De efficiëntiejagers van de overheid

“In de bijbel wordt gesproken over zeven vette en zeven magere jaren. Wij gaan uit van zeven vette en één mager jaar.” CEO Dirk Meire en voorzitter Bart Huybrechts zien de toekomst van het Vlaams Energiebedrijf zonnig in.

De kinderziekten zijn voorbij, de missie is uitgepuurd. Het Vlaams Energiebedrijf (VEB) wil de energiekosten van de publieke sector verminderen, punt. De eerste resultaten zijn veelbelovend. In zijn eerste volledige werkjaar bespaarde het VEB de overheidsdiensten waarvoor het werkt al 4,7 miljoen euro bij de aankoop van energie, en 1,5 miljoen door elektronische facturering.

Het potentieel is echter nog immens. De Vlaamse overheid is de op twee na grootste stroomverbruiker van België. Maar die grootverbruiker bestaat uit meer dan 5000 entiteiten en ruim 100.000 afnamepunten. Huybrechts: “Door hun vragen te bundelen, creëren we schaalvoordelen. Energie leveren is de instap, maar wat we eigenlijk willen doen, is hen ontzorgen.”

Het is een ander verhaal dan dat wat sommigen bij de opstart vier jaar geleden hoopten. De 200 miljoen kapitaal die het VEB kreeg, bleek ruim onvoldoende voor de wilde plannen om een concurrent van Electrabel uit te bouwen. Het Vlaamse regeerakkoord focuste daarom op energielevering, energie-efficiëntie en investeringen. Alleen visten Gimv, de Limburgse Reconversiemaatschappij LRM, PMV en VEB daardoor in dezelfde vijver voor investeringen. Dat werd verholpen door het VEB onder te brengen bij de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV. 150 miljoen euro kapitaal werd doorgeschoven naar het nieuwe moederbedrijf. Het VEB vond een nieuwe kerntaak: het verzamelen van energiedata. Dat moet leiden tot de grootste energiedatabank van het land, Terra.

Lage kosten

Toch is niet iedereen enthousiast over de nieuweling. Een van de twee leveranciers die tot nu toe de meeste overheidscontracten binnenhaalden (Electrabel en EDF-Luminus), stuurde zelfs een dagvaarding naar één van de nieuwe klanten van het VEB. De ongerustheid is niet onlogisch: samen staan de Vlaamse overheidsdiensten voor een energiefactuur van 700 miljoen euro.

Daarvan wordt nu 55 miljoen euro door het VEB gefactureerd, al verwachten de twee toplui de omzet te vervier- of vervijfvoudigen tegen 2018. “Nu zitten we aan 11 procent van onze beoogde doelgroep. Dit jaar zijn we met 40 procent gestegen, van 7000 naar 10.000 leverpunten bij 90 klanten: twee provincies, één universiteit, twee universitaire ziekenhuizen, de stad Diksmuide… Zij zijn onze referenties.”

De klanten worden verleid met erg lage tarieven en een doordachte ontzorging. Zo werkt het VEB sinds 1 november voor een aantal grote socialehuisvestingsmaatschappijen. “Onze moeilijkste en interessantste klant tot nu toe”, vertelt Meire. “Er is een vrij hoog verloop. Een week leegstand betekent dat er in korte tijd drie huurders zijn: degene die vertrekt, de huisvestingsmaatschappij en de nieuwe huurder. Ons standaardtarief ligt lager dan het sociaal tarief dat veel huurders krijgen.”

Dat komt door de op één klantensoort toegespitste lagekostenaanpak van het VEB. “We hebben één contract, één berekeningsformule, geen marketingkosten, en zo goed als geen wanbetalers. Over de eerste elf maanden van 2015 is 99,8 procent van de facturen betaald.”

Aankoopcentrale

Het VEB fungeert ook als aankoopcentrale. Huybrechts: “Wij volgen de wet op de overheidsaanbestedingen. Onze energie kopen we aan op de kortetermijnmarkt, waardoor we geen toeslagen voor flexibiliteit of risicopremies moeten betalen. Nu gebeurt dat nog via een partner. Als ons volume groter wordt, zullen we wellicht rechtstreeks op de markt aankopen.”

In tijden van onevenwicht op de markt kunnen de prijzen op de kortetermijnmarkt door het dak gaan. Meire is er echter gerust in. “Als de prijs 24 uur lang op 3000 euro staat, komt er 8 procent bij op je factuur. Maar gemiddeld ben je daar wel goedkoper af, 10 tot 11 procent. In het Oude Testament is sprake van zeven vette en zeven magere jaren. Statistisch doet de kortetermijnmarkt het zeven van de acht jaren beter dan de termijnmarkt. Dat slechtere jaar komt zeker, maar de andere jaren bespaar je wel. Bovendien is het flexibel: als een klant bij ons aanklopt, kunnen we die bij wijze van spreken de dag daarop energie leveren.”

Huybrechts: “We beperken ons tot onze niche: iedereen die de wet op de overheidsaanbestedingen moet volgen. Burgers of kmo’s beleveren we niet.”

“Onze boodschap is duidelijk: kijk achter de meter”, stelt Meire. “Nu zoeken veel bedrijven naar optimalisaties in hun energieaankopen, terwijl de echte besparingen zitten in minder energieverbruik.”

Huybrechts: “We zetten de doelen die de overheid zich stelt, of aan bedrijven en burgers oplegt, in daden om. Daardoor nemen we omzet af van anderen, maar het is geen doel op zich.”

Het VEB beperkt zich niet tot Vlaanderen. Het levert al energie aan Vlaamse overheidsdiensten in Brussel en Wallonië. De vraag of pakweg de NMBS of de Waalse vervoersmaatschappij TEC klant kan worden, vindt het duo “een verleidelijk idee”. Al verzekert Huybrechts: “Maar we willen niet lopen voor we kunnen stappen.”

Efficiëntie

Naast de Vlaamse overheid – onder andere De Lijn, VDAB, Het Facilitair Bedrijf, en Kind & Gezin – mikt het VEB ook op lokale besturen, de zorgsector, scholen en sociale huisvesting.

Met het openbaar psychiatrisch zorgcentrum (OPZC) Rekem werd een eerste ESCO-contract (energy service company) in de publieke sector afgesloten. Engie-dochter Cofely Services neemt de investeringen in onder meer een kleinschalig warmtenet, een warmtepomp, een centrale voor warmtekrachtkoppeling, isolatie en dergelijke voor zijn rekening. Die moeten de jaarlijkse energiefactuur van 650.000 euro met 30 procent doen dalen. 20 procent daarvan wordt de komende tien jaar gebruikt om Cofely te vergoeden, 10 procent voelt het OPZC nu al in zijn portefeuille.

Zulke percentages zijn niet overal haalbaar. Meire: “Het OPZC is 24 uur per dag bemand. Maar scholen bijvoorbeeld worden niet continu gebruikt. We zijn in gesprek om een aantal proefprojecten op te zetten. Eind dit jaar of begin 2017 willen we tot een gunning overgaan voor de Universiteit Antwerpen; en ook met het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) in Merelbeke zijn we bezig. Met vier, vijf anderen lopen gesprekken.”

Bij efficiëntieprojecten wil het VEB de markt zo veel mogelijk laten meedenken. “We zijn geen studiebureau of installatiebedrijf. We willen niet zozeer een aanbod creëren, als wel de vraag versterken.”

Huybrechts: “De bedoeling moet zijn dat, als een organisatie de energiefactuur met bijvoorbeeld 6 procent ziet dalen, ze dat geld herinvesteert in efficiëntie. Dan creëer je een sneeuwbaleffect. Zodra die efficiëntie op kruissnelheid is, kun je de winsten elders besteden. Want dat blijft het gevaar bij de overheid, dat de winst van een besparing al vijf keer is uitgegeven op het moment dat ze wordt gerealiseerd.”

“Je ziet dat de energiemarkt haar focus verlegt”, vindt Meire. “Vroeger ging het over hernieuwbare-energieproductie, nu zie je in Europa een verschuiving naar efficiëntie. Het klimaatverdrag van Parijs is een extra argument om inspanningen te doen. Wij kunnen een rol spelen als kenniscentrum.”

Terra

Voor de derde poot, het uitbouwen van energiedata, werkt het VEB samen met Het Facilitair Bedrijf, Ruimte Vlaanderen en Wonen Vlaanderen, het Vlaams Energieagentschap, en het agentschap Informatie Vlaanderen aan een datawarehouse, Terra. Dat moet energiedata en patrimoniumgegevens samenbrengen, waarmee het VEB beter het besparingspotentieel in kaart kan brengen. Terra werkt ook op basis van de vastgoeddatabank, waarvoor Huybrechts nog zelf de basis legde, om de vastgoedportefeuille van de overheid efficiënter te beheren.

Dat het VEB als overheidsbedrijf een buitenbeentje is in het energielandschap, wil niet zeggen dat het geen winst nastreeft. Huybrechts: “We moeten zelfbedruipend zijn, met een gematigde rendementsverwachting waar onze aandeelhouder zich in kan vinden. Ik vermoed dat we tegen 2017-2018 break-even kunnen draaien, maar onze raad van bestuur is bezig met een strategische oefening. Dat kan twee, drie jaar wegen op de resultaten. We willen niet té hard groeien. Maar dat we in 2018 richting 250 miljoen euro omzet gaan, daar verwed ik een bak cola op.”

Luc Huysmans, fotogra?e Franky Verdickt

“De bedoeling moet zijn dat, als een organisatie de energiefactuur met bijvoorbeeld 6 procent ziet dalen, ze dat geld herinvesteert in efficiëntie. Dan creëer je een sneeuwbaleffect”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content