De ergerlonen van de balie

Trends hield een exclusieve enquête bij bedrijfsjuristen over de manier waarop ze met hun advocaat omgaan. De confraters aan de balie zijn weinig transparant in hun facturatie, zo blijkt. Meer duidelijkheid, via vaste tarieven of een succes fee, bieden misschien een oplossing.

De factuur van de advocaat zorgt voor ergernis. Trends hield een enquête bij 381 bedrijfsjuristen, onder wie 267 Vlamingen en 114 Walen. Het onderzoek toont aan dat er weinig duidelijkheid (29%) of zelfs helemaal geen duidelijkheid (17%) bestaat over de berekening van het ereloon.

Misschien is dat de reden dat de meeste klanten (32,5%) willen werken met duidelijke tarieven of het ereloon laten afhangen van het succes dat de advocaat heeft behaald (30%). Een ereloon ‘in functie van de inzet’ wordt immers iets minder (28%) geapprecieerd. Die vage en moeilijk te controleren waardemeter leidt onvermijdelijk tot erelonen die de wenkbrauwen doen fronsen. Ter illustratie: de geënquêteerden waren bij ontvangst van de advocatenfactuur ‘tamelijk’ (46%) of zelfs ‘totaal’ (9%) verrast.

Hoewel de grote meerderheid van de bedrijfsjuristen de erelonen de voorbije jaar fors (28%) of licht (46%) zagen toenemen, is er bijna niemand die meent dat Belgische advocaten daarom rijker zijn dan hun buitenlandse confraters.

En waarom kiest een bedrijfsjurist nu voor een bepaalde advocaat? De meeste Franstaligen laten zich leiden door de reputatie van een gevestigd kantoor (62%), terwijl Vlamingen iets minder oog hebben voor grote namen. Bij hen scoort de reputatie even hoog als het praktische nut dat zo’n raadsman biedt (39%). Hoe reageren de confraters op deze resultaten?

Elk doet zijn zin In België staat het de advocaat vrij om naar believen zijn honoraria en de wijze waarop ze berekend worden te bepalen, op voorwaarde dat de vergoeding ‘rechtvaardig’ blijft. Gevolg: de prijzen variëren van 75 tot 490 euro per uur. “10% van de advocaten verdeelt ongeveer 90% van de omzet onder elkaar,” relativeert Jean-Pierre Buyle van het kantoor Buyle Dieryck Van Looveren Maingain. “Kantoren met een internationale uitstraling vragen natuurlijk niet hetzelfde als een middelgroot Belgisch kantoor of een zelfstandig werkend jurist. En binnen de kantoren spelen dan weer factoren mee als de ervaring van de advocaat, de complexiteit en de dringendheid van de zaak of de materie. Europees, fiscaal en financieel recht worden rendabeler geacht dan sociaal of familiaal recht.”

Om enige klaarheid te scheppen, creëerde de nationale orde van advocaten een tiental jaar geleden een indicatieve schaal van minimumtarieven. Die werd intussen afgevoerd, omdat ze in strijd was met de concurrentieregels. Als onofficiële referentie wordt ze echter nog altijd gebruikt in geval van betwisting.

De meest gebruikte formule is het uurtarief. De time sheet – het activiteitenblad waarop de advocaat alles noteert wat hij doet en hoeveel tijd het kostte – raakt steeds meer ingeburgerd. Een stagiair factureert 50 à 80 euro per uur, een meer ervaren vakman (die dus ook sneller zal werken) 200, 300 tot zelfs 490 euro per uur

Het uurtarief wordt vaak ook gecombineerd met een success fee, een vergoeding afhankelijk van het resultaat. Ofwel krijgt de advocaat een percentage van de gerealiseerde opbrengst, ofwel een hoger honorarium. Cliënten hebben er dan ook alle belang bij om die fee vooraf duidelijk vast te leggen. In België mag de vergoeding niet volledig afhankelijk zijn van de afloop van een zaak. Een advocaat mag dan ook niet aanvaarden dat hij alleen betaald wordt als hij het proces wint of een contract binnenhaalt.

Het blijft vaak een probleem om in te schatten hoeveel uren werk een zaak zal vergen, en dus ook wat ze zal kosten. Sommige kantoren werken met een forfait, een abonnement of een plafondtarief of cap. Ten slotte zijn er ook nog advocaten die tarieven aanrekenen per prestatie, maar dat is een procédé dat meestal aangewend wordt bij particulieren en voor sommige soorten van zaken, zoals echtscheidingen of verkeersongevallen.

Géraldine Vessière [{ssquf}]

10 jaar geleden stelde de orde van advocaten minimumtarieven op. Intussen is die afgevoerd wegens ‘in strijd met de cuncurrentieregels’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content