De dood van de seizoenstoerist

Lieven Desmet Lieven Desmet is redacteur bij Trends.

Het kusttoerisme beleeft een gigantisch veranderingsproces. Hét seizoen bestaat niet meer. De opkomst van de ‘tweede woning’ zorgt voor urbanistische vraagstukken, terwijl de swingende vastgoedprijzen tal van ondernemers aan het dromen zetten. En dan moet de zomer nog beginnen.

De Belgische zomer 2007 doet aardig zijn best om zijn legendarische wisselvalligheid in de verf te zetten. Wie vandaag aan de kust zijn brood verdient op het ritme van de zon, heeft reden tot klagen. Al is het plaatje iets ingewikkelder dan dat. Trends trok zijn stoute laarzen aan – sandalen zijn te braaf bij het heersende klimaat – en ging op onderzoek. We spraken met ondernemers die actief zijn aan de kust. Daaruit besluiten we: de ondernemingen die rechtstreeks gerelateerd zijn aan de zon (strandstoelen, ijsjesverkoop,…) zien hun omzet drastisch dalen, terwijl hun vaste kosten nagenoeg dezelfde zijn. Andere zaken, denk maar aan de vele horecazaken, merken sinds geruime tijd een verschuiving van het typische toeristenpatroon. Hét seizoen bestaat niet meer, maar wordt uitgespreid over het hele jaar. Ook de stijgende verkoop van tweede woningen aan de kust tekent mee voor dat veranderingsproces. Meer mensen komen meer tijd spenderen aan de kust, zij het minder gesegmenteerd.

Die nieuwe trend biedt kansen voor de handelaars die daarop willen en kunnen inspelen. “Het toerisme kent een gedaanteverwisseling die we nooit eerder hebben meegemaakt. Het is aan de handelaars om daar creatief op in te spelen,” zegt Ivan Cattrysse. De ex-burgemeester van De Haan en zelf ook ondernemer, stelt dat de kust zich al sinds de jaren zeventig aan het omturnen is. “De ongebreidelde groei van de jaren daarvoor kwam toen tot een eind, onder meer door de eerste campingdecreten, strengere normeringen en eisen voor meer comfort.” Evoluties die handenvol geld kostten aan de betrokken ondernemers. Dat had zo zijn gevolgen. De ‘tweede woning’ werd populairder en de beschikbare ruimte ging in een angstaanjagend tempo voor de bijl.

Het laatste hotel?

“Ik voerde in de twintig jaar dat ik burgemeester ben geweest heroïsche gevechten met bouwpromotoren om De Haan te vrijwaren van hoogbouw en om zijn authentieke karakter zoveel mogelijk te behouden,” stelt Cattrysse. Daar betaalt De Haan vandaag – letterlijk – een prijs voor. “Ik krijg vandaag het verwijt dat De Haan onbetaalbaar is geworden voor zijn inwoners. De vastgoedprijzen in de concessie ( nvdr – historisch hart, opgetrokken in de Anglo-Normandische stijl) zijn waanzinnig hoog. Alleen hoor ik dezelfde eigenaars niet klagen als ze zélf hun eigendom hebben verkocht. Al moet ik toegeven dat ik die evolutie niet had kunnen voorspellen. Maar wat was het alternatief?”

Dat hoteliers voor hun eigendom een smak geld krijgen geboden door bouwpromotoren, scherpt die discussie enkel aan. De Haan wil nu een hotelplan invoeren, waardoor de bestemming van die panden vastgelegd zou worden. Ook de Vlaamse overheid speelt met die idee. Bouwpromotor Bart Versluys (zie ook blz. 38) heeft daar alle begrip voor: “Het zou een spijtige zaak zijn, mochten de kusthotels verdwijnen, omdat dit het toeristische aanbod zou verschralen. Wel moet vermeden worden dat de eigenaars in de komende jaren hun hotel laten verkrotten, omdat ze de investeringen gewoon niet kunnen dragen. Hetzelfde is voor een stuk gebeurd in De Haan, waar een streng beleid tegen verkavelingen heeft geleid tot de verkrotting van heel wat grote villa’s. De terechte drang naar authenticiteit en kleinschaligheid leidt soms tot dalende investeringen. Let wel: ik ben als promotor absoluut geen tegenstander van ruimtelijke ordening. Die creëert immers schaarste. Dat is gunstig voor de prijsevolutie van onze projecten. Maar het beleid moet redelijk blijven.”

Babyboomers

Bart Versluys richt zich op kwaliteitsvolle appartementen, minder op kleine tweede woningen. De doelgroep bestaat uit de babyboomers, die steeds langer aan de kust verblijven en stilaan ook zullen verhuizen. “Deze mensen hebben meer geld dan de gemiddelde vakantiegast en willen dat spenderen. Dat draagt relatief veel bij tot de economie. Ook aan de gemeentekas als ze zich permanent vestigen. Verkavelen is dus niet – zoals vroeger – een oneshotoperatie, maar draagt in ons geval bij tot een solide economie. Onze projecten zorgen ervoor dat de kust minder bestaat uit spooksteden.”

Lieven Desmet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content