‘De conjunctuur in West-Europa herleeft nauwelijks’

De CEO stopt er eind dit jaar mee, na 41 jaar trouwe dienst bij de onderneming. Zijn opvolger is ook al 24 jaar actief in het bedrijf. Fons Peeters en Paul Van Oyen, de afscheidnemende en de toekomstige CEO van de verborgen kampioen en familiale wereldgroep in bouwmaterialen Etex.

Vakbonden mogen dan al staken tegen het optrekken van de pensioenleeftijd, Fons Peeters is het levende bewijs dat lang werken gezond moet zijn. Voor zijn 66 lentes ziet de CEO van Etex er bijzonder kwiek uit. Gemakkelijk zal zijn leven nochtans niet zijn, want de discrete Belgische familiale multinational in bouwmaterialen heeft 120 fabrieken in 45 landen, van Rusland, over Indonesië, tot in Argentinië. Eind dit jaar neemt Fons Peeters dan toch afscheid, na een loopbaan van 41 jaar in de onderneming. “Ik zal hem op 31 december om 22 uur ‘s avonds bellen zodat hij zeker weet dat het de dag erna gedaan is”, lacht zijn opvolger Paul Van Oyen, die vanaf 2015 de fakkel overneemt. “Mijn verantwoordelijkheid blijft tot de laatste dag”, zegt Peeters. “En dat is intensief. Je kan niet uitbollen.”

Jammer toch dat u in West-Europa, nog altijd uw grootste markt, een echte heropleving van de conjunctuur niet meer zal meemaken.

FONS PEETERS. “De conjunctuur in West-Europa herleeft inderdaad nauwelijks. 2014 zal zeker een beter jaar zijn dan 2013, maar dat komt vooral door de zachtere winter. Het eerste kwartaal was fantastisch. Een zachte winter is een geschenk uit de hemel voor dakmateriaal. Maar in het tweede halfjaar kregen we de boemerang. Het wintereffect vlakte uit in de rest van het jaar. Europa blijft een vlakke markt. Al zijn er nuances. Europa staat voor een verzameling van markten.”

Dat is dan nog slechter, want Frankrijk is met bijna een vijfde van de groepsomzet uw belangrijkste markt. U voelt ‘de zieke man van Europa’?

PEETERS. “Wij merken dat heel duidelijk. Frankrijk bouwde in de goede jaren 450.000 nieuwe woningen per jaar. Nu zitten we aan minder dan 300.000. Gelukkig verkopen we meer bouwmateriaal voor renovatie. Maar ik vrees dat de Franse markt ook in 2015 achteruit zal gaan.”

PAUL VAN OYEN. “De nichemarkten blijven het goed doen in Frankrijk. Brandwerende producten en isolatie bijvoorbeeld, zoals isolatie voor de nieuwe generatie TGV-treinen. Die weerstaan de marktdruk. Maar het zijn vaak projectgebonden producten, dus misschien moet de weerslag daar nog komen.”

PEETERS. “Er zijn ook landen die het goed doen. Engeland en Scandinavië groeien sterk, Nederland herpakt zich. Europa is een volwassen markt, maar ook in een volwassen markt kan je resultaten halen en die gebruiken als basis voor de groei buiten Europa. Je moet in Europa weinig investeren in nieuwe capaciteit.”

U bouwt nieuwe fabrieken in Brazilië, Indonesië, Peru, Roemenië. De groei zit duidelijk elders?

PEETERS. “Het is zeker geen revolutie. Er is een grotere groei buiten Europa, maar wij verwachten geen gigantische wijziging. We houden de Europese fabrieken ook in goede staat. De investeringen zijn misschien minder zichtbaar, omdat we zelden over nieuwe fabrieken praten.”

VAN OYEN. “Europa blijft voor ons de motor van innovatie. Het is niet omdat we de productie niet uitbreiden, dat Europa niet spannend is. Europa neemt vaak de leiding in nieuwe producten en systemen, waar andere regio’s dan mee van genieten.”

In Indonesië komt een gloednieuwe fabriek bij Jakarta, voor de bouw van in Kapelle-op-den-Bos ontwikkeld gevelcement?

PEETERS. “Dat wordt mooi. Het is al onze tweede fabriek in Indonesië. Een gigantische markt van 250 miljoen inwoners, een groeiende middenklasse, en een enorme woningnood. Het regent er heel veel, heel hard en intensief. Ons gevelcement via droogbouw, dus zonder het gebruik van bakstenen en mortel, is zeer resistent tegen dat klimaat.”

Verslikt u zich niet met die internationale groei? De overname voor 13,4 miljoen euro vorig jaar in augustus van A+B in Rusland is bijzonder slecht getimed.

VAN OYEN. “Dat is een investering voor de lange termijn. We hebben heel lang geëxperimenteerd in Rusland. Uiteindelijk was de conclusie dat we maar beter producent in Rusland onder de Russen konden zijn. We zijn bij A+B op heel goede producten gestoten, die we nu zelfs exporteren naar West-Europa.”

Maar de export naar Oekraïne is sinds de zomer tot nul herleid?

VAN OYEN. “Het probleem Oekraïne is nog veel groter voor Siniat, onze dochter in gipsplaten. We hebben een fabriek in volle oorlogszone, in de buurt van Donetsk. Een van de wanden van ons magazijn is met kogels doorzeefd. Onze medewerkers wilden absoluut blijven, maar we hebben ze al geregeld naar huis gestuurd, toen er volop werd gevochten rond de fabriek.”

Ervaart u moeilijkheden door de aangekondigde boycot?

VAN OYEN. “Richting West-Europa is er geen probleem. We hebben niet het gevoel van een vijandig klimaat. Nog niet. Het gaat om business, mensen die willen werken. De forse devaluatie van de roebel vergemakkelijkt onze export nog.”

Meneer Peeters, u noemde de Belgische lonenlasten vorig jaar “gigantisch. Het is onbegrijpelijk dat daarover nog gediscussieerd wordt”.

PEETERS. “Hopelijk volgt er iets uit de beloften van de nieuwe regering. Het zal nog een hele tijd duren vooraleer de verschillen zijn weggewerkt. Ik heb een vergelijking gemaakt voor één specifieke baan, een vorkliftchauffeur, in België en de buurlanden. De totale kosten per jaar voor de werkgever zijn 46.000 euro in België, 40.000 euro in Duitsland en Frankrijk, en 25.000 euro in Engeland. Dat blijven enorme verschillen. Al merken we in Duitsland nu, na jaren van grote loonmatiging, een sterke druk naar loonsverhoging.”

Volgens uw scenario zou de competitiviteit in België dus enkel toenemen omdat de lonen in Duitsland zouden stijgen.

PEETERS. “Zo is het. Voorlopig. Als België tenminste de discipline van loonmatiging heeft.”

Maar u krijgt alvast een nationale staking op 15 december.

PEETERS. “Dat weet ik niet. De vakbonden hebben nog niet officieel toegezegd. Maar in het verleden hebben ze wel meegedaan aan die nationale acties. Spijtig. Onze relaties met de vertegenwoordigers van de medewerkers zijn goed. Vaak beter dan die met de nationale bonden, die strijdvaardiger willen of moeten zijn.”

Dus: de loonlasten zijn zeer hoog in België, maar de sociale relaties zijn goed?

PEETERS. “Die zijn ook goed in Engeland, Nederland, Colombia of Indonesië. In Duitsland hebben we al 100 jaar goede relaties. En dat kan zo nog 100 jaar duren.”

Dan wel zonder u. In welke mate wordt uw beleid anders, meneer Van Oyen?

VAN OYEN. “Ik heb in het verleden vaak samen met Fons mogen deelnemen aan veranderingstrajecten. Een eerste uitdaging wordt de operationele efficiëntie. We hebben in Etex circa 100 bedrijven, met een omzet die schommelt tussen 5 miljoen en 300 miljoen euro. Die bedrijven moeten allemaal op het niveau worden getild van een groep met een geconsolideerde omzet van ruim drie miljard euro. Daarnaast is er de overname van Siniat uit 2011, een wereldspeler in gipskarton. Wij zijn zeer optimistisch over de vraag naar bouwmaterialen in de wereld. Onze droogbouwproducten beantwoorden aan de wetgeving, in de groeilanden ontwikkelt zich een middenklasse. Dat moeten we nu, samen met Siniat, concreet commercieel waarmaken. Die overname deed onze omzet met de helft toenemen.”

PEETERS. “De mechanische integratie van Siniat is afgerond. Er is synergie in de administratie en de fabrieken. De financiële rapportering en de informatica zijn gelijkgeschakeld. Waar we nog jaren werk aan zullen hebben, is de culturele integratie. De manier waarop we de markt bewerken.”

VAN OYEN. “En dan is er de derde dimensie. Noem het Etex 2020, of Etex 2050. Wat zal het zakenmodel van een bouwgroep in 2050 zijn? Wat verstaan we dan nog onder een woning? Wat doet de digitalisering met onze business? Al die vragen zijn ongewoon voor de bouwindustrie, die van nature zeer traditioneel is.”

Heeft Etex in 2050 nog altijd dezelfde aandeelhouder?

PEETERS. “We hebben al 100 jaar dezelfde aandeelhouder, nu al de vierde en vijfde generatie. Er is geen enkel signaal dat daaraan iets zou veranderen.”

WOLFGANG RIEPL, FOTOGAFIE DEBBY TERMONIA

“Europa is een volwassen markt, maar ook in een volwassen markt kan je resultaten halen” Fons Peeters

“Wat verstaan we in 2050 nog onder een woning? Wat doet de digitalisering met onze business? Al die vragen zijn ongewoon voor de bouwindustrie” Paul Van Oyen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content