DE DA VINCI CODE IS MOPPIG

Als u ‘De Da Vinci code’ niet verslond, dan kunt u nu de letterlijke weergave van het boek begapen in de Belgische bioscopen. De zogenaamde feiten van De Da Vinci code prikkelen de verbeelding omdat massa’s mensen het abc van belangrijke tradities niet kennen. Bijvoorbeeld de liberale traditie van de economie. De kromme verbeelding aan de macht.

Silas is de moordenaar in De Da Vinci code (zie ook blz. 72). De vleesgeworden mythe. Een schurk van Opus Dei met de krassen van een trekpop uit de poesjenellenkelder. Adam Smith is de moordenaar van de gildeneconomie van de middeleeuwen. De vleesgeworden mythe van het eerste kapitalistische uitbuiten. Zijn graf bij Edinburgh is een heimweeplek voor mannen van de wereld. Voor zijn adieu als de belangrijkste bankier ter wereld bezocht Alan Greenspan, de voorzitter van de Federal Reserve, het winderige kerkhof om eer te betuigen aan Smith. De Britse minister van Financiën, Gordon Brown, was de gastheer en herdacht zijn Schotse landgenoot met geneuzel over de markteconomie en New Labour.

Adam Smith is de vader van de moderne economie. In de twee eeuwen na zijn boeken en verhandelingen zijn er draaierijen gegroeid die de discussie over de liberale economie vergiftigen. Het oeuvre van Smith is ingedikt tot drie bezweringsformules: de ‘onzichtbare hand’, het ‘laisser faire’, de monopolies als een ‘samenzwering tegen het publiek’.

Massa’s mensen kennen niet het abc van Smith, bedenken hun eigen fopperij, bauwen na wat zij horen van halfwas leraren, vervalsen de stellingen van de Schotse geleerde.

Adam Smith was geen sociaalconservatief en zou ontsteld zijn over een marktgedreven wereld zonder morele ankerpunten. Hoe meer bangmakerij over Smith, hoe sterker zijn thrillerwaarde. Dat mechanisme stuwt ook de hoepla rond het boek, en nu de film, The Da Vinci Code.

De openheid van Opus Dei. Elke journalist die een leuk verhaal wil om voor zijn magazine of krant De Da Vinci code te duiden, belt naar ‘het echte’ Opus Dei, in het Vlaamse geval dat van de ordehuizen in Brussel en Leuven, en krijgt een interview. Opus Dei reageert verstandig op de tartufferie die het boek verspreidt over de organisatie en wint leden door zijn openheid. De bestseller van Dan Brown, vandaag neergedaald in de Belgische bioscopen, grossiert onder meer in griezeligheden over de katholieke lekenorde.

De 86.000 leden zijn geen in verval verkerende monniken die een eeuwenlange samenzwering op het getouw zetten om de christenheid te bedotten, zoals Brown beweert en hij zinspeelt op de historische juistheid van zijn trouvailles. Opus Dei steunt op brave, hardwerkende boekhouders, wisselagenten, advocaten en andere nijvere pilaren van de samenleving met een hang naar heiliging door hun werk. Als je dan op een bespottelijke manier verschijnt in een boek dat 45 miljoen keer werd gekocht en ook nog eens op het filmscherm wordt gevierendeeld, vereist het grote helderheid om niet scheldend terug te slaan maar de zelfgekozen sluier om je gemeenschap te verscheuren. Wie een bewuste of onbewuste teruggang in zijn inzicht in het christendom heeft gekend, slikt de zwendelarij van Brown als bonbons.

Hersendood Vlaams socialisme. En Adam Smith? Zijn beroemde en beruchte ‘onzichtbare hand’ – symbool voor het onmenselijke van de markteconomie, aldus de tegenstanders – duikt slechts drie keer op in de 1 miljoen woorden van de Schotse wijsgeer. Nergens verschijnt dat begrip gekoppeld aan de “immoraliteit” van kwade commercie door gezichtsloze dwergen over de wereld gestort. Socialisten die Smith lezen, bijvoorbeeld Gordon Brown – een soort die ontbreekt in Vlaanderen, waar een hersendood socialisme flirt met goedgevoelpopulisme – hebben het over zijn “helpende hand”, een stijlfiguur die niet voorkomt in Smiths geschriften. De “onzichtbare hand”, zo signaleert James Buchan, een analist van Smith, maakt wel haar optreden in een conversatie die auteur Daniel Defoe van Robinson Crusoe en de schelmenroman Moll Flanders legt in de mond van deze vindingrijke hoer.

Adam Smith was een verstrooide vrijgezel. De vader van de marktdynamiek zocht geen nieuwe wetenschap die hij economie wilde dopen. Dat vak kreeg slechts later een lijf. Adam Smith zocht in zijn twee hoofdtitels een filosofie om het menselijke handelen te begrijpen. Het eerste boek is moraliserend ( The Theory of Moral Sentiments), het tweede ( The Wealth of Nations) koketteert met gedachten die pas na latere geleerden dan Smith klonteren tot economie. Smith kapte wel twee zinnen uit die vandaag de pure waarheid blijven: “monopolies en handelsbelemmeringen zijn een samenzwering tegen de burgers” en “het is niet dankzij de welwillendheid van de slager, de brouwer en de bakker dat wij een maaltijd verwachten, maar dankzij hun eigenbelang”.

Redt de christenen en Adam Smith van de duimzuigende koekenbakkers.

De auteur is directeur van Trends. frans.crols@trends.be

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content