‘De digitale revolutie is nog maar begonnen’

Binnenkort wordt uw auto bestuurd door Google, brengt Amazon de boodschappen aan uw deur en studeren jongeren via het internet. “Velen beseffen nog altijd te weinig hoe snel en ingrijpend de wereld verandert”, zegt IT-expert Peter Hinssen. “En we staan nog maar aan het begin van de digitale revolutie. ”

Een begraafplaats van bedrijven. Dat heb je eigenlijk in handen met een smartphone of een tablet. De apps, programma’s die op die toestellen staan, zijn vaak het enige wat nog rest van zaken die decennialang zijn meegegaan: postkantoren, platenzaken, boekwinkels, krantenkiosken. Digitalisering degradeert ze allemaal tot nichespelers. En dat gaat almaar sneller. Gps-toestellen hebben nog maar net de stratenatlassen uit de auto geweerd, en worden nu al op hun beurt antieke elektronica door de opkomst van navigatie-apps en de ingebouwde gps-functionaliteit van smartphones en tablets.

Wie denkt dat het in België allemaal niet zo’n vaart zal lopen, vergist zich schromelijk. In 2013 zal waarschijnlijk een op de twee Belgen een smartphone hebben. De penetratie van tablets gaat nog harder. De digitale Zwitserse zakmessen zullen nog meer bedrijven en activiteiten vervangen. “Het is een verschuiving die niet van op de ene dag op de andere is gebeurd, maar ze verloopt erg snel. Sommige bedrijven moeten zich heel snel bezinnen over welke toegevoegde waarde ze nog bieden in die nieuwe wereld”, meent Peter Hinssen. De oprichter en voorzitter van Accross Technology, dat strategisch IT-advies verleent, gaf de voorbije jaren in de wereld lezingen over hoe al die technologische veranderingen de maatschappij transformeren. Twee jaar geleden schreef Hinssen met ‘Digital is het nieuwe normaal’ ook al een boek over dat thema. De komende maanden zet hij die lezingen even op een lager pitje. “Ik wil het aantal verre reizen beperken en even wat gas terugnemen. Mogelijk begin ik aan een nieuw boek. Ik ben enorm gefascineerd door de versnelling van de digitale revolutie en door hoe dat de levenscyclus van bedrijven verkort. Een bedrijf als Microsoft leek tot voor kort onaantastbaar, maar het heeft de opkomst van smartphones en tablets gemist.”

Het is toch vreemd dat technologiebedrijven zich nog laten verrassen door evoluties in IT? Die zijn gekoppeld aan verbeteringen bij de ontwikkeling van computerchips. Die volgen al decennialang een exponentiële curve, de zogenaamde wet van Moore.

PETER HINSSEN. “Die curve wordt inderdaad vrij goed gevolgd. Om de achttien maanden verdubbelt de capaciteit. Daardoor is het gemakkelijk te voorspellen waartoe de toestellen technisch in staat zullen zijn. Toen ik een tiener was, was de Space Shuttle echt spitstechnologie. Dertig jaar later kan je gewoon een winkel binnenstappen en buitenkomen met een tablet met een veel grotere rekenkracht dan de apparatuur in de Shuttle ooit had. We kunnen min of meer voorspellen hoe de rekenkracht de komende dertig jaar zal evolueren, maar niet waarvoor we ze gaan gebruiken. Dat vind ik fascinerend aan IT.

“Die technologische revolutie gaat ook gepaard met een enorme aangroei van kennis. We leven niet in het IT-tijdperk, maar in het informatietijdperk. Informatie en innovatie verspreiden zich sneller dan ooit tevoren dankzij digitalisering en netwerkeffecten. Dat zal nog een veel grotere impact hebben.”

Zijn bedrijven voorbereid op die verdere digitalisering?

HINSSEN. “Neen. De meeste bedrijven worstelen daar enorm mee. Vorig jaar was ik bij Harper Collins, een van de grootste uitgevers ter wereld. De helft van zijn omzet komt uit elektronische boeken. De helft! In enkele jaren hebben e-readers en tablets voor die verschuiving gezorgd. Papieren boeken zullen niet verdwijnen, maar e-boeken zullen de dienst uitmaken, ook hier in Vlaanderen.

“Harper Collins mag dan mee zijn met de trend, het kampt met een enorm probleem. Meer dan 97 procent van zijn digitale omzet verloopt via de onlineretailer Amazon en die houdt alle cruciale informatie voor zich. Amazon weet perfect wie Harpers e-boeken leest, en hoe vaak en wanneer ze worden gelezen. Uitgevers weten niets meer over hun klanten. Bovendien gaat Amazon nu ook achter de auteurs aan. ‘Wij kunnen ook papieren boeken printen, de digitale distributie verzorgen en bovendien bieden we meer royalty’s’, argumenteert het. Dat is een zeer lastige situatie voor uitgevers. Eigenlijk staan ze machteloos.”

Amazon is ook actief in een pak andere sectoren.

HINSSEN. “Het bouwt aan een onwaarschijnlijk imperium. Binnenkort begint het met de levering van boodschappen in heel de Verenigde Staten. Er zit daar ongelofelijk veel talent bijeen. Ze doen alles op hun eigen manier. Onlangs sprak ik met Smucker’s, een Amerikaanse producent van cakes, muffins, confituur, enzovoort. Smucker’s draait een omzet van 7 miljard dollar, het is een prachtbedrijf. Amazon vroeg de potjes confituur anders aan te leveren. Amazon wilde ze individueel krijgen in plaats van in verpakkingen van twaalf. Daar zagen ze bij Smucker’s het nut niet van in, tot ze een van de distributiecentra van Amazon moesten bezoeken. Zodra daar palletten aankomen, worden de producten individueel in bakken gezet, die dan willekeurig in de loodsen worden verspreid. De medewerkers van Amazon hebben allemaal een hoogtechnologische handschoen aan, die elk item inscant bij het uitpakken. Zo wordt de locatie van het product bijgehouden. De mensen van Smucker’s konden hun ogen niet geloven. Amazon was er bewust een boeltje van aan het maken, vonden ze. In de klassieke logistiek zet je alles netjes bij elkaar, maar dat is verkeerd volgens Amazon. Bij populaire items staan order pickers elkaar dan weg te dringen. De willekeurige opstelling en een computersysteem vermijden die files. Dat is geniaal. Ook op andere niveaus is Amazon vernieuwend bezig. Ik heb voor geen enkel ander bedrijf zo veel respect als voor Amazon. Retailers hebben echt geen flauw benul van wat op hen afkomt.”

Is de hyperefficiënte logistiek van Amazon wel zo revolutionair? Is wat Google met zijn computergestuurde auto’s doet, niet veel meer baanbrekend?

HINSSEN. “Ik heb die driverless cars vorig jaar aan het werk gezien. Ze zijn fantastisch en eng tegelijk. Die auto’s rijden volledig autonoom, zonder chauffeur. Ze hebben al meer dan 950.000 mijl afgelegd in het verkeer. Nu al kan Google aantonen dat ze veel efficiënter en veiliger rijden dan met mensen achter het stuur. Dat biedt enorm veel mogelijkheden. In plaats van zelf met de kinderen rond te rijden in het weekend, kan je zo’n driverless car instructies geven om ze te brengen en weer op te halen. Of je kan de auto je laten afzetten en zichzelf dan laten parkeren. Dat is een totaal nieuwe aanpak van mobiliteit. Iedereen krijgt een gecomputeriseerde privéchauffeur. In de files zou je dan kunnen werken, als die er dan nog zouden zijn. Volgens Google wordt de capaciteit van de snelwegen met driverless cars zeventien keer groter. Dan hoeven we helemaal geen extra rijstroken bij te leggen op de E40.”

Toch vreemd dat het een experiment van een zoekmachine is en niet van een traditionele autoconstructeur.

HINSSEN. “Als je mensen van Google daarop aanspreekt, krijg je het heel grote antwoord “BMW, Ford en de andere constructeurs zitten nog in het mechanische tijdperk”. Kortom, zij denken nog in termen van pistons, olie en staal. Voor Google is het in de eerste plaats een probleem van informatie: hoe zorg je ervoor dat een auto volledig autonoom kan rondrijden in het verkeer? Nu moeten ze de auto’s daarvoor nog vol computers stoppen, maar over enkele jaren zal het brein van onze auto perfect op onze smartphone passen. Ze maken echt grote vorderingen. De technisch directeur van Ford heeft me onlangs tijdens een panelgesprek gezegd dat zijn grootste concurrent Google is, en niet een of andere constructeur.”

Amazon kan gemakkelijk over de uitgevers heen walsen, maar is de auto-industrie niet te machtig voor Google?

HINSSEN. “Natuurlijk kunnen ze dat proberen tegen te houden. In het verleden hebben bestaande bedrijven al nieuwe technologie tegengewerkt. Maar er zal wel altijd ergens een speler zijn die volop voor innovatie kiest. Misschien maakt een constructeur uit China of India wel een deal met Google. Als dat de beste oplossing is, zal de consument uiteindelijk de balans in de richting van nieuwe technologie doen overhellen. Dan zullen zelfs die grote conservatieve spelers hun heilige huisjes moeten slopen om te overleven. Niet alleen het bedrijfsleven, ook onderwijs en andere domeinen moeten veranderen.”

Is het niet logisch dat bedrijven van nature terughoudend zijn? Investeringen in nieuwe technologie draaien vaak faliekant uit en kelderen soms bedrijven.

HINSSEN. “Bedrijven zullen verkeerde keuzes blijven maken, of te vroeg op een nieuwe technologie inzetten, of te lang wachten. Maar ze moeten zich aanpassen aan die steeds snellere innovatiecycli. Het probleem bij traditionele bedrijven is dat ze meteen een allesomvattende oplossing willen en daarvoor enkel denken in termen van grote stalinistische projecten. Die mogen dan niet mislukken en kosten dubbel zo veel als gebudgetteerd. De ontwikkeling duurt ook veel te lang. Ze moeten denken zoals start-ups in Silicon Valley. Die experimenteren constant. In een eerste fase gebeurt dat kleinschalig. Ook traditionele bedrijven zullen zo moeten werken, maar de meeste hebben nog een enorme weg af te leggen.”

STIJN FOCKEDEY, FOTOGRAFIE THOMAS SWEERTVAEGHER

“Toen ik een tiener was, was de Space Shuttle echt spitstechnologie. Dertig jaar later zijn er tablets met een veel grotere rekenkracht dan de apparatuur in de Shuttle ooit had”

“Een directeur van Ford zei me onlangs dat zijn grootste concurrent Google is”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content