De filosofie van Apple in West-Vlaanderen

“In plaats van patenten aan te vragen, blijven we onze concurrenten liever voor”, zegt Paul Pattyn van Pattyn Packing Lines. Want ook met kartonnen dozen en plastic zakken kun je vernieuwend zijn.

Een felblauwe loods met daarnaast een laag kantoorgebouw op een Brugs industrieterrein: niets doet vermoeden dat dit de thuisbasis is van een absolute wereldspeler die de groeicijfers aaneenrijgt. Op dat ene zinnetje na misschien dat zaakvoerder Paul Pattyn van Pattyn Packing Lines in de conversatie loodst als hij doorheen de burelen stapt: “Het bedrijf beslaat al 15.000 vierkante meter, maar eigenlijk willen we nog uitbreiden.”

Nochtans doet de naam van het bedrijf misschien niet meteen een belletje rinkelen. Dat komt omdat de familie Pattyn — ook Pauls zoon Stan en dochter Lynn maken deel uit van het management — zich toelegt op een nichemarkt waarvan het eindproduct niet tot bij de consument geraakt. Pattyn Packing Lines is gespecialiseerd in ‘case lining‘: de productie van verpakkingsmachines die kartonnen dozen bekleden met een plastic zak om ze vervolgens te vullen met alle mogelijke producten. Van brood tot diepgevroren vis, van noten tot palmolie en van vet tot tabak. De plastic zak moet de producten beschermen tegen kartonstof of moet de opslag van (semi-)vloeibare producten mogelijk maken. Het zijn machines waarmee Cargill, Vandemoortele en Unilever hun producten in bulk verpakken.

Het gaat heel hard voor het West-Vlaamse familiebedrijf. De omzet steeg in 2012 tot 25,5 miljoen euro, bijna een verdubbeling tegenover het jaar daarvoor. En de winst is sinds 2010 bijna verviervoudigd, tot 1,1 miljoen euro. “Door de forse omzetgroei stijgt ook onze winstmarge. Onze onderneming heeft een zware kop: we hebben een vast aantal mensen nodig om de boel draaiende te houden, ongeacht het aantal machines dat we verkopen. Maar intussen hebben we daarin een goed evenwicht bereikt. We moeten niet in dezelfde mate dat we groeien extra mensen in dienst nemen”, zegt Pattyn.

Palmolie en tabak

Waar realiseert Pattyn Packing Lines zo’n grote groei? Alvast niet in West-Europa, dat 40 procent van de omzet vertegenwoordigt. “We zijn al blij als we eens een nieuwe lijn kunnen installeren in een straal van 600 kilometer rond onze kerktoren”, lacht Pattyn. Azië is een immense groeipool. Palmolie is er big business. Het is een basisgrondstof die terug te vinden is in margarine, aardappelchips, sauzen of koekjes, maar ook in zeep en detergenten. De palmolie vloeit er doorheen de West-Vlaamse machines om vervolgens in kartonnen dozen zijn weg te vinden naar de uithoeken van de wereld.

En ook in de Verenigde Staten hebben de West-Vlamingen een stevige voet aan de grond. “Door de oprichting in 2010 van een Amerikaanse poot, Pattyn North America LTD, is ons verkoopapparaat er veel beter georganiseerd. En eigenlijk hebben we over de hele wereld ons netwerk van lokale agenten verstevigd. Dat werpt vruchten af”, zegt Pattyn. Het helpt ook dat er wereldwijd slechts twee concurrenten zijn (het Amerikaanse OK International en het Nederlandse Niverplast) en dat de Amerikanen de rol moeten lossen. “Ze hebben al veel van hun pluimen verloren. Zij teren al vele jaren op dezelfde machines, terwijl wij al drie modellen verder zitten.”

Ferrari versus Ford

Het is Pattyns stokpaardje: de concurrenten voorblijven door altijd weer te innoveren. In de Brugse gebouwen besteden zes mensen ruim 60 procent van hun tijd aan het ontwikkelen van nieuwe ideeën, technieken en machines. “Dat is natuurlijk een grote investering, waarvan het nog eens vijf jaar duurt vooraleer ze rendeert. Maar het is de enige manier om onze concurrenten voor te blijven”, zegt Pattyn. Zou het dan niet makkelijker zijn om patenten te nemen op de nieuwe machines? “Dat is onbegonnen werk. We zijn actief in tachtig landen. Het is onmogelijk om dat op te volgen. We moeten er gewoon voor zorgen dat we een nieuwe machine hebben tegen het moment dat ze erin geslaagd zijn onze oude te kopiëren.” Het is een innovatiedrang die doet denken aan de technologiegigant Apple, maar dan in een West-Vlaamse verpakking.

En verpakkingsmachines mogen dan wel minder sexy zijn dan een iPod of een iPad, aan innovatiemogelijkheden is er geen gebrek. “Een deel van ons machinepark kan nog sterk worden vereenvoudigd, maar net dat is een gigantische uitdaging. Het is zoals met auto’s. Sommige mensen willen een Ferrari, anderen hebben liever een Ford waaraan ze zelf nog kunnen sleutelen.” Het is een noodzaak door de sterke groei in Azië, waar de operatoren laag tot zelfs helemaal niet geschoold zijn en waar elke dag wel iemand anders de machine bedient. En daarmee kan het bedrijf ook meteen het lagere marktsegment bedienen, waar tot voor kort de Amerikaanse concurrent sterk stond. “Traditioneel staan we sterk bij de grote klanten die precies weten wat ze willen. Maar met een minder complex gamma versterken we onze positie in het lagere segment. Er zijn genoeg klanten die geen nood hebben aan een machine die op de hoogste snelheid draait of waarvoor het niet uitmaakt op welk besturingssysteem de machine draait. Zolang er maar nootjes of rozijnen in een zak en een doos belanden”, zegt Pattyn.

Pietluttigheden

Pattyn Packing Lines is een West-Vlaams familiebedrijf waarvoor de wereld zijn dorp is geworden. Terwijl de Amerikaanse poot op volle toeren draait, worden machines moeiteloos verscheept naar Indonesië en Maleisië of Argentinië en Brazilië. Dan lijkt de stap snel gedaan om ook de productie te verplaatsen naar een land waar de lonen een minder grote hap uit het budget nemen. Niet bij Pattyn Packing Lines. De assemblage van de machines gebeurt in Brugge en ook de onderdelen zijn meestal van Belgische makelij. “Alleen de onderdelen die heel arbeidsintensief zijn en waarvan we er veel nodig hebben, komen uit Oost-Europa”, zegt Pattyn. “Ik geloof niet in het concept waarbij de innovatie in België blijft, maar de productie naar een lagelonenland verhuist. Daarvoor is de wisselwerking tussen ingenieurs en monteurs veel te belangrijk. De ingenieurs moeten de machines aan het werk zien en ze moeten overleggen met de mensen die ze assembleren. Vaak gaat het over pietluttigheden, maar aan het einde van de rit zijn die wel belangrijk”, zegt Pattyn.

Niet dat er de komende jaren helemaal niets zal veranderen aan het productieproces. “Het is heel goed mogelijk dat we over vijf jaar in België aparte modules samenstellen die we vervolgens naar Azië of Zuid-Amerika verschepen om daar de volledige machine te assembleren. Daarmee zouden we ook besparen op importkosten, omdat er nog genoeg toegevoegde waarde zit in de producten die we dan uitvoeren”, zegt Pattyn.

Overnames

Actief in een investeringsmarkt en een grote poot die het moet hebben van groeilanden: er zijn wel risico’s aan verbonden. “We zijn kwetsbaar”, geeft Pattyn toe. Het rampjaar 2009 ligt vers in het geheugen en de technische werkloosheid van toen — voor het eerst in de geschiedenis van het bedrijf — ligt nog zwaar op de maag. Daarom laat Pattyn geen mogelijkheden schieten om het bedrijfsarsenaal uit te breiden en nieuwe inkomstenbronnen aan te boren. In 2010 nam het de Franse concurrente De La Ballina over. Daarmee beschikt Pattyn Packing Lines nu over een volledige lijn die is gespecialiseerd in verpakkingsmachines voor voorgebakken brood. Alleen daar werken al tachtig mensen. Het verkoopresultaat van de groep Pattyn kwam tijdens de eerste zeven maanden van dit jaar uit op 34,1 miljoen euro. Daarvan was 21,6 miljoen euro afkomstig van De La Ballina. Eind 2011 werd in Spanje nog een foliebedrijf overgenomen, waardoor Pattyn aan zijn klanten ook de folie kan slijten die aan de lopende meter door de machine raast. En intussen rijpt ook het idee om in Indonesië een foliefabriek op te starten.

Bovendien zoekt de nieuwe afdeling Customer Care voortaan ook bij bestaande klanten nieuwe inkomsten. Met een software-update of enkele aanpassingen kan de snelheid van een machine tot 20 procent worden opgetrokken. “De gevolgen van een nieuwe crisis kunnen we daarmee niet volledig opvangen, maar het maakt toch al een verschil”, besluit Pattyn.

SVEN VONCK, FOTOGRAFIE EMY ELLEBOOG

“We moeten er gewoon voor zorgen dat we een nieuwe machine hebben tegen het moment dat ze erin geslaagd zijn onze oude te kopiëren”

“Ik geloof niet in het concept waarbij de innovatie in België blijft, maar de productie naar een lagelonenland verhuist”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content