De constante metamorfose van machinebouwer LVD

De West-Vlaamse machinebouwer LVD vindt zichzelf geregeld opnieuw uit. Er breekt weer zo’n fase aan. De signalen: een vernieuwd technologiecentrum en een cruciale overname.

Fuchsia muren en een lasergeschilderd Perzisch tapijt dat verlicht wordt door een gigantische lampenkap, verwacht je veeleer in een designwinkel dan bij een machinebouwer. De klanten van LVD knipperen dan ook verwonderd met de ogen wanneer ze het technologiecentrum van de machinebouwer betreden. Toch vloekt de kunstige ingreep van interieurarchitect René Van Daele niet met het vrij conservatieve milieu waarin LVD doorgaans opereert. De kracht van de kleuren en het totaalconcept onderstrepen net de drang naar vernieuwing die LVD zichzelf sinds jaar en dag oplegt. Tegelijk ademt het technologiecentrum een zekere vertrouwdheid. LVD heeft vijf dergelijke centra in de wereld. Klanten krijgen er advies over productiviteit en technologievernieuwing.

“LVD is altijd al trendsetter geweest in de machinebouw voor metaalbewerking,” zegt voorzitter en gedelegeerd bestuurder Carl Dewulf (42). “De vormgeving en het visuele aspect kregen bij ons altijd de nodige aandacht.” Toch moet Dewulf toegeven dat de huidige presentatie gedurfd is. Er is behoorlijk wat discussie en overleg aan voorafgegaan.

Van Gullegem naar New York

In de enorme fabriekshal staat afkantpers nummer 114 een beetje verweesd naast zijn hedendaagse hoogtechnologische broers. Het groene gevaarte was de eerste pers die van de band rolde bij LVD. Omdat de klant dat niet mocht weten, werd er nummer 114 opgeschilderd. “Dat kwam toen, meer dan 50 jaar geleden, meer ervaren over dan wanneer we er nummer 1 hadden opgezet,” lacht Dewulf. In een zeldzame vlaag van nostalgie werd de nog werkende pers teruggekocht om straks een definitief ereplaatsje te krijgen in de ateliers.

Vandaag hoeft LVD niet langer dergelijke smoezen te gebruiken. De onderneming uit Gullegem is een begrip in de internationale plaatbewerkingsindustrie, met wereldwijde agentschappen en verkoopkantoren. De klantenlijst oogt indrukwekkend, met namen als Schindler, New Holland, Caterpillar, Boeing, Philips en Volvo. Het West-Vlaamse bedrijf levert onder meer afkantpersen, ponsmachines, lasersnijmachines, microprocessorsturingen en robotsystemen.

West-Europa tekent voor 46 % van de omzet. De VS en Oost-Europa nemen elk zo’n 20 % voor hun rekening, Azië haalt 13 %. Dewulf: “Ons interesseert het niet zozeer om in zoveel mogelijk markten aanwezig te zijn. Het komt erop aan om in de hoofdmarkten een kritisch niveau te bereiken.” Groot genoeg om alle opdrachten aan te kunnen, en klein genoeg om een persoonlijke service te waarborgen: dat is de filosofie van LVD. Een filosofie die aanslaat. De orders liggen vandaag 40 % hoger dan vorig jaar, waardoor productiezijde op de limiet zit van wat het bedrijf kan dragen.

Gullegem huisvest de hoofdzetel van LVD Group, Akron in New York is de basis van de Amerikaanse hoofdzetel. Daar vinden we de naam Strippit Inc. De overname van die Amerikaanse collega in 1998 betekende een kwantumsprong in de geschiedenis van LVD. Niet alleen lijfde het daarmee de uitvinder van onder meer de revolverponsmachine en de laserponsmachine in, het betekende ook dat de VS de tweede thuismarkt werd voor LVD. Een niet onbelangrijk gegeven in de internationale concurrentiestrijd, tegen spelers als Trumpf (Duitsland) of Amada (Japan). Het maakte LVD tevens minder onderhevig aan de schommelende dollarkoersen.

Tegelijk investeerde LVD in nieuwe productiesites in Roemenië (Cluj) en Slovakije (Tornala). Een andere productievestiging vinden we in het Franse Valenciennes. En, kers op de taart: Carl Dewulf legt momenteel de laatste hand aan het overnamedossier van het voormalige staatsbedrijf Jelsingrad FAM in Bosnië-Herzegovina (zie kader: LVD koopt voormalig Joegoslavisch staatsbedrijf). Die overname – een nieuwe kwantumsprong voor LVD – moet onder meer de broodnodige extra productiecapaciteit aanleveren én de Oost-Europese groeimarkten mee onderbouwen.

Jong management neemt risico’s

Dewulf kleeft op LVD de term midtechbedrijf, met een focus op innovatie gekoppeld aan betrouwbaarheid. Toen de tweede generatie aantrad, moest ze een vadermoord plegen. Het bedrijf was te afhankelijk geworden van de automobiel- en transportsector, en het dobberde te veel op de cyclische conjunctuurgolven. Daarom besliste het jonge management om de organisatie tegen het licht te houden. Prompt werden een aantal takken afgestoten. De focus verschoof naar een bredere technologie die meer gebruikers kon aanspreken, om zo ook nieuwe markten aan te boren. De operatie uitte zich ook in de overname in de VS, de nieuwe productiesites in Centraal-Europa en het invoeren van een driesporenbeleid: highend-, midend- en lowendproducten. Dat strategische manoeuvre was niet zonder risico, maar betekende wél de herstart van LVD.

Tegelijk met die transformatie werd het productieproces hervormd. Het begrip lean thinking deed zijn intrede. Meteen verwierven enkele productiecellen een grote autonomie. “De productie is opgesplitst in verschillende minifabriekjes,” legt Carl Dewulf uit. “Een productiecel werkt een component volledig af, in plaats van elk zijn onderdeelspecialiteiten. Dat levert niet alleen een drastische vermindering van de productiedoorlooptijd op, de arbeiders halen ook veel meer voldoening uit hun werk.”

Samen met de universiteit

LVD heeft een traditie van intellectuele netwerking. Sinds jaar en dag werkt LVD samen met onderzoeksinstituten en universiteiten. Het bedrijf is ook een van de stichtende leden van het Flanders Mechatronics Technology Centre (FMTC), een researchcenter dat de R&D-ontwikkelingen van diverse bedrijven uit de machinebouwsector samenbrengt, om zo sneller te kunnen ageren op de evoluties. Het center telt leden als Picanol, Bekaert Engineering, Daikin en Atlas Copco. Aan de KU Leuven is er een LVD-leerstoel voor plaatbewerking, in samenwerking met de professoren Hendrik Van Brussel, Joost Duflou en Jean-Pierre Kruth (een trio met West-Vlaamse roots).

Bedrijfsoverstijgend samenwerken wint internationaal aan belang, zo illustreerde Henry Chesbrough onlangs in zijn boek Open Innovation. De tijd dat bedrijven achter gesloten deuren eigen onderzoek deden, is voorbij. Grote bedrijven kunnen niet meer teren op hun vroegere succes en moeten de markt op om technologie of ontwikkelingen te vinden die bij hun bedrijf past. Die analyse lijkt op het lijf geschreven van LVD.

De machinebouwsector staat aan de vooravond van een nieuwe consolidatiebeweging. Met de overname van Jelsingrad FAM leidt LVD mee de dans. Er zijn nog enkele Europese nichespelers die hun expertise kunnen inbrengen in grotere groepen. Maar ook de Aziatische markt telt opportuniteiten. LVD screent er vrij actief de markt, maar weigert zich vandaag vast te koppelen aan een dwingende agenda gedicteerd door de Chinese boom.

Lieven Desmet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content