De factuur van Freya’s fratsen

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

De ontgroening van Freya Van den Bossche (SP.A) als minister van Begroting verliep storm-achtig. Wat kosten de eenmalige maatregelen aan de schatkist? En hoe tevreden zijn de NMBS en het Antwerpse Havenbedrijf met de verkoop van hun pensioenfonds? Erg tevreden, zo blijkt.

De voorbije weken brak een storm los over de lening van 100 miljoen euro van de petroleumsector aan de regering. Rond andere eenmalige maatregelen bleef het kalm. Zonder de operaties met de pensioenfondsen van het Antwerpse Havenbedrijf en de NMBS had de regering nochtans een begrotingstekort van een half miljard euro geboekt. Het was echter onaanvaardbaar dat de boeken van de nieuwe minister van Begroting Freya Van den Bossche (SP.A) rood zouden kleuren, en dat voor het eerst in zeven jaar.

Professor Economie Jef Vuchelen (VUB): “De regering wilde absoluut een begroting in evenwicht. Het imago primeert. Dus moest er geknoeid worden met de boeken. Dat lijkt de paarse coalitie niet te deren.”

Gewezen CD&V-begrotingsminister Mieke Offeciers erkent dat eenmalige maatregelen van alle tijden zijn. Maar: “De regering-Verhofstadt maakt het wel erg grof. Deze regering soupeert eerst het geld op dat de voorgangers gespaard hadden. Bovendien spendeert ze op de rustige golven van de lage rente. Bij de minste rimpel komt het staatshuishouden ernstig in problemen. Als de volgende begrotingsminister die job ernstig wil doen, moet er zwaar gesnoeid worden in de uitgaven om de fictieve inkomsten van paars te compenseren.”

Van den Bossche nam in december 2005 voor 810 miljoen euro eenmalige maatregelen (zie kader: Een gat van driekwart miljard euro). De weerslag van de olielening en de vervroegde inkohiering van enkele belastingschulden laten zich dit jaar voelen in de begroting. Over de kostprijs van het huurcontract van De Post dat de Regie der Gebouwen overnam, konden we bij geen van beide partijen meer details krijgen.

Belgacom als voorbeeld

De overheid ontvangt van de NMBS en het Antwerpse Havenbedrijf respectievelijk 295 miljoen en 236 miljoen euro, en neemt in ruil de toekomstige pensioenverplichtingen van bepaalde categorieën werknemers over. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. In 2004 deed de regering dit al bij Belgacom. Etienne de Callataÿ, hoofdanalist van Bank Degroof: “De transparantie ontbrak toen. Volgens sommige berekeningen waren de toekomstige pensioenen veel hoger dan de 5 miljard euro die Belgacom betaalde. In dat geval kregen de privépartners een cadeau van de staat, omdat ze zo vriendelijk waren mee te werken aan de begrotingsoperatie.”

Jef Vuchelen: “De regering had dringend geld nodig en dan kan je als tegenpartij een extraatje eisen. Nu gebeurde waarschijnlijk hetzelfde.” Volgens sommige bronnen dreef Jannie Haek, voorzitter van de NMBS-holding, tot de laatste minuut Van den Bossches kabinetschef in het nauw om een zo laag mogelijk bedrag te moeten betalen.

Haek, voor het eerst over deze operatie aan de tand gevoeld, ontkent: “Indertijd kreeg ik kritiek omdat ik met de overname van het pensioenfonds van Belgacom toch wel een goede deal voor de begrotingsminister uit de brand had gesleept. En nu luidt het dat ik voor de NMBS het onderste uit de kan wil. Je moet wel consequent zijn. En de consequentie in dit dossier is duidelijk: het is een win-windeal. De regering haalt de doelstellingen. En het zwaard van Damocles boven ons hoofd is verdwenen. Iedereen tevreden.”

Catastrofe bij NMBS afgewend

Het overgrote deel van het spoorwegpersoneel krijgt zijn pensioen van de overheid. De staat transfereerde vorig jaar 521 miljoen euro aan de NMBS, die een eigen pensioenadministratie heeft. De NMBS betaalde patronale bijdragen (125 miljoen in 2005) aan de overheid. Ook de werknemers betaalden 86 miljoen euro persoonlijke bijdragen.

Haek wijst op het stelsel dat afweek van de normale regels: de pensioenen die de NMBS zelf moest financieren. Het betreft hier personeel dat volgens een Europese verordening een speciaal statuut heeft, bruggepensioneerden en het rijdende personeel dat na 55 met rustpensioen kan gaan. In 2005 ontvingen die 16 miljoen euro, of 2 % van de totale financiële stromen. Omdat er disproportioneel veel spoorwegpersoneel tussen 42 en 55 jaar oud is, wordt in 2012-2016 een vloed van vervroegde pensioneringen verwacht, waarvoor de maatschappij normaal gezien zelf had moeten opdraaien (zie grafiek: Hoeveel kost het pensioen van rijdend personeel?). Op het hoogtepunt (2014) zou dat de NMBS 33 miljoen euro gekost hebben. Deze kosten worden nu gedragen door de Belgische schatkist.

Haek: “In tien jaar wordt de helft van het rijdend personeel vervangen. Een catastrofe was niet uit te sluiten. Natuurlijk kan je de toekomstige uitkeringen allemaal netjes budgetteren, maar het blijft een prognose. Een inflatieschok – altijd een risico – had de NMBS miljoenen gekost. Vandaar het idee om deze toekomstige verplichtingen te bundelen en over te dragen aan de overheid. Elke bedrijfsleiding schrapt graag dat soort risico’s uit zijn businessplan.”

Michel Allé, de chief financial officer van de NMBS, ging in december 2005 een kortetermijnlening aan voor 295 miljoen euro tegen een interest van 2 %. Hij hoopt binnenkort een nieuwe financiering over vijftien jaar af te sluiten tegen 3 à 3,5 %, en schat dat dit de NMBS over vijftien jaar gemiddeld 25 miljoen euro zal kosten. Allé: “Dan zijn we er ook vanaf. En bovendien weten we tot op de euro hoeveel we elk jaar moeten betalen.”

Onlangs had de NMBS een ratingbedrijf over de vloer. Haek: “Neem gerust van me aan dat ze de verkoop van de pensioenverplichtingen geruststellend vonden ( monkelend). De verkoop van ABX ook natuurlijk. Als we met dat soort operaties onze rating optrekken, besparen we miljoenen door goedkopere leningen.”

Haek weerlegt dat de overdracht werd opgelegd door de overheid, meer bepaald zijn vroegere chef, SP.A-voorzitter Johan Vande Lanotte. “Het idee groeide hier,” klinkt het. “In juli vorig jaar maakten we al een nota op, waaruit ons pensioenrisico bleek en hoe we ervanaf konden raken. Via onze regeringscommissaris Marc Boeykens, een medewerker van de premier, belandde het idee snel in de Wetstraat.”

Eerst debatteren, dan doen

Professor Vuchelen ergert zich aan dit soort operaties. “Misschien is er een goede reden om de pensioenverplichtingen over te dragen. Ik verwacht dan een debat over het nut van zo’n overheidstussenkomst, die de NMBS toch miljoenen kost. Maar neen, een wetswijziging sluipt stiekem in de programmawet. Pas als er kritiek ontstaat, komen er argumenten op tafel.”

De professor hekelt het gebrek aan financiële transparantie. “Ik heb geen enkele exacte berekening gezien die de bedragen verantwoordt. Een externe specialist kan perfect een wiskundig ondersteunde inschatting maken van de actualisering van toekomstige pensioenverplichtingen. Nu valt er niets te verifiëren. Je krijgt het gevoel van een samenzwering van de stilte.”

Kersvers CFO Michel Allé meldt dat actuaris Conac het rekenwerk deed. Dat Brusselse bedrijf werkte al mee aan de pensioenoperaties van Belgacom, Belgocontrol en Allés vroegere werkgever Biac. Allé: “De berekening van de verdisconteerde waarde van de toekomstige pensioenverplichtingen was zo klaar als een klontje. De NMBS en het kabinet discussieerden alleen over een financieel detail. Wij schatten de toekomstige gemiddelde pensioenleeftijd van het rijdend personeel iets hoger in dan vandaag. Omdat ze dan minder pensioen trekken, is het bedrag van de verdisconteerde reserve een miljoen of twee lager dan de regering had gedacht. Het was amper een discussie waard.”

CD&V’er Hendrik Bogaert, die deze dossiers opvolgt, heeft een probleem met de financiële controle van het dossier. “Uit niets kunnen we opmaken dat de berekeningen kloppen. We moeten het uitsluitend stellen met de communicatie van de begrotingsminister. En die is, zoals we ondertussen weten, niet erg sterk.”

Allé wijst erop dat er door de controle van de Europese Commissie op de NMBS amper interpretatiemarge is. “Stel dat we het bedrag van onze toekomstige verplichtingen te laag hadden geschat. Dan zou de regering ons de facto subsidiëren. In dat geval springt de Commissie op ons dak, omdat de regering de concurrentie vervalst. En tegen de scherpslijpers van de Commissie kan je echt niet op.”

Loononderhandelingen met wie?

Mieke Offeciers heeft operationele bezwaren tegen de overdracht van de pensioenverplichtingen. “De NMBS heeft hoge pensioenlasten omdat heel wat kaderleden het laatste jaar worden bevorderd.” Die krijgen een pensioen dat oploopt tot 75 % van hun laatste jaarwedde (en niet het gemiddelde van vijf jaar, zoals bij andere ambtenaren). De staat neemt dus een zware last op zich.

Er is meer. Elke salarisaanpassing die collectief wordt onderhandeld, verhoogt onmiddellijk de pensioenlast (de zogenaamde perequatie). “De syndicaten moeten vanaf nu met de overheid, en niet met de NMBS, praten over de lonen, omdat de pensioenen eraan gekoppeld zijn,” weet Offeciers.

Haek erkent het probleem, maar wijst erop dat de overheid nu al voor 98 % de pensioenlast draagt. “Er is dubbelzinnigheid. De NMBS kon prachtige akkoorden sluiten, maar tijdens de gesprekken wordt er gelobbyd bij de regering, omdat een flink stuk van de last bij haar terechtkomt. Tijdens de onderhandelingen over het pensioenfonds hebben we duidelijke consultatieprocedures vastgelegd.”

“Pracht van een operatie”

Het Antwerpse Havenbedrijf kan zulke problemen volgens gedelegeerd bestuurder Eddy Bruyninckx “perfect vermijden”. Vanaf 2002 neemt het Havenbedrijf namelijk alleen contractuelen in dienst, en hun pensioen wordt gefinancierd volgens de regels van de privésector. Zo doven de lasten voor gepensioneerde statutaire werknemers van het Havenbedrijf uit.

Toen het Havenbedrijf in 1997 rechtspersoonlijkheid kreeg, werd het verantwoordelijk voor het pensioen van zijn werknemers. “Er was nood aan een pensioenreserve van maar liefst 800 miljoen euro, of vier keer onze omzet,” verzucht Bruyninckx. “Een levensgroot probleem, dat onze concurrentiekracht ondermijnde.”

Ter illustratie: op 2400 gewezen werknemers telt het Havenbedrijf vandaag 1600 actieve medewerkers. Sinds 1998 vloeit een vierde van de omzet van het Havenbedrijf (225 miljoen euro in 2005) naar een vzw die de pensioenen beheert. Begin 2005 kreeg het verhaal een wending. Het Havenbedrijf trad toen toe tot de RSZ Plaatselijke en Provinciale Besturen, die de pensioenlast van 925 jonggepensioneerden overnam en ook de pensioenen financiert van de statutaire werknemers die vanaf 2006 op rust gaan. Het stort hiervoor dit jaar een bijdrage van 32,5 % op de loonmassa. “Een pracht van een operatie,” glundert Bruyninckx. “We moeten niet meer instaan voor de jonge, dus de duurste, gepensioneerden. En we hebben een reserve van 213 miljoen euro, waarmee we de pensioenen van de andere 1475 ex-werknemers financieren.”

Daarmee was de reserve bijna groot genoeg om alle toekomstige uitbetalingen te kunnen dekken. Het risico bleef dat het Antwerpse Havenbedrijf grote sommen moest storten bij een nieuwe beurscrash en tegenvallend rendement (licht negatief sinds 1998 overigens). Onder meer Philip Neyt, lid van het investeringscomité van het pensioenfonds, wees op de optie om de pensioenverplichtingen over te dragen aan de staat. Neyt, die net dezelfde operatie had uitgevoerd bij zijn werkgever (Belgacom), contacteerde hierover de federale specialisten.

Bruyninckx: “We hadden de keuze. Ofwel speculeren op de beurs en hopen dat ons fonds extra centen oplevert. Ofwel een nuchtere keuze maken ten bate van de gepensioneerden, en de verplichtingen overdragen aan een financieel sterkere partij. Omdat de federale regering de cash erg nodig had, konden we redelijk onderhandelen.”

Een onafhankelijke actuaris, Anna Claes, berekende de totale verdisconteerde pensioenlast van de gepensioneerden op 235 miljoen euro. Bruyninckx: “Met een overdracht van de fondsen en een bijstorting in 2006, momenteel op 23 miljoen euro geraamd, is die last van de baan.”

Enronachtige deal

De christelijke en de liberale vakbond van het Havenbedrijf stribbelden in het begin wat tegen. “Ze trokken grote ogen,” aldus Bruyninckx. “Ons pensioen wordt verpatst om de regering te steunen, was de eerste reactie. Maar de financiële argumenten konden hen snel overtuigen.”

Ook Haek had aanvankelijk last om de vakbonden over de brug te krijgen. Hij geeft toe dat deze operatie moeilijk ligt. Haek: “België is een vreemd land. Men vermoedt achter alles een verborgen agenda. In deze transactie wint iedereen. De NMBS schrapt een stuk onzekerheid uit zijn boeken, en de federale begroting is in evenwicht. Dit is geen gesjoemel, maar goed bestuur. Had Van den Bossche deze deal in juli kunnen afsluiten, zou ze bejubeld zijn geweest. Nu neemt men het haar kwalijk dat de afhandeling eind december gebeurt.”

Gewezen begrotingsminister Mieke Offeciers erkent grif dat eenmalige maatregelen vaak vlak voor de eindmeet worden genomen. Zo werd onder haar impuls de ASLK verkocht om de Maastrichtnormen te halen. “Deze regering hypothekeert de toekomst echter met louter fictieve operaties, zoals de opname van een niet-bestaand NMBS-pensioenfonds in de lopende begroting,” stelt ze. “Een schande.”

Haek: “Geloof je nu echt dat een begrotingsminister wat kan foefelen met posten om zijn resultaat te halen? Als Eurostat zegt dat een post op een bepaalde manier moet worden geboekt, is er geen alternatief. Het is even streng als de IFRS-normen in de privésector. Zeker een klein land als België moet zich aan de regels houden. Van gesjoemel, zoals hier en daar gesuggereerd, is geen sprake.”

Etienne de Callataÿ wijst echter op een recent fenomeen. “Sinds de opname van de verkoop van France Télécom in de lopende begroting van Frankrijk, vierde Eurostat de teugels. Ze geeft veel sneller haar goedkeuring. Zo kunnen niet-transparante, Enronachtige operaties zoals deze NMBS-deal gebeuren.”

6000 NMBS’ers te veel?

De econoom van Bank De-groof heeft ook eerder politieke bezwaren: “Zelfs als ze neutraal is voor de begroting, heeft de beslissing om het pensioenfonds van de overheidsbedrijven te socialiseren negatieve gevolgen. Het wekt de valse indruk dat de overheid de beste partij is om de pensioenproblematiek op te lossen, en dat de privé zich best van dat terrein wegtrekt. Dat is een verkeerd signaal tegenover de bevolking.”

Hij wijst erop dat de beslissing overigens niet begrotingsneutraal is. “De NMBS-vakbonden kregen de premie van de verkoop: een garantie van 38.000 jobs tot en met 2007, terwijl er maar 32.000 nodig zijn.”

Haek ontkent een verband tussen de twee dossiers. “We hebben de bonden gewoon gezegd dat we ervan uitgaan dat de NMBS tegen einde 2007 evenveel mensen nodig heeft als vandaag. Het zijn de cijfers van het businessplan, waar we nog aan werken. Dat is geen strikte belofte, maar we lieten enkel een tipje van de sluier zien.”

Ook professor Vuchelen heeft principiële bezwaren tegen de opsmuk. “Men had de begroting perfect met een klein tekort kunnen afsluiten en zich niet in een zwakke positie laten dwingen.” Wat dat laatste betreft, vreest de professor het ergste. Dit jaar wil de overheid immers een sale-and-lease-back doen van 1,5 miljard euro aan overheidsvastgoed. Vuchelen: “Partijen die met de regering onderhandelen, weten dat de regering in de eindsprint naar de verkiezingen dringend financiële middelen nodig heeft. De vastgoedexperts spelen die wetenschap uit en kunnen het onderste uit de kan halen bij de verwerving van die portefeuille. En ook hier is er weer geen serieus debat. Een massale financiële operatie in haar laatste werkjaar kan de regering politiek doen scoren, maar schuift een miljoenenlast door naar de opvolgers.”

Hans Brockmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content