De bruid is nog niet klaar

Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

De nieuwe minister van Financiën Johan Van Overtveldt wil Belfius verkopen. Op korte termijn wordt dat moeilijk. De staatsbank mag dan al een hele weg hebben afgelegd, er blijven obstakels. Al zijn die niet allemaal even groot.

Eind 2014 komt een einde aan het herstructureringsplan dat de Europese Commissie in 2011 heeft opgelegd aan Belfius. Meteen staat dan de deur open om het bedrijf van de hand te doen. Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) kondigde de dag van zijn eedaflegging al aan dat hij van plan was Belfius te privatiseren. Onder de vorige regering kon het met de staatsbank nog verschillende kanten uit. Ofwel bleef Belfius zelfstandig, ofwel werd de bank deels of volledig naar de beurs gebracht, ofwel werd ze verkocht. De nieuwe centrumrechtse regering schrapte meteen de eerste optie. Het management van Belfius is voorstander van een beursgang.

De beslissing om Belfius te privatiseren, heeft het voordeel van de duidelijkheid. Cruciaal wordt nu de timing. Want de Belgische overheid wil minstens de 4 miljard terug die ze in 2011 heeft betaald voor de bank, en liefst nog een hoop meer. Volgens een analist bedraagt de waarde van een bank momenteel 70 tot 80 procent van haar eigen vermogen, of acht tot tien keer haar winst. Toegepast op Belfius zou de instelling zo’n 4 tot 5 miljard euro waard zijn. Maar in werkelijkheid ligt de waarde van de staatsbank lager. “Belfius is nog niet rijp voor een verkoop”, zegt Marc Raisière in een interview met Trends/Tendances. “Geef ons twee jaar om de operationele doelstellingen te halen en de waarde van Belfius te vergroten.”

Kapitaalbuffers versterken

Op het eerste gezicht lijkt Belfius financieel stevig te staan. De bank-verzekeraar boekte vorig jaar een nettowinst van 445 miljoen euro, waarvan 400 miljoen euro recurrent uit haar commerciële franchise. Die winst werd volledig gereserveerd om de kapitaalbuffers te versterken. Eind juni 2014 liep het geconsolideerd eigen vermogen al op tot 7,4 miljard euro, tegenover 3,3 miljard euro eind 2011. Maar die spectaculaire toename is vooral te danken aan de daling van de latente minwaarde op de obligatieportefeuille die Belfius heeft geërfd van Dexia. De tactische afbouw van die portefeuille en het herstel van de financiële markten droegen voor 3 miljard euro bij aan de verbetering van de kapitaalpositie, veel meer dan de winstreservering.

“Ja, we zijn geholpen door de evolutie van de financiële markten en de houding van de Europese Centrale Bank”, geeft CFO Johan Vankelecom toe. “Maar dat maakte deel uit van onze visie. Eind 2011 hebben we beslist niet overhaast alles te verkopen en te proberen zo veel mogelijk waarde te recupereren. We geloofden dat de financiële markten de risico’s overschatten en dat de centrale banken zouden optreden. Daarnaast kenden we de sterkte van onze commerciële franchise, die de verliezen op de investeringsportefeuille ruimschoots kon compenseren. Het was continu zoeken naar een evenwicht tussen het verminderen van de risico’s en het verbeteren van de kapitaal- en de liquiditeitsratio’s.”

Buffer voor slechte tijden

De recente balans- en stresstesten van de Europese Centrale Bank hebben aangetoond dat Belfius een hele weg heeft afgelegd. De kernkapitaalratio van 13,85 procent werd na de doorlichting amper aangepast, tot 13,50 procent, wat bewijst dat de bank haar kredieten correct heeft gewaardeerd. En in de strenge stresstest houdt de staatsbank een kapitaalbuffer van 7,30 procent over, ver boven de minimaal vereiste 5,5 procent. Rekening houdend met de winst die Belfius in de eerste zes maanden van 2014 heeft gerealiseerd (277 miljoen euro), beschikt de bank na een ernstige financieel-economische schok over een stootkussen van bijna 1,5 miljard euro.

Ondanks de fel verbeterde financiële situatie en de buffer voor slechte tijden, blijven er drie obstakels die een snelle verkoop van de staatsbank in de weg staan: de Dexia-erfenis, de rendabiliteit en het Arco-cliënteel. Maar die wegen niet allemaal even zwaar.

De erfenis van Dexia

Toen Belfius eind 2011 uit Dexia werd gelicht, nam de bank een omstreden portefeuille obligaties ter waarde van 18 miljard euro mee. Het gaat zowel om langlopende leningen aan overheden en banken, als om herverpakte kredieten en covered bonds. Van die portefeuille blijft op dit moment naar schatting 10 miljard euro over, waarvan 1 miljard een slechte kredietkwaliteit heeft. Belfius bouwt de portefeuille jaar na jaar af, wat verliezen met zich brengt. Vorig jaar was dat 60 miljoen euro, en voor 2014 gaat Vankelecom uit van een vergelijkbaar cijfer. Volgens de CFO van Belfius kunnen de verliezen in 2015 en 2016 oplopen tot 100 miljoen euro per jaar.

Naast de obligaties erfde Belfius ook voor 11,6 miljard euro aan kredietwaarborgen uit het Dexia-tijdperk. Het gaat om contracten die Dexia had afgesloten met grote banken zoals Goldman Sachs, Deutsche Bank en Barclays. Die banken verzekerden zich bij Dexia tegen potentiële verliezen op obligatieleningen die ze hadden toegekend aan bedrijven en infrastructuurprojecten.

Eind vorig jaar had Belfius nog 6,8 miljard euro van die kredietwaarborgen in portefeuille, en de bank bouwt ze jaar na jaar af. Volgens Belfius is het kredietrisico op die derivaten zeer beperkt, omdat de kwaliteit van de kredietnemers goed is en omdat alle contracten herverzekerd zijn.

“Belfius moet enkel geld op tafel leggen als zowel de kredietnemer als de herverzekeraar zijn verplichtingen niet kan nakomen”, zegt Eric Hermann, chief riskofficer van Belfius. “Er is dus eigenlijk maar een risico als zowel de obligatie als de herverzekeraar van mindere kwaliteit is. Slechts 3 procent van de kredietwaarborgen is in dat geval, wat neerkomt op een maximaal risico van 220 miljoen euro.”

In de pers werd de voorbije weken geschreven dat die kredietderivaten en de 700 miljard euro renteswaps die Belfius heeft uitstaan, zwaar wegen op de financieringskosten van de bank. In beide gevallen moet Belfius immers cash onderpand posten (in totaal 11 miljard euro) om de gedaalde waarde van de derivaten te compenseren. In de praktijk blijken die financieringskosten best mee te vallen. “Ik schat dat 10 miljard euro onderpand ons ongeveer 20 à 30 miljoen euro op jaarbasis kost”, zegt Vankelecom. “Ook voor de liquiditeit is er geen probleem. De liquiditeitsbuffer van Belfius bedroeg eind juni 37 miljard euro, waarmee we vijf keer onze herfinancieringsbehoeften op korte termijn dekken.”

“Er worden heel wat negatieve geruchten over onze obligaties en kredietwaarborgen de wereld ingestuurd”, reageert CEO Marc Raisière. “Er zijn dan ook nogal wat zakenbanken die die portefeuilles tegen een voordelige prijs willen inpikken. Kijk maar naar wat er is gebeurd met Royal Park Investments (de bad bank van Fortis die vorig jaar verkocht is aan Lone Star, nvdr). Wij zijn vastbesloten om de activa zo lang mogelijk bij te houden, omdat we denken dat we op die manier extra waarde kunnen creëren. Royal Park Investments zou vandaag ook meer waard geweest zijn dan een jaar geleden.”

Rendabiliteit onder druk

De inkomsten van Belfius staan onder druk door de lage rente. Daar komt bij dat de bank vanaf volgend jaar naar schatting 160 miljoen euro aan rente-inkomsten misloopt. Drie jaar geleden leende Belfius 13,5 miljard euro aan het voormalige moederbedrijf Dexia. Dat gebeurde tegen een uiterst voordelige rentevoet, en met een overheidsgarantie. Die lening loopt begin volgend jaar af. “Als die wegvalt, zal dat een negatieve impact van 50 tot 100 miljoen euro hebben op de rendabiliteit”, geeft Vankelecom toe. “Maar ik denk dat het voor de perceptie hoe dan ook goed is dat er een einde komt aan onze blootstelling aan Dexia.”

CEO Marc Raisière heeft zich tot doel gesteld in 2016 een recurrent nettoresultaat van minstens 500 miljoen euro te halen (na aftrek van de verwachte 100 miljoen euro verlies op de erfenisportefeuille). Om daarin te slagen, moet Belfius een grotere commerciële slagkracht aan de dag leggen. Tegen 2016 wil de bank-verzekeraar minstens vijf bank- of verzekeringsproducten per particuliere klant slijten, tegenover 2,3 producten per klant vandaag. Dat is behoorlijk ambitieus, zeker omdat Belfius de voorbije jaren commercieel minder snel is gegroeid dan zijn concurrenten.

Ook de kosten moeten verder omlaag. Het aantal personeelsleden is al gedaald van 5450 tot ongeveer 4800 eind dit jaar. Tegen 2016 moet dat verder slinken tot 4300. Daarnaast bespaart Belfius op alle zaken die niet bijdragen tot de klantentevredenheid. In totaal moet er tegen 2016 zo’n 300 miljoen euro aan structurele kosten weggeknipt zijn.

Ontevreden Arco-coöperanten

De belangrijkste bedreiging voor de toekomst van Belfius zijn de 600.000 Arco-coöperanten, die een belangrijk deel van het klantenbestand uitmaken. Binnen de nieuwe regering zou een afspraak zijn gemaakt om die coöperanten deels — maar zeker niet volledig — te vergoeden. Ze zouden ongeveer 40 procent van hun uitstaande kapitaal terugbetaald krijgen, wat minder is dan hun initiële inleg.

Voor de vergoeding van de coöperanten zou 600 miljoen euro worden uitgetrokken, te verdelen over de overheid, het ACW en Belfius. Hoeveel Belfius zal moeten betalen, is nog niet duidelijk. Maar belangrijker dan die bijdrage is de mogelijke reactie van ontevreden Arco-coöperanten. Een duizendtal heeft, onder de auspiciën van Deminor, een klacht ingediend bij de rechtbank in Brussel. Ze vinden dat ze zowel zijn misleid door Arco (de financiële holding van het ACW) als door de financiële instelling die hen de aandelen heeft verkocht: Bacob en later Dexia, de voorgangers van Belfius.

De kans is groot dat heel wat Arco-coöperanten geen genoegen nemen met de voorgestelde schadevergoeding. Sinds 2008 heeft de Belgische overheid hen verscheidene keren verzekerd dat hun geld veilig was en dat de overheid ervoor garant stond. Als blijkt dat dat loze beloften waren, is het mogelijk dat ze zich afkeren van de bank die hen de producten heeft verkocht. Voor Belfius zou het verlies van vele tienduizenden klanten financieel en commercieel nefast zijn. Geen enkele kandidaat-overnemer haalt het in zijn hoofd een bank te kopen die zo’n risico meezeult. Zonder voldragen oplossing voor de Arco-coöperanten is de staatsbank gewoon onverkoopbaar.

PATRICK CLAERHOUT

Zonder voldragen oplossing voor de Arco-coöperanten is de staatsbank onverkoopbaar.

“Geef ons twee jaar om de operationele doelstellingen te halen en de waarde van Belfius te vergroten” Marc Raisière, CEO Belfius

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content