De demarrage van Jan De Clerck

Dinsdag wordt voor het eerst in twaalf jaar de start gegeven van de Ronde van België. Een thuiswedstrijd voor de renners van Domo-Farm Frites, én voor hoofdsponsor Jan De Clerck.

Kappen met het verleden. Dat was wat topman Jan De Clerck van Domo wou toen hij twee jaar geleden besliste om in de wielersport te stappen. Weg uit de donkere hoekjes van de Belgische economie. Transparantie moest het nieuwe credo worden. Om alle verdachtmakingen voor te zijn, stond De Clerck erop dat zijn wielerploeg een Belgische licentie zou aanvragen. Veel andere ploegen opteren voor fiscaal gunstiger oorden als Luxemburg of San Marino, waar bijvoorbeeld Mercatone Uno – de ploeg van Marco Pantani – zijn hoofdkwartier heeft.

Achtervolgd door Beaulieu

Domo heeft zich in de loop der jaren verticaal geïntegreerd. Nu steunt de bedrijvengroep op drie pijlers: chemie, garens en vloerbekleding. Tot voor kort was dat nauwelijks tot het brede publiek doorgedrongen. Het was de nieuwe marketingdirecteur Dennis De Jonckere die er Jan De Clerck attent op maakte dat daardoor heel wat kansen bleven liggen. “De buitenwereld wist niet waarvoor Domo stond. Het Beaulieu-verleden woog bijvoorbeeld zeer zwaar op de personeelsrekrutering. De groep wou ook aan naambekendheid winnen, omdat het management in die periode een notering op de Brusselse beurs overwoog.”

Via zijn buurman, profwielrenner Nico Mattan, kwam Dennis De Jonckere in contact met Patrick Lefevere, die zijn strepen had verdiend als ploegleider van Mapei. “Het klinkt ongeloofwaardig, maar twee dagen voordien had ik net aan grote baas Squinzi meegedeeld dat ik er even tussenuit wou. Ik zou een rustperiode inbouwen. Maar toen ik de kans kreeg om een Belgisch topteam te helpen uitbouwen, twijfelde ik geen moment,” aldus Lefevere. Echt makkelijk ging het niet. Het nochtans aanzienlijke budget van Domo bleek ontoereikend om een echt topteam op poten te zetten. Versterking kwam er van de Nederlandse aardappelspecialist Farm Frites, die al veel langer in het peloton aanwezig was en zich stapsgewijs uit de wielersport wou terugtrekken.

Zeven miljoen euro… en een beetje

De nieuwe wielerploeg kreeg gestalte door de oprichting van Belgian Sports Promotion. Alle aandelen van deze naamloze vennootschap zijn in handen van Domo. Lefevere is gedelegeerd bestuurder, terwijl Peter Post een bestuurderszitje heeft als waakhond van Farm Frites. Er is onderling overeengekomen dat als Domo de wielersponsoring voor bekeken houdt, Lefevere de eerste kans krijgt om de aandelen over te nemen.

Het totale budget van de ploeg bedraagt officieel 7 miljoen euro. Maar om toenmalig wereldkampioen RomansVainsteins en later ook het Franse godenkind Richard Virenque aan te trekken, moest er even buiten de lijntjes gekleurd worden. Domo hoest nu jaarlijks bijna 4,5 miljoen euro op. Farm Frites legt anderhalf miljoen euro op tafel, terwijl de rest uit de zakken van een paar kleinere sponsors komt, die elk tussen de 100.000 en de 250.000 euro bijleggen. Eddy Merckx, die ook het VlaanderenT-Interim-team steunt, geeft naast een bedrag van zowat 100.000 euro ook nog eens 120 fietsen. Autosponsor Peugeot stelt dertien wagens ter beschikking, transportgroep De Rijke twee vrachtwagens die uitgerust zijn met wasmachine, droogkast, keuken en een heus fietsenatelier. Daarnaast zijn er nog een resem kleinere technische en logistieke sponsors (zie tabel).

Startpremies vormen een belangrijk deel van de inkomsten voor een wielerploeg. Naargelang van de klassering van hun wedstrijd betalen de organisatoren een soort onkostenvergoeding aan de deelnemende ploegen. “Voor een wedstrijd als Gent-Wevelgem krijgen we 4000 euro uitbetaald,” zegt Lefevere. “Dat is mooi meegenomen, maar bijlange niet toereikend om alle transport en hotelkosten mee te betalen. Vorig jaar hebben wij bijvoorbeeld voor 300.000 euro vliegtickets gekocht. Gelukkig zijn er nog een paar organisatoren, zoals die van Philadelphia en van de Ronde van Maleisië, die een stuk meer betalen dan de opgelegde minima.” Bij Domo-Farm Frites komen deze startpremies, jaarlijks ongeveer 175.000 euro, in een grote pot terecht waarmee de overwinningspremies worden betaald.

Afzien voor een minimumloon

Belgian Sports Promotion heeft bijna vijftig mensen op de loonlijst staan. Naast de 25 renners (de Internationale Wielerunie UCI heeft vorig jaar beslist dat een ploeg nog maximaal 25 renners in dienst mag hebben) zijn er nog vijf verzorgers, vier mecaniciens, drie ploegleiders, twee bedienden, twee artsen, één buschauffeur, één public-relationsmanager en één general manager, Patrick Lefevere. “Op jaarbasis schommelt de loonmassa rond de 5 miljoen euro, waarvan drie vierde naar de renners gaat. Iemand die voor Domo-Farm Frites rijdt, mag zeker niet klagen over zijn loon. Bij ons verdienen ze een pak meer dan het gros van het Belgische wielerpeloton, dat rondtoert tegen het minimumloon van 15.000 euro bruto. We doen dit niet alleen uit respect voor onze renners. Op die manier mogen wij ook al eens harder op de tafel kloppen wanneer prestaties uitblijven.”

In tegenstelling tot het voetbal spelen de Belgische wielerploegen wel nog mee aan de wereldtop. Eind vorige maand stond Lotto-Adecco op een tweede plaats in het UCI-klassement, Domo-Farm Frites vinden we terug op rang zeven. Die gunstige klassering heeft de ploeg van Lefevere te danken aan Johan Museeuw, die dit jaar voor de derde keer Parijs-Roubaix op zijn naam schreef, en aan de regelmaat van de Amerikaanse kampioen Fred Rodriguez. Maar ook de knechten hebben er alle belang bij dat er geregeld iemand van de ploeg op het podium komt. Patrick Lefevere: “In de jongste Parijs-Roubaix plaatsten zeven van onze renners zich bij de eerste dertig in de uitslag, wat in totaal meer dan 20.000 euro aan prijzengeld opleverde. De acht renners die aan de start van de helleklassieker stonden, mochten de prijzenpot onder elkaar verdelen.”

Samen naar de beurs

Het is nog niet echt gebruikelijk in de wielrennerij, maar de renners kunnen ook nog een centje bijverdienen dankzij een privé-sponsor. “Dat kan inderdaad, zolang die privé-sponsor geen concurrent is van één van de sponsors uit onze pool,” zegt Lefevere. “De ploegleiding kan dat toestaan, maar nooit voor langer dan één jaar.” In de contracten van de renners staat ook dat zij een paar keer per jaar ter beschikking moeten staan van de sponsors. “Dergelijke uitstapjes mogen natuurlijk niet primeren op de sport. Zo ben ik vorig jaar bijvoorbeeld met Johan Museeuw, Romans Vainsteins en Wilfried Peeters naar de Hannover Messe geweest. Op die manier heeft Domo een bijkomende troef om zich te differentiëren van de andere standhouders.”

Lefevere is ervan overtuigd dat wielersponsoring veruit de hoogste return oplevert. “Voetbalclub Standard Luik heeft een budget van misschien 20 miljoen euro, maar vraag eens aan de mensen wie er op hun truitje staat. We kunnen niet wedijveren met de topteams zoals Deutsche Telekom en Mapei, die jaarlijks bijna 13 miljoen euro kunnen uitgeven. Maar elk jaar zien meer dan 10 miljoen tv-kijkers de Domo-Farm Frites-renners tijdens de Ronde van Vlaanderen. Voor Parijs-Roubaix dikt dat cijfer zelfs aan tot 15 miljoen. En dan spreek ik nog niet over het topevenement van het jaar, de Ronde van Frankrijk. Die haalt meer dan 500 miljoen televisiekijkers.” Vorig jaar deed de Franse ploeg Crédit Agricole het uitermate goed in de Tour. Ze behaalden twee ritzeges en Stuart O’Grady en Jens Voigt droegen een tijdje de gele trui. Een Franse studie becijferde dat die prestaties de Franse bank een return opleverden van maar liefst 30 miljoen euro, en dat op amper drie weken tijd. Het begrip ‘superdag’ krijgt meteen een extra dimensie…

Dirk Van Thuyne

“Bij ons verdienen ze een pak meer dan het gros van het Belgische wielerpeloton, dat rondtoert tegen het minimumloon van 15.000 euro bruto.” (Patrick Lefevere, Domo-Farm Frites)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content