DE BESTE STUURLUI DEMPEN DE PUT

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Dertig jaar geleden verscheen een van de beste boeken ooit over besluitvorming. De beste stuurlui dempen de put, van Willem Wagenaar, is al lang niet meer verkrijgbaar (de jongste quotering op een veilingsite bedraagt 362 dollar!) en dat is jammer. Het is immers een bijzonder spits en vermakelijk boek en qua theorie heel ver zijn tijd voorop. Pas de jongste tien jaar zijn de specialisten van de behavioral finance de inzichten die erin staan, ook gaan toepassen. Wagenaar licht in zijn boek uiterst moeilijke begrippen toe aan de hand van eenvoudige voorbeelden en spreekwoorden.

Wagenaar was zeker niet de eerste. Al in 1945 gebruikte de latere Nobelprijswinnaar Herbert Simon spreekwoorden om aan te tonen dat managementprincipes niet veel voorstellen. Managementwijsheden zijn net als spreekwoorden: ze spreken zichzelf tegen. Goed begonnen is half gewonnen, maar eerste gewin is kattengespin. Vele handen maken het werk licht, maar te veel koks verbrodden de brij. En de stoutste wezels zuipen de beste eieren, maar beter één vogel in de hand dan tien in de lucht.

Wie een put graaft. Wagenaar was ook niet de laatste. Tijdens de boekenbeurs praatte ik met Hugo Vandamme, die er zijn nieuwe boek Wat Baten Kaars en Bril signeerde. Hugo (of moet ik echt schrijven baron Hugo?) staat gekend als een eminente manager. Hij weet wat delegeren is. Hij kent zijn sterke en zwakke punten. Ieder vogeltje zingt immers zoals het gebekt is. Omring je met mensen die anders zijn. En dan zie je netjes en eerlijk in het boek vermeld – opgetekend door Karel Cambien. Dat verklaart meteen de heldere schrijfstijl. Al die managers die denken dat ze goed kunnen schrijven! Laten we het eenvoudig houden: er zullen net zoveel goede managers onder de schrijvers zijn als er goede schrijvers onder de managers zijn. Leve de specialisatie, de taakverdeling. Ieder zijn vak. Wat is er verkeerd aan je gedachten delen met een beroepsschrijver? Je wint er als manager veel tijd mee, je laat iemand die van zijn pen moet leven, er echt van leven, en je bespaart er vooral veel geknoei en frustratie mee.

Spreekwoorden hebben iets hypnotisch, ze vertolken vaak eeuwenoude wijsheden. En Hugo Vandamme gebruikt ze om zijn boodschap aan jonge mensen door te geven. Het boek wil een ode zijn aan het ondernemerschap. En daar verstaat de gewezen topman van Barco drie dingen onder: emotie, kennis en gezond verstand.

Emotie heeft te maken met risico’s durven nemen en met gedrevenheid. Kennis slaat op rationele regels, technieken, dingen die je op school kan leren. En dan heb je gezond verstand. Elke lezer van deze column zal weten dat ik daar dol op ben. Gezond verstand is in managementkringen immers een heel schaars goed. Anders zouden er niet zoveel dwaze modes en primitief bijgeloof kunnen ontstaan.

Mijn hart klopte dus een beetje sneller toen de auteur al van bij de start beloofde dat het boek ook over gezond verstand zou gaan. Eindelijk: een rationele ingenieur die eens en voor altijd het begrip gezond verstand zou definiëren, de analytische kenmerken ervan opsommen en mij uitleggen hoe ik dat bij mezelf en mijn studenten kan aanscherpen. Groot was dan ook mijn ontgoocheling dat zelfs een baron-ingenieur het probleem handig omzeilt. Ik citeer pagina 9: “Waar kan men wel gezond verstand aanleren? Veel, heel veel wijsheid en gezond verstand kan men terugvinden in onze eigen Vlaamse spreekwoorden.”

En, bereid je maar voor op een kleine schok. Hugo Vandamme kent niet alleen de klassiekers (het oog van de meester maakt het paard vet; wie een put graaft voor een ander …; schoenmaker blijf bij uw leest), maar we ontdekten zelfs enkele totaal nieuwe Vlaamse spreekwoorden en gezegden: I like people (pagina 105) en als de trein passeert moet je erin springen (pagina 113). Mijn Van Dale-spreekwoordenboek heeft geen enkel spreekwoord met ‘trein’, maar bij Vandamme staat het in zijn top dertig.

De beste stuurlui. Toegewijde leerling als we zijn, hebben we onmiddellijk de wijste inzichten uit het boek toegepast op de dingen waar we zelf in geloven. En nu kunnen we altijd beweren: we hebben dat van Hugo Vandamme geleerd!

– Wie het kleine niet begeert, is het grote niet weerd: betaal dus jouw topmanagers niet te veel zolang ze jonger zijn dan zestig; ze moeten eerst bewijzen dat ze het kleine begeren.

– Het gras van de buur is altijd groener: zou het in de States of in China echt zoveel beter zijn?

– De beste stuurlui staan aan wal: niets is zo gemakkelijk als columns schrijven over andermans boeken.

– Als de drank zit in de man, is de wijsheid in de kan: in het bedrijfsleven durft men wel eens een arbeider te ontslaan voor een klein vergrijp, maar tolereert men permanent dat de senior managers zwaar drinken en er nog trots op zijn ook. Is er geen gezegde over ‘twee maten, twee gewichten’?

– Met de hoed in de hand, komt men door het hele land. Geldt dat ook voor e-mail en brullende chefs?

– En tot slot een Chinees spreekwoord dat ik vruchteloos heb gezocht in dit leuke Vandamme-boekje. Eén tekening maakt meer duidelijk dan duizend woorden. De tekeningen van Karl Meersman zijn bijzonder knap, de tekening op de omslag is subliem. Maar dat weten ze bij Trends al heel lang. Want ‘je moet verder kijken dan je neus lang is’.

De auteur is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School. Reacties: marc.buelens@trends.be

Marc Buelens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content