De erfenis van ‘nonkel’ Albert

De Belgische bioscoopwereld is nog niet helemaal verzadigd. Deze week opent de Groep Carpentier in Doornik een multiplex in ‘Kinepolis-stijl’. En dat is geen toeval.

Hubert Carpentier is net geen zeventig, maar zijn entrepreneurship en zijn enthousiasme wekken de indruk dat hier een bruisende ondernemer van dertig jaar aan de praat is. “Als dat zo is, dan heb ik dat allemaal te danken aan Albert Bert van Kinepolis,” zegt Carpentier. “Hij was net als ik getrouwd met een dochter Vereecke en hij wist me te overtuigen om mijn job als verzekeringsmakelaar in te ruilen voor een leven als ondernemer. Ik hoor het hem nog zeggen: ‘En waarom niet, net als ik, in de wereld van de bioscopen?'”

Bioscooppaleis met 2000 zitjes

Hubert Carpentier heeft zich de overstap van toen nog geen seconde beklaagd. Het ‘Bert-effect’ blijft tot op vandaag nazinderen, al blijft het verschil natuurlijk groot. Volgens de meest recente cijfers van de Federatie van Cinema’s van België had de Groep Carpentier in 2003 een marktaandeel van 4,7 procent, tegenover 4,8 procent het jaar daarvoor, nog steeds goed voor 1,076 miljoen verkochte tickets. ‘Nonkel’ Kinepolis zit met 11,1 miljoen bezoekers aan 48,5 procent van het aantal verkochte tickets.

Bijna dertig jaar nadat de tandem Carpentier-Bert in een perfecte 50-50 joint venture in 1977 een stadsbioscoop – de Palace – begon in hartje Doornik, doet Hubert Carpentier die operatie nog eens over. Maar nu alleen, en ietwat spectaculairder. Deze week pakt de Groep Carpentier (50 procent Hubert Carpentier, 50 procent de kinderen Peter en Marie Carpentier) in Doornik uit met de opvolger van de vroegere Palace. De multiplex krijgt de naam Imagix mee en telt tien zalen, waarvan één is uitgerust met een digitale projector. Investering: 11 miljoen euro. Er is plaats voor 2000 zitjes. Tegen 2007 moeten ook de tien handelspanden op de gelijkvloerse verdieping zijn verhuurd. Bedoeling is daar aanvullend entertainment aan te trekken: horecazaken, een lunapark, een bowling en dergelijke.

“De bezoekersstroom berekenen, is nog altijd het moeilijkst,” zegt Carpentier, die in de jaren negentig een bestaande bioscoop omtoverde tot Imagix Mons, een multi-entertainment center met onder meer veertien filmzalen. “Daarom moeten we ons baseren op wat er gebeurt in andere steden waar een nieuw cinemacomplex de deuren opent. Normaal mag je rekenen op een verdubbeling van het aantal bezoekers. Omdat we in onze oude bioscoop in de Doornikse binnenstad toch 300.000 bezoekers tellen, rekenen we nu op een minimale bezetting van 450.000. Dan draaien we break-even van in het eerste jaar. Als we met honderd procent zouden groeien, wat normaal is, zijn we dus meteen perfect winstgevend.”

10 handelszaken in het filmcomplex

De ‘oude vos’ is niet bevreesd voor nieuwe fenomenen als thuisbioscopen, of de steeds korter wordende periode tussen de release in de cinema en die van de bijbehorende dvd. “De magie maar ook het comfort en de technische voorsprong van een echte bioscoop zullen altijd blijven,” klinkt het zelfverzekerd. “Thuisbioscopen? Ik moet daarmee lachen: dat is gewoon commercieel opportunisme.”

Enkele jaren geleden was er ook sprake van een nieuwe vestiging in Arras. Die werd inmiddels afgeblazen, geeft Carpentier toe, maar hij blijft over de zuidergrens kijken. Weer een multiplex, zoals Imagix aan de rand van de stad Doornik? De dirigenten van Kinepolis zegden recent nog dat de tijd van de grote plexen voorbij is. Carpentier: “In Vlaanderen is die markt volledig verzadigd. Maar in Wallonië en zelfs in Noord-Frankrijk zijn er wél nog opportuniteiten.”

Karel Cambien

“Thuisbioscopen? Ik moet daarmee lachen: dat is gewoon commercieel opportunisme.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content