‘De fiscus gaat niet te ver’

De strijd tegen de fiscale fraude opdrijven is een van de klassieke recepten om meer inkomsten voor de overheid te genereren. Wij vroegen Stijn Van Hove, adviseur-generaal van de Gentse Bijzondere Belastinginspectie (BBI), of er nog veel sap uit die citroen kan worden geperst. Hij spreekt uit eigen naam.

Uw voorganger Karel Anthonissen zei in Knack dat justitie tekortschiet in de vervolging van fiscale fraude. Bent u het daarmee eens?

STIJN VAN HOVE. “Wij werken goed samen met het fiscale parket van Oost- en West-Vlaanderen. Die samenwerking, binnen de wettelijke limieten, heeft al geregeld tot mooie resultaten in grote fraudedossiers geleid. Ik heb ook tien jaar voor de BBI in Brussel gewerkt. Daar stelt het parket andere prioriteiten, zoals de bestrijding van terrorisme. Daardoor heerst er soms een gevoel van straffeloosheid voor fiscale fraude in Brussel. De parketten hebben ook een andere visie op fiscale fraude. De woonplaats van de fraudeur bepaalt voor een stuk de kans op vervolging. Dat heeft hoofdzakelijk te maken met een gebrek aan middelen.”

Wat kan de wetgever verbeteren aan de werking van justitie?

VAN HOVE. “Investeren in meer personeel en digitalisering kan een geweldig rendement opleveren. De rechtbanken vragen vaak nog alles op papier. Als je een dossier wilt inkijken, moet je beginnen te kopiëren. Daar is nog veel winst te halen.

“De fiscale ambtenaren mogen nu slechts in bepaalde omstandigheden samenwerken met de fiscale magistraten van het parket. Ze mogen niet meewerken aan huiszoekingen of analyses doen voor het parket. In de jaren tachtig gebeurde dat wel frequent, en met succes. We kunnen nu enkel nog feiten melden, maar geen expertise meer leveren, terwijl die welkom zou zijn bij het parket. Je zou zo voor een deel het personeelstekort bij justitie kunnen opvangen. De sociale inspectie, de RSZ, werkt wel nog altijd onder leiding van het parket mee aan de vervolging van sociale fraude.”

Fiscale advocaten klagen nu al over de harde aanpak door belastingcontroleurs en inspecteurs.

VAN HOVE. “Geen enkele fiscale advocaat zal pleiten voor meer onderzoeksbevoegdheden voor de fiscale administratie. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt. In onze dossiers gaat het vaak over vele miljoenen en over agressieve fiscale constructies. Ik denk niet dat u zou zeggen dat we te hard optreden als ik u enkele van onze dossiers zou beschrijven. Ik erken dat ons onderzoek voor de belastingplichtige intimiderend kan overkomen. We moeten het evenwicht vinden tussen de rechten van de belastingplichtige en die van de samenleving. De jurisprudentie van de laatste jaren bewijst dat de fiscale administratie niet te ver gaat.

“Belastingplichtigen moeten in principe meewerken aan een onderzoek van de belastinginspectie. Wij vinden bij visitaties bij bedrijven soms lijstjes met tips van grote bekende belastingkantoren, om het onderzoek zo veel mogelijk tegen te werken. Dat gaat van de weigering om bewijsstukken voor te leggen of vragen te beantwoorden tot fysieke obstructie. Eigenaardig genoeg kunnen we daar slechts beperkt tegen optreden. We kunnen een boete opleggen van 50 tot 1250 euro. Dat is een lachertje voor grote fraudeurs.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content