoerd over Super Club, de videoketen van Maurits De Prins die begin de jaren negentig roemloos ten onder ging. Minder bekend is dat een obscure Antwerpse spaarkas, Luc Thibaut & Co Financiers, voor Super Club een onuitputtelijke geldkist vormde: uiteindelijk verloren duizenden kleine spaarders miljarden frank.

Glorie en veel poen. Dat was het beeld dat de Antwerpse spaarkas Luc Thibaut & Co Financiers zag opdoemen toen het in de jaren ’80 in contact kwam met de – inmiddels teloorgegane – videoketen Super Club. De oprichter van Super Club, Maurits De Prins, was in die tijd een graag geziene gast in bepaalde Antwerpse financiële kringen, en dus hoopte Frans Thibaut – topman van de spaarkas – dat hij misschien wel eens zou kunnen zakendoen met de toenmalige videokeizer. Thibaut: “De Prins overdonderde mij met zijn vrienden op hoog niveau: Leo Delcroix, toentertijd secretaris-generaal van de CVP, Eddy Wauters, voorzitter van de – toenmalige – Kredietbank, gewezen premier Paul Van den Boeynants (PSC) en Philips-topmensen.”

In 1986 zou Super Club inderdaad voor het eerst kapitalisatiebons kopen bij Luc Thibaut & Co Financiers. Nog in datzelfde jaar zou de videoketen er ook goederen leasen. En vanaf 1987 begon Thibaut op grote schaal te lenen aan de bedrijven van De Prins en Jan Maes, het financiële brein van Super Club. Super Club kocht voor 518,8 miljoen frank kapitalisatiebons van Thibaut; Lavithas, het Mechelse facilitaire televisiebedrijf van Jan Maes, kocht er voor 74,6 miljoen frank.

De geldstroom ging echter vooral de andere richting uit. In totaal ging er van Thibaut via leningen en leasingoperaties 5364 miljoen frank naar de groep Maes-De Prins. Daarvan was 1667 miljoen frank persoonlijk gewaarborgd door Jan Maes en zijn vennoot Marc De Schutter (die onlangs werd aangehouden op verdenking van moord). Naar de groep Lavithas vloeide in totaal 2120 miljoen, naar Pyramid Invest, de privé-holding van De Prins, 558 miljoen frank; en De Prins kreeg persoonlijk 213 miljoen frank. Thibaut rekende superhoge rentevoeten aan: plus 20%, tot zelfs 60% voor leasingoperaties. Zo moest de groep rond Lavithas 1029 miljoen frank aan lasten betalen op een krediet van 2120 miljoen frank.

Om de geldhonger van Maes en De Prins te kunnen stillen, deed Thibaut steeds vaker een beroep op vele duizenden kleine spaarders, bij wie hij met mooie voorstellen geld ophaalde. Het grootste deel van die leningen was op gang gekomen na 10 augustus 1991, een maand nadat Super Club – dat inmiddels naar Zwitserland was verhuisd – een verlies van 14,7 miljard frank aankondigde. Toen de betalingen aan Thibaut door de groep Maes-De Prins in mei 1992 stopten, stonden er van de ontleende 5364 miljoen frank nog 3037 miljoen frank onbetaald open.

SAMENZWERING?

Op 10 augustus 1991 werden ook in de boeken van Lavithas, via een lopende rekening op naam van Frans Thibaut, 10% aan zogenaamd zwarte commissies ingeschreven. “Frans Thibaut eiste 10% op die kredieten,” zeggen Jan Maes en Marc De Schutter. Maar aan die uitspraak twijfelt het gerecht. Waren de commissies misschien een truc? In juli 1992 stapte het duo Maes-De Schutter in ieder geval naar de Antwerpse onderzoeksrechter Isa Van Hoeylandt met een klacht wegens onder meer woekerpraktijken, oplichting en zwarte commissies. Frans Thibaut spreekt van een samenzwering door de groep De Prins-Maes, gesteund door Antwerpse financiële kringen, om hem te liquideren.

Het faillissement van Lavithas op 28 september 1992 betekende het einde van Luc Thibaut & Co Financiers, dat op 26 oktober 1992 in vereffening werd gesteld. De door Economische Zaken aangestelde vereffenaar, revisor Paul Rappe, en zijn advocaat Jean-Pierre Serulus, konden intussen 70% van de spaargelden recupereren. Of er nog meer te verdelen valt, hangt af van het resultaat van de vele procedures die nog lopen tegen de groep De Prins. Maar die claimt onvermogendheid.

WVD

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content