De bierkoning van het land van samba en voetbal

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Zaterdag 27 augustus is het een jaar geleden dat InBev uitgroeide tot de grootste brouwer van de wereld via de combinatie van Interbrew met AmBev. Maar wat doet deze Braziliaanse dochter van de Leuvense brouwer allemaal? En hoe gevaarlijk is de legendarische Braziliaanse inflatie?

(*) Op basis van een wisselkoers op 6/12/2004 van 0,275 euro voor 1 real.

27 augustus 2004 was een historische dag voor de brouwer uit Leuven. Op die dag hees InBev zich tot de koppositie in het aantal gebrouwen hectoliters wereldwijd, met 162 miljoen hectoliter in 2004. Alleen in omzet blijven Anheuser-Busch en SABMiller nog (veel) groter. Drie Brazilianen ruilden hun controlebelang in AmBev voor een participatie in InBev. Binnen de controleholding Stichting InBev heeft het trio evenveel zeggenschap als enkele Belgische adellijke families (zie schema: Wie controleert wie?).

Bij de bekendmaking van de samenwerking sprak CEO John Brock van “een hemels huwelijk.” Ook de belegger kon de Braziliaanse schone smaken, want de koers van InBev klom het voorbije jaar met bijna een derde. Met een topkoers van 31,88 euro op 10 augustus komt het bedrijf weer in de buurt van zijn introductiekoers. Die bedroeg 33 euro op 1 december 2000. De minderheidsaandeelhouders van gewone aandelen van AmBev reageerden minder opgetogen (zie beursgrafiek AmBev). Zij kregen, zoals de Braziliaanse wetgeving voorschrijft, 80 % van het bod dat de controleaandeelhouders ontvingen.

AmBev staat bij de brouwer synoniem voor groeimarkten. De dochtervennootschap van InBev neemt het gehele Amerikaanse continent voor zijn rekening, op Cuba en de Verenigde Staten na. En dat continent staat – met uitzondering van de verzadigde markten van Canada en de Verenigde Staten – in het teken van groei. Het is een markt die volgens sommigen nog riante perspectieven biedt (zie grafiek: Wie drinkt het meest?). En AmBev speelt in dat groeiverhaal een ronduit dominante rol.

Companhia de Bebidas das Americás is Portugees voor Drankengroep uit de beide Amerika’s. AmBev is het resultaat van de fusie in de loop van 1999 en 2000 van Brahma en Antarctica, twee van de oudste brouwers van het land. Antarctica werd opgericht in 1885, Brahma in 1888. Die fusie creëerde een reus met een marktaandeel van toen 70 % op de Braziliaanse biermarkt en 20 % in frisdranken. Gezien de dominantie, werd de fusie alleen goedgekeurd nadat aan een rits voorwaarden was voldaan. Ook vandaag nog moet AmBev om de zes maanden verslag uitbrengen bij de mededingingsautoriteiten over zijn marktgedrag.

Wereldberoemd in Brazilië

Fusie van de twee grootste brouwers? Ook Interbrew was het resultaat van een fusie van de twee grootste brouwers van België. Piedboeuf uit Luik en Artois uit Leuven trouwden in 1987. En er zijn nog meer parallellen. Na de samensmelting tot AmBev trok de grootste brouwer van Brazilië resoluut op het overnamepad. In ijltempo werd de Braziliaan de grootste brouwer van Latijns-Amerika. De belangrijkste zet op het schaakbord werd de samenwerking met Quinsa. In de grootste brouwer van Argentinië had AmBev in mei een economisch belang van 55 %. Daarmee verwierf de Braziliaan riante marktaandelen in diverse landen in Zuid-Amerika: Argentinië (79,1 %), Bolivia (97 %), Paraguay (95,2 %), Uruguay (98 %). AmBev opereert in veertien landen op het continent.

Maar het epicentrum blijft het thuisland Brazilië. Met 175 miljoen inwoners is het land van de samba de vierde grootste biermarkt van de wereld in volume. Met een consumptie van 84,5 miljoen hectoliter in 2004 werden de landgenoten van Pele alleen geklopt door China, de Verenigde Staten en Duitsland. AmBev is daarbij de absolute topscorer, met in 2004 een marktaandeel van 68,3 %. De drie grootste merken Skol, Brahma en Antarctica zijn meteen ook de drie best verkopende biermerken. Skol is op zijn beurt het derde meest verkochte bier van de wereld, al wordt het bijna uitsluitend in Brazilië verkocht. Brahma is de nummer zeven wereldwijd. Net als Interbrew focust AmBev dus op een leidinggevende positie met zeer sterke merken.

Maar er blijft een belangrijk verschil. In 1997 verkocht Interbrew zijn belang in de frisdrankenproducent Chaudfontaine. Sindsdien focust het bedrijf op bier. Maar bij AmBev blijven frisdranken erg belangrijk. De Braziliaan is de grootste bottelaar van Pepsi Cola buiten de Verenigde Staten. In het segment van de frisdranken beheerste AmBev in 2004 17 % van de Braziliaanse markt. Het gros van de 1,6 miljard real (440 miljoen euro *) omzet in 2004 werd behaald via Pepsi Cola en Guaraná Antarctica, een frisdrank op basis van een bessensoort uit het Amazonewoud (zie kader: Sponsor van Braziliaanse voetbalgoden).

Een heuse geldmachine

AmBev mag dus gerust een succesverhaal worden genoemd met een dominante positie via sterke merken. Het bedrijf staat ook bekend voor zijn zuinig beleid. In het Leuvense hoofdkantoor werd al menige zucht geslaakt, sinds de Brazilianen veel feller toezien op de kosten. De synergie tussen Ambev en Interbrew zou vanaf 2007 280 miljoen euro vóór belastingen moeten opleveren. De Argentijnen van Quinsa hebben die bezuinigingskuur al achter de rug. Met besparingen in informatica, administratie, de sluiting van brouwerijen, lagere marges bij de leveranciers.

Dat genereert dus geld. Heel veel geld. De operationele cashflow spurtte in 2004 ruim een derde hoger naar 3,4 miljard real (935 miljoen euro). AmBev wil die bergen cash overigens dempen. Dat gebeurt door de uitkering van steeds hogere dividenden en de inkoop van eigen aandelen. In 2004 werden 2,6 miljard bevoorrechte eigen aandelen ingekocht voor een bedrag van 1,6 miljard real (440 miljoen euro).

Toegegeven, de operationele cashflow klom ook aanzienlijk door de inbreng van Labatt. InBev bracht zijn Canadese dochter, waarmee het toenmalige Interbrew zijn internationale expansie in juni 1995 echt begon, onder bij AmBev. Het is voor de Brazilianen als een tweesnijdend zwaard. Het eigen vermogen en de solvabiliteitsgraad stegen gevoelig. Maar tegelijk daalde de liquiditeit door de inbreng van de schulden op korte termijn van de Canadees (zie cijfertabel). De waardering van Labatt klokte af op 14,4 miljard real (3,96 miljard euro). Een schuldaflossing van 1,9 miljard real (522 miljoen euro) vóór het einde van 2005 wenkt.

Een inflatie van 2489 %

De totale schuldenberg einde 2004 bedroeg 7,8 miljard real (2,1 miljard euro), waarvan ruim 40 % uiterlijk einde 2005 moet worden terugbetaald. De schulden in Brazilië bedragen 1 miljard real (275 miljoen euro), 6,8 miljard real (1,9 miljard euro) zijn vreemde munten, vooral dan Amerikaanse dollars. En daar schuilt de achilleshiel van dit succesvolle Braziliaanse bedrijf. De labiele Braziliaanse real vormt een groot risico. De muntschommelingen zijn sterk. Tussen 2000 en 2002 kende de real schommelingen tot 130 % in Amerikaanse dollar. Tussen begin 2000 en einde 2004 verloor de real 32,1 % van zijn waarde in verhouding tot de Amerikaanse dollar.

De economische onzekerheid en de mogelijke muntontwaarding in Brazilië zijn dan ook de belangrijkste risicofactoren in het jaarverslag dat AmBev indiende bij de Amerikaanse beurswaakhond SEC (Securities and Exchange Commission). In 2004 bleef de inflatie beperkt tot 6,1 %. Maar in 2002 bedroeg ze nog 14,7 %. Dat getal verbleekt bij het cijfer uit 1993. Toen registreerde het land van de Amazone een piek van 2489 %. Het maakt AmBev kwetsbaar. Het bedrijf haalt ruim 70 % van zijn omzet in eigen land. Die verkoop gebeurt dus in real. Maar een groot deel van de schulden wordt betaald in dollar. AmBev heeft zich ingedekt tegen wisselkoersschommelingen voor zijn schulden in dollar. Ook de betaling van blikjes en petflessen, grondstoffen zoals hop en mout, wordt in harde dollars afgerekend. De volatiliteit geldt ook voor het belang van AmBev in Quinsa, de marktleider in Argentinië. Het land van de pampa’s heeft eveneens een zeer labiele economie. In 2002 kromp het bruto nationaal product (BNP) met 11 %. In 2004 veerde het recht met 9 %.

Toch is het management van InBev optimistisch over de Braziliaanse economie. Naar aanleiding van de waardebepaling van AmBev werd een scenario uitgetekend waarbij het bedrijf jaarlijks groeit met 3,5 % tot 5,5 % van 2004 tot 2013. Maar het opmerkelijke aan dit scenario is de veronderstelling van een gemiddelde inflatie van 5 % tot 2013. Ook John Brock kreeg de vraag over de volatiele Braziliaanse munt voorgeschoteld tijdens de Trends Inside Lunch van mei vorig jaar. De CEO van InBev wees er toen op dat AmBev al veertien jaar mooie resultaten neerzet. Het management is dus turbulente tijden gewend, twee zware devaluaties inbegrepen.

Het is bovendien opmerkelijk dat AmBev als bedrijf kredietwaardiger is dan de Braziliaanse overheid. In december 2004 kreeg de brouwer van het ratingbureau Standard & Poor’s een investeringsgraad van BBB-. Daarmee staat AmBev drie trapjes hoger dan de Braziliaanse overheid. AmBev werd met die rating het eerste Braziliaanse bedrijf dat een investeringsstatus bereikte. Niet dat BBB- zo uitzonderlijk is. Volgens een investeringsbankier bengelt de categorie op de grenslijn tussen goed en slecht. Het is zoals een schoolrapport. Goed, maar toch wat mager. Zodra je daaronder zakt, zit je echt onder de grens. Maar in een land dat in 1993 een inflatie kende van 2489 % is AmBev con brio de beste leerling uit de klas.

Wolfgang Riepl

Net als Interbrew focust AmBev op een leidinggevende positie met zeer sterke merken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content