De dwingende noodzaak van open innovatie

Tom Heyman, de baas van Janssen Pharmaceutica, zweert bij open innovatie. En ook het Leuvense technologie-instituut Imec voert het concept hoog in het vaandel. De belangstelling voor open innovatie, een term die professor Henry Chesbrough van de universiteit van Berkeley in 2003 lanceerde, neemt snel toe, evenredig met de onzekerheid over wat het precies inhoudt.

Open innovatie is dan ook een vlag die een brede lading dekt. Het vaakst aangehaalde voorbeeld is dat van de samenwerking tussen de koffieproducent Douwe Egberts en de elektronicaproducent Philips, wat leidde tot het enorm succesvolle koffieapparaat Senseo.

Concreet komt het erop neer dat een bedrijf of instituut de eigen positie probeert te versterken door het weven van een zo dicht mogelijk netwerk van contacten. Het innovatieproces moet sneller verlopen, minder kosten en flexibeler zijn. Dat in tegenstelling tot gesloten innovatie, waarbij productontwikkeling en marktintroductie integraal binnen de muren van de organisatie gebeuren. In de praktijk blijkt nog vaak dat bedrijven het moeilijk hebben om ideeën van anderen over te nemen. Bij hen liever geen pottenkijkers.

Gelukkig begint het te dagen bij steeds meer sectoren en bedrijven dat het niet houdbaar is om zichzelf in een ivoren toren op te sluiten. Knappe koppen werken niet allemaal samen onder een dak. Geen enkel bedrijf kan nog de hele keten van competenties bestrijken. Janssen Pharmaceutica is daarvan een goed voor-beeld. De farmasector is een van de vele sectoren die onder enorme druk staan door de verzwakkende productpijplijnen en een gebrek aan ideeën. Maar ook voor vele kmo’s biedt open innovatie een antwoord op het gebrek aan geld en ideeën.

Open innovatie is intussen al enkele jaren een modewoord in de VS. Iemand als Heyman, die vanuit de VS al bijna twee decennia verantwoordelijk is voor businessdevelopment bij een wereldspeler als Johnson & Johnson (J&J), zag de bui daardoor al veel langer hangen. Amper gearriveerd bij J&J-dochter Janssen Pharmaceutica schakelde hij er de open innovatie resoluut in hoogste versnelling. Zowel universiteiten, innovatieve biotechnologiebedrijven als de directe concurrenten worden uitgenodigd om samen te werken. En dat dit ook overnames in de hand kan werken, spreekt voor zich.

Dat die open innovatie ongetwijfeld een fors stuk van de bedrijfsmarges kost en ook juridische consequenties heeft, ligt voor de hand. Maar goede afspraken maken goede vrienden. Dat verlies wordt op lange termijn ruimschoots gecompenseerd door de positieve impact van nieuwe technologie en synergievoordelen die uit de open innovatie kunnen groeien, terwijl de ontwikkelingskosten van nieuwe technologie kunnen worden gedeeld. Hoe vroeger de relaties worden gevormd, hoe kleiner trouwens de impact op de marges.

Do-it “Ik voel mij nooit gerust”, blz. 78

Door Bert Lauwers

In steeds meer sectoren en bedrijven begint het te dagen dat het niet houdbaar is om zichzelf in een ivoren toren op te sluiten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content