De bom onder Verhofstadt

De Waalse regering blijft een fundamenteel probleem hebben met de regeling van de Vlaamse premies voor tijdskrediet. Dat is lang niet de enige communautaire splijtzwam. Ook de afwikkeling van de sociale conflicten, de zorgverzekering, het indexeringsmechanisme, het minderhedenverdrag, de radiofrequenties en de NMBS-investeringen vormen een bom onder de regering-Verhofstadt.

Een splinterbom, die gedeeltelijk ontplofte in het gezicht van Landuyt en de Vlaamse vleugel van het ABVV. Een fragment ervan ligt onder de tafel van federaal premier Guy Verhofstadt ( VLD) te wachten op ontploffing. En niet alleen dat dossier ligt daar te tikken. Er zijn er nog een pak andere, zoals de taalsituatie in Wezembeek-Oppem, het minderhedenverdrag, de radiofrequenties, de 60-40-investeringssleutel bij de NMBS… Ook andere sociale dossiers, zoals de regeling van sociale conflicten, de zorgverzekering en het indexeringsmechanisme dreigen een communautaire wig in de regering te drijven. Tijd voor een round-up.

Tijdskrediet als machtsspel in het ABVV

Het tijdskrediet is de opvolger van de loopbaanonderbreking. De federale regering geeft premies aan mensen die hun loopbaan onderbeken, die vier vijfde gaan werken, aan vijftigers die halftijds gaan werken enzovoort. De Vlaamse regering heeft beslist om een aanvullende premie te geven bovenop de federale bedragen.

Een voorbeeld. Voor een voltijds tijdskrediet geeft België een premie van 505 euro. Daar legt Vlaanderen 148 euro naast. Alleen wie in Vlaanderen werkt, kan er aanspraak op maken. Een Vlaming die in Brussel of Wallonië werkt dus niet, een Waal of Brusselaar die in Vlaanderen werkt wél. De premies bestaan al sinds 1994 en werden nooit in die mate gecontesteerd. Vanwaar dan die beslissing?

Sociale conflicten worden bitser

Het tijdskrediet is niet het enige sociale dossier dat op de communautaire snijtafel ligt. Een ander is dat van de regeling van sociale conflicten. De voorbije jaren werden de actiemiddelen van vakbonden in sociale conflicten drastischer. Dat zette werkgevers er steeds vaker toe aan om een beroep te doen op burgerlijke rechtbanken om conflicten te beëindigen. Ze deden dit via eenzijdige verzoekschriften, waarbij de tegenpartij niet gehoord wordt. De rechtbank legde ook verschillende keren dwangsommen op indien de stakende werknemers hun actie niet zouden stopzetten. Voor het Belgische overlegsysteem is dit een breuk met het verleden.

Dienstencheque

Voorts is er nog een communautaire sociale splijtzwam: de dienstencheque. Alles staat in stelling om die in te voeren. Dienstencheques zijn cheques die gezinnen kunnen kopen om poetswerk en gelijkaardige diensten te betalen. Die diensten zullen aangeboden worden door speciaal hiervoor opgerichte en erkende bedrijven die werklozen hebben aangeworven.

Maar ook over dit onderwerp heeft Laurette Onkelinx haar aparte visie. Ze wil de dienstenbedrijven in dit systeem verplichten om de werklozen aan te werven met contracten van onbepaalde duur. Dat zou onder andere uitzendbedrijven, die erg geïnteresseerd zijn, uit het systeem houden. Onkelinx is ook niet bereid om de Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen (PWA’s) in het systeem van de dienstencheques te integreren. Nochtans lopen beide systemen erg parallel. Bovendien is de geplande financiering van de dienstencheques erg krap. Vandaar dat er bijna een maand na de officiële startdatum nog altijd geen dienstencheques zijn.

Zorgverzekering en kijk- en luistergeld

Vorige week vrijdag werd het lijstje van de communautaire sociale dossiers nog wat langer. De Franstalige Brusselse ministers maakten bekend dat ze de Vlaamse zorgverzekering zullen aanvechten bij het Arbitragehof. De zorgverzekering zou een federale en geen gemeenschapsbevoegdheid zijn.

En nog is het niet gedaan. De afschaffing van het kijk- en luistergeld in Vlaanderen (nu gevolgd door Brussel) geeft ook onverwachtse problemen. Die belasting zit immers in de korf van de prijzenindex die gebruikt wordt als referentie om de lonen aan de levensduurte aan te passen. Nu die belasting afgeschaft wordt, daalt die index volgens een eerste schatting met 0,54%, wat dus tot een vertraging van de aanpassing van de lonen leidt. Maar in Wallonië blijft die taks (voorlopig?) bestaan, waardoor de levensduurte daar stijgt.

Opnieuw een heikel thema, dat aangekaart is bij de indexcommissie. Geraakt die eruit met een technische aanpassing? Het Vlaams Economisch Verbond ( VEV) heeft het thema alvast aangegrepen om erop te wijzen dat het tijd wordt dat Vlaanderen en Wallonië aparte indexen krijgen. De verschillen tussen beide landsdelen zijn volgens het VEV zo groot geworden dat er rekening mee moet worden gehouden in mechanismen als de indexering. De organisatie vindt voor die stelling steun bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso).

Ook dat drijft de spanning in de regering op. Want met al die dossiers ondervinden ze aan Waalse kant steeds meer aan den lijve dat Wallonië een economische achterstand heeft en dat Vlaanderen zijn voorsprong begint uit te spelen. En op die manier die voorsprong nog verder uitbouwt. Niet voor niets heeft de PRL hemel en aarde moeten bewegen om het FDF ervan te overtuigen het Lambermontakkoord, dat de fiscale autonomie vastlegt voor Vlaanderen, niet te willen aanvechten.

Er zijn weliswaar tekenen dat het in Wallonië economisch begint te verbeteren, maar of die evolutie snel genoeg zal zijn om deze regering uit de penarie te helpen, valt sterk te betwijfelen.

Guido Muelenaer

Dossiers als het tijdskrediet, de banenplannen en het kijk- en luistergeld drijven een wig tussen Vlaanderen en Wallonië.

In het centrum van de tweespalt staat de communautaire agenda van het ABVV.

Is het tijd voor een aparte Vlaamse en een Waalse prijzenindex?

Waalse syndicalisten zijn als de dood voor Vlaamse cao’s.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content