De eindejaarspremie: vooral een feest voor de fiscus

Zonder eindejaarspremie kunnen de Belgen niet leven. Maar de staat pikt bijna 70 % van de brutovergoeding in – samen goed voor 5,5 miljard euro per jaar. Ondertussen zoeken werkgevers naar alternatieven, die opnieuw aanleunen bij de basisfilosofie: een prestatiepremie voor trouw.

Dezer dagen lijkt iedereen op koopjesjacht. Aan de vooravond van Kerstmis trekken horden consumenten op zoek naar het ultieme geschenk voor familie en vrienden. Distributie- én banksector beleven gouden tijden. Naar goede gewoonte vliegen honderden miljoenen euro’s over de toonbank. Zonder de financiële steun van hun eindejaarspremies zouden vele Belgen deze maand in het rood staan.

Maar waar komt dat merkwaardige gebruik vandaan? Gek genoeg blijft iedereen het antwoord schuldig. Toch kan vandaag praktisch niemand zonder zijn dertiende maand overleven. “Eindejaarspremies zijn echter geen zekerheid, maar een gunst van de werkgever,” relativeert Xavier Baeten, manager van de Vlerick Leuven Gent Management School, verantwoordelijk voor de werkgroepen Strategisch Belonen en Executive Remuneration. Nochtans krijgen bijna alle ambtenaren en werknemers – uitgezonderd een deel van de non-profit en een paar kleinere sectoren – in december een dertiende maand. Xavier Baeten: “Dat is echter geen wettelijke verplichting, maar wordt meestal vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) op sectorniveau. De sociale partners hebben dus de mogelijkheid aan deze gratificatie – zoals de eindejaarspremie vroeger genoemd werd – te verzaken. Maar in de praktijk zal dat moeilijk zijn, aangezien de vakbonden de eindejaarspremie als een verworven recht beschouwen.”

Sinds mensenheugenis geven bedrijven het personeel op het einde van het jaar een extra beloning voor hun trouw aan de onderneming. Baeten: “Men zou het kunnen zien als een sociaal engagement van de werkgevers om tegemoet te komen aan de behoefte van de werknemers naar extra middelen, zodat zij al hun uitgaven tijdens de kerstperiode kunnen bekostigen. In de huidige tijdsgeest van flexibiliteit en prestatiegerelateerde vergoedingen lijken eindejaarspremies een verouderd instrument. Toch blijft deze bonus als een onwrikbaar monument in het arbeidsrecht staan. Eind 2004 staakten de arbeiders en bedienden van de Gentse afvalintercommunale Ivago dagenlang voor een extra toelage van 150 euro. Ondanks deze tijden van onthaasting, blijft baar geld de mensen roeren.”

Uitzonderlijke belastingvoeten

Er is nog iets merkwaardigs aan de hand met de eindejaarspremie: de overheid gaat aan de haal met bijna 70 % van de uitkeringen (zie tabel). De premie levert de staat jaarlijks 5,5 miljard euro op (zie kader). Wat een feest voor de fiscus! Zonder uw eindejaarspremie zou de regering nooit de eindjes aan elkaar kunnen knopen.

Een eindejaarspremie is een vergoeding voor de prestaties die de werknemer of ambtenaar dat jaar geleverd heeft. Maar niet iedereen krijgt deze bonus. Je moet als personeelslid in de privésector kunnen terugvallen op een van de vier rechtsbronnen: de collectieve arbeidsovereenkomst, een individuele arbeidsovereenkomst, het arbeidsreglement of het gewoonterecht. In de praktijk ontvangt naar schatting 80 % van de bevolking deze vergoeding. “Aangezien de meeste eindejaarspremies sectoraal vast liggen, verschillen de voorwaarden sterk,” weet Ann Veys, juridisch adviseur van SD Worx, het grootste hr-adviesbureau van ons land. “Meestal betaalt de werkgever het bedrag. In bepaalde gevallen – zoals de uitzendsector of de horeca, waar veel met kortlopende contracten wordt gewerkt – neemt het Fonds voor Bestaanszekerheid die kosten voor zijn rekening.”

“Het is een complex systeem,” geeft Frank Verbruggen, adjunct-directeur Juridisch Departement van Groep S, toe. “De eindejaarspremie is hetzij een forfaitair bedrag (bijvoorbeeld een dertiende maand), hetzij een percentage van het jaarloon, hetzij het uurloon vermenigvuldigd met een coëfficiënt uitgedrukt in uren of dagen of maanden, hetzij een forfaitair bedrag aangevuld met een deel van het jaarloon. Wie ontslag neemt of krijgt, verliest meestal zijn eindejaarspremie. Wel tellen de periodes van afwezigheid – zoals ziekte, ongeval, moederschapsrust en vakantie – mee voor de berekening van de vergoeding. Voor sommige bedrijfstakken, zoals de petroleumsector en de handel, komt dit neer op bijna een veertiende maand. De non-profit daarentegen krijgt amper de helft van het maandloon of helemaal niets.”

Bovendien zijn de eindejaarspremies sinds eind jaren zeventig aan een exceptionele bedrijfsvoorheffing onderworpen. Het tarief wordt berekend op basis van het belastbare jaarinkomen van de werknemer. Hierdoor valt de bonus vaak in de hoogste schijf. Vanaf een jaarloon van 31.740 euro zit je al aan een aanslagvoet van 53,50 %. Reken daar de werkgevers- (35 %) en werknemersbijdrage (13,07 %) voor de sociale zekerheid bij, en je houdt amper 30 % netto over van het brutobedrag dat de onderneming betaalt.

De premie maandelijks uitsmeren over het hele jaar heeft volgens Veys geen zin, want dit geld wordt bij het loon geteld voor de berekening van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing, zodat je altijd progressief belast wordt en snel in de hogere schijven terechtkomt. Toch vraagt Baeten zich af of de gehanteerde percentages van bedrijfsvoorheffing nog wel realistisch zijn: “Mensen staan bij de uitkering meer dan de helft van hun brutobeloning af en ruim een jaar later krijgen ze een groot deel terug van de belastingen – zeker de jonge gezinnen met woonkredieten. Dat is onzinnig dubbelwerk voor de administratie. Bovendien demotiveren de hoge lasten de mensen.”

Verbruggen bevestigt dat de dertiende maand geen stimulerend effect meer heeft: “De eindejaarspremie is een loutere premie die de trouw van de werknemer aan de onderneming beloont en niet zijn inzet. Geen van de bedrijfssectoren koppelt echter het recht op een vergoeding aan een evaluatie van de geleverde arbeidsprestaties. Hieruit volgt dat een werknemer altijd recht heeft op een eindejaarspremie – of hij nu hard gewerkt of alles aan zijn laars gelapt heeft.”

Op zoek naar alternatieven

“De eindejaarspremies zijn een wollig concept uit het verleden,” stelt Marc De Vos, professor Arbeidsrecht aan de Universiteit Gent: “De cao’s hebben de eindejaarspremies geïnstitutionaliseerd. De dertiende maand is in het collectieve onderbewustzijn van de werkende klasse uitgegroeid tot een evidentie.”

Maar het huidige systeem sluit niet meer aan bij de oorspronkelijke filosofie: een compensatie voor de trouw en de prestaties van de werknemers. De Vos: “Individuele winstuitkeringen zijn het hedendaagse antwoord op de oorspronkelijke doelstelling van de eindejaarspremies. Zij stimuleren ook de betrokkenheid van werknemers bij hun onderneming. Bovendien past het instrument beter in het flexibele personeelsbeleid van de 21ste eeuw. De wet op de werknemersparticipatie uit 2001 voorziet in een fiscaal gunstig regime voor winstuitkeringen of aandelen.”

Toch maken maar weinig ondernemingen gebruik van dit middel wegens de rigiditeit van het stelsel. Etienne de Callataÿ, hoofdeconoom van Bank De- groof: “Ondertussen zijn de werkgevers naarstig op zoek naar alternatieve bezoldigingstechnieken. Stockopties bieden ontsnappingsmogelijkheden, maar trekken enkel het management of het hogere kader aan. Ook de werknemersparticipatie kent geen succes als gevolg van de rigide wetgeving. Wel stijgt het aantal extralegale voordelen, zoals een bedrijfswagen of computer, sterk. Maar de diversiteit in fiscale behandeling van al die maatregelen leidt tot distorsies. De overheid zou daar beter wat eenheid in brengen.”

Zelfs de werknemers zijn steeds minder gelukkig met het systeem van de eindejaarspremie. Uit een enquête van SD Worx blijkt dat bijna 21 % van de populatie de vergoeding wil inruilen voor meer vakantiedagen. Ook in het Generatiepact gaan stemmen op om het geld om te zetten in verlof of aanvullende pensioenregelingen (tweede pijler). Zo maakt 90 % van de ondernemingen van de kerstperiode gebruik om hun personeel te belonen, aldus een recent onderzoek van HDP Sociaal Secretariaat.

Delphine Motte, woordvoerster van HDP: “Sinterklaas is misschien minder populair, maar toch vindt 40 % van de werknemers en ambtenaren speculaas of chocolade op zijn bureau. Bijna 70 % van de bedrijven geeft op het einde van het jaar een geschenk aan hun arbeidskrachten. Bijna 80 % van hen weet dat een geschenk in bepaalde omstandigheden fiscaal aftrekbaar is. Hier geldt de regel – in tegenstelling tot sinterklaas – dat hoe kleiner de onderneming is, hoe meer kans de werknemer heeft dat hij een cadeau krijgt. De werkgevers duiken vooral in hun portefeuille om de werknemers het gevoel te geven dat ze bij de onderneming horen en om hen te belonen. De meeste werknemers nemen deel aan alles wat er in deze periode wordt georganiseerd binnen de onderneming. Twee derde van de ondervraagde werknemers ziet dit dan ook als een voordeel.”

Oproep tot aanpassing

Al die cafetariaplannen en extralegale voordelen (zie lijst) veroorzaken veel administratieve rompslomp voor de bedrijven. Bovendien zijn de meeste bedragen maar peanuts in vergelijking met de eindejaarspremie. Een vereenvoudiging en loskoppeling van het basissalaris dringt zich op, aldus Xavier Baeten: “De huidige regeling past in het ancien regime, waarbij de vergoedingen afhangen van leeftijd en lonen. Vandaag vindt in de samenleving een verschuiving plaats naar meer prestatiegerichte uitkeringen op individuele basis. Maar dit zorgt voor spanningen. Differentiatie tussen mensen op basis van geld is moeilijk en pijnlijk.”

Daarom doet de manager van de Vlerick Leuven Gent Management School een oproep naar de sociale partners en de overheid om samen na te denken over een betere invulling van de eindejaarspremie. Baeten: “Ik geloof in een geleidelijke splitsing van deze vergoeding in baar geld – al dan niet tegen een uitzonderlijk tarief belast – en tijdsparen als extra aanvullend pensioen. Dat systeem kost de werkgever minder, brengt méér op voor de werknemer en verzacht het vergrijzingsprobleem van de overheid. Nu zit alles muurvast. Werkgevers hebben geen alternatief. De fiscus beschouwt elke vergoeding van die omvang als loon, zodat de totale som altijd aan bedrijfsvoorheffing en sociale zekerheid onderworpen wordt.”

“Maar je mag wel het sociaal element van de maatregel niet uit het oog verliezen,” repliceert Gonzales Stubbe, gedelegeerd bestuurder van Groep S. “Eindejaarspremies zijn en blijven een geste van de werkgevers om hun personeel een financiële steun in de rug te geven, zodat ze de grote kosten tijdens de kerstperiode kunnen financieren. Werknemers rekenen daarop, want ze hebben op dat ogenblik cash geld nodig. Pensioenplannen en groepsverzekeringen beantwoorden niet aan die behoefte, maar zijn voordelen op lange termijn. Als je de eindejaarspremies afschaft, breekt revolutie uit. Vakbonden zullen dat nooit pikken.”

Als de regering de fiscale druk op arbeid werkelijk wil verlichten om competitief te blijven, moet ze de verstikkende belastingtarieven op de eindejaarspremies aanpakken. De tijd is rijp dat iedereen zich eens over een vereenvoudiging van het systeem bezint.

EXTRA INFORMATIE OP WWW.TRENDS.BE

Eric Pompen / Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content