De dure staat

In tijden van besparingen moet de staat de broekriem aanhalen. Maar waar is nog ruimte om te beknibbelen?

De ene begrotingsinspanning volgt op de andere. Bij de jongste begrotingscontrole vond de federale regering 750 miljoen aan besparingen, waarvan 58 procent door een vermindering van de overheidsuitgaven. De regering liep ook vooruit op 2014 door nog eens voor 2,37 miljard euro te besparen, waarvan meer dan de helft uit een verlaging van de bestedingen. Daarmee is België op weg om binnen de Europese krijtlijnen te blijven om het budget te beheersen.

Dat de overheidsrekening gesaneerd moet worden, daarover bestaat een vrij grote consensus. Hoe? Daarover lopen de meningen uiteen. Dat stelden de deelnemers aan de tweede Trends Summer University in Knokke-Heist vast. Een vijftigtal CEO’s debatteerde over vier thema’s. Het debat over ‘Minder staat of betere staat?’ werd gevoerd door Gwendolyn Rutten, voorzitter Open Vld, Jo Libeer, gedelegeerd bestuurder van Voka, Herman Daems, voorzitter van BNP Paribas Fortis, en Jean-Marc Delporte, voorzitter van het directiecomité van de federale overheidsdienst Economie.

Verdeling van de middelen

Kamerlid Christophe Lacroix (PS) verving de minister van Overheidsbedrijven Jean-Pascal Labille en leidde het debat in. Van het publiek kreeg hij niet veel meer dan een beleefd applaus. “U zult zeggen ‘er is al te veel staat’. Toch pleit ik voor meer en een betere staat”, verklaarde Lacroix in naam van ‘zijn’ minister, die hem zijn officiële toespraak had doorgespeeld. “Meer staat omdat in de crisis de bedreigde bevolkingsgroepen op de eerste rij staan en het de plicht is van de overheid om hen te steunen. Maar ook een betere staat, omdat de budgettaire moeilijkheden de overheid verplichten om te waken over een goede verdeling van de middelen. Ze moet ervoor zorgen dat de middelen van de overheid terechtkomen daar waar ze het meest nuttig zijn voor de burgers.”

Het is precies bij die toewijzing van middelen dat de staat tekortschiet, vond Jo Libeer. “Bij Voka ontwikkelen we een barometer met 40 parameters, onder meer armoede, participatie, mobiliteit enzovoort. Daarmee kunnen we de hoge kostprijs van de staat en wat de burger ervoor terugkrijgt evalueren. Een overheid die veel geld kost, mag desnoods bestaan, maar dan moeten de beloofde diensten geleverd worden.”

Tijdens het debat kwam een cijfer nadrukkelijk terug: 54 procent. In België vertegenwoordigen de bestedingen van de administraties 54,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2012 volgens Eurostat, een koploper in Europa.

Gwendolyn Rutten vindt dat te veel. Volgens haar moet dat cijfer onder de 50 procentgrens duiken. Volgens de voorzitter van Open Vld is onze staat te vet en levert hij onvoldoende return on investment. “Dat heeft te maken met de keuzes die de jongste jaren gemaakt werden om de staatshervorming tot stand te brengen. Door steeds meer bevoegdheidsniveaus te creëren, werden de zaken alleen maar ingewikkelder. De komende vijf jaar moeten we onze instellingen stabiliseren. We hebben geen behoefte aan een verdere staatshervorming, maar wel aan een staat die op minder grote voet leeft.” Als voorbeeld wijst ze naar de hervorming van de Senaat, die per jaar 14 miljoen euro oplevert. “Daarna moeten we gaan kijken bij de intercommunales en de provincies.”

Rutten stelt ook de vraag over de opdrachten die de overheid nog moet uitvoeren. “De kostprijs van de vergrijzing stijgt. We moeten keuzes maken. De kosten van het openbaar vervoer in België bedragen 5 miljard euro per jaar. Moet de overheid zich nog met het trein- of busvervoer bezighouden, om de 200 meter een halte voorzien en de bussen dag en nacht laten rijden?”

Openbare uitgaven in bedwang houden of verlagen?

Volgens Libeer moet krachtdadig gehandeld worden om ontsporing te vermijden, maar ook om de groei weer op gang te brengen en de ondernemers ademruimte te geven. Hij haalt zijn rekenmachientje boven. “Volgend jaar stijgen de openbare bestedingen met 2,7 procent. In de sociale zekerheid is dat zelfs 3,6 procent. Men vertelt ons dat de staat bespaart. Normaal betekent besparen minder uitgeven, maar niet in België, daar betekent het de uitgaven minder doen toenemen.”

Jean-Marc Delporte hield er in naam van de federale administratie aan om de zaken op een rijtje te zetten. Hij zegt dat de federale overheid aanzienlijke inspanningen doet. “De federale staat telt 83.000 ambtenaren. Dat getal verhoogt niet meer. Als er gesproken wordt van ontsporingen, dan moeten die zeker niet op het federaal niveau gezocht worden. Verder kunnen we niet, anders worden de essentiële functies van de staat bedreigd.”

Participaties verkopen

Bij de sprekers leek er een consensus te groeien om de overheidsparticipaties in sommige openbare ondernemingen onder de loep te nemen. Daarbij kwam in het bijzonder Belgacom in het vizier. “Waarom verkoopt de staat niet een deel van zijn activa”, vroeg Herman Daems, de voorzitter van BNP Paribas Fortis en van de raad van bestuur van de KU Leuven, zich af. “Vijftig of zestig jaar geleden was de overheid van oordeel dat monopolies nodig waren en dat bepaalde diensten op collectieve wijze geleverd moesten worden. Dat is niet meer van deze tijd. De telecombedrijven zijn geen openbare eigendommen, het zijn privé-eigendommen.”

Lacroix vindt het behoud van overheidsparticipaties in openbare bedrijven gerechtvaardigd omdat die ondernemingen een aantal publieke diensten moeten leveren aan de bevolking. In het geval van de telecombedrijven gaat om de universele dienstverlening en de strijd tegen de digitale kloof, bij bpost gaat het over de sociale rol die de postbode speelt, voor de NMBS het vervoer van de pendelaars enzovoort. “We mogen niet vergeten dat de overheidsbedrijven tot de grootste werkgevers van België behoren. De NMBS heeft 45.000 mensen in dienst, bpost 27.000 en Belgacom 17.000. Die ondernemingen behoren ook tot de belangrijkste investeerders van het land en zij dragen aanzienlijk bij tot het staatsbudget.”

Die argumenten volstonden niet om Libeer, Daems en Rutten te overtuigen. Zelfs Delporte zette de deur op een kier als het over Belgacom ging. Toch benadrukte hij de beperkte impact van een verkoop van overheidsparticipaties op het federale budget.

“Je moet ze vergelijken met het volume van de schuld”, zei Delporte. Een verkoop van Belgacom-aandelen duwt de overheidsschuld niet beneden 90 procent van het bbp.” Bovendien is het een one-shotoperatie terwijl een onderneming als Belgacom de openbare financiën niets kost, maar jaarlijks 400 miljoen euro dividenden oplevert.

GILLES QUOISTIAUX, FOTOGRAFIE DANN

“Een verkoop van Belgacom-aandelen duwt de overheidsschuld niet beneden 90 procent van het bbp” Jean-Marc Delport, fod Economie

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content