De beste adresjes in Rijsel

De jongste jaren manifesteert Rijsel zich als de bruisende metropool van het noorden. En terecht. Geen enkele andere Franse stad onderging zo’n ingrijpende metamorfose. Drie Vlamingen die in Rijsel wonen of werken, gidsen u langs de mooiste plekjes en de beste adresjes van deze Frans-Vlaamse, modern-antieke stad.

Hoewel de hoofdstad van Noord-Frankrijk op nauwelijks een uurtje rijden of sporen van Brussel ligt, blijft Rijsel voor veel Belgen een nobele onbekende. Nochtans heeft Rijsel zowel op economisch, gastronomisch als cultureel gebied een pak troeven uit te spelen. Zo bloeit het artistieke leven er als nooit tevoren en vinden liefhebbers van zowel oude als moderne architectuur er hun gading. Bovendien kan Rijsel sinds enkele jaren bogen op een volautomatisch metronetwerk, een groeiende luchthaven en het hypermoderne Euralille-project, het Rijselse antwoord op de komst van de TGV.

Vooral onder impuls van de socialistische ex-burgemeester en ex-premier Pierre Mauroy heeft Rijsel zich weten op te werken tot de meest ambitieuze stad van Frankrijk. Statistieken om die stelling te bewijzen zijn er trouwens in overvloed. De informatiebrochures over Rijsel barsten van de cijfers, procenten en marktaandelen – van indrukwekkende investeringsbedragen voor bouwprojecten tot de steile toename van de bevolking. Met haar 1,2 miljoen inwoners is de Rijselse agglomeratie – een cluster van maar liefst 87 gemeenten – de derde grootste stadskern van Frankrijk, na Parijs en Lyon.

“Bovendien is het een van de weinige steden die geen stadsvlucht kennen,” vertelt Kristof Mullie van het Brusselse advocatenkantoor Loyens. “En dat is geen toeval. Rijsel is dé stad van de eenentwintigste eeuw. Met een jonge bevolking en een enorm economisch potentieel. Bovendien is de stad ideaal gelegen, midden in de driehoek Londen, Amsterdam, Parijs. Veel bedrijven – die het zich niet kunnen veroorloven om een zetel te openen in één van die steden – lonken steeds vaker richting Rijsel.” En Mullie kan het weten. De jonge advocaat woonde er tot vorig jaar en bezit er nog steeds een pand dat uitkijkt op de prachtige Grand Place, een architecturale potpourri van Vlaamse en Franse invloeden.

Wie zijn geschiedenis een beetje kent, weet dat Rijsel altijd al schipperde tussen deze twee culturen. Zo werd de stad – gebouwd rond een eilandje aan de rivier de Deûle – pas in 1667 door Lodewijk XIV geannexeerd. Daarvoor stond ze, net zoals Vlaanderen, onder Bourgondische en Habsburgse overheersing. Wie door Vieux Lille – het rustieke stadscentrum – struint, merkt dat de stad wemelt van de Vlaamse invloeden. Zo zijn de oudste gebouwen er steevast opgetrokken in een flamboyante gotische stijl, zijn de straten bedekt met Vlaamse kasseien en prijzen de uithangborden van restaurants wel erg herkenbare lekkernijen aan zoals les moules frites, le lapin aux pruneaux of potje vlesch.

“Toch moet je die Vlaamse invloed niet overschatten,” nuanceert Rosa Decaux van de Frans-Belgische Kamer van Koophandel. “Nagenoeg niemand spreekt er nog Nederlands, het bedrijfsleven is centralistisch georiënteerd en de grote beslissingen komen bijna altijd uit Parijs. Toch koestert de typische Rijselaar, voor zover die bestaat, een enorme sympathie voor Vlamingen. Hoe dat komt? We delen niet alleen een geschiedenis, maar ook eenzelfde mentaliteit. Net als Vlaanderen stond Rijsel vaak onder het gezag van vreemde mogendheden. Dat resulteert in een soort underdoggevoel, dat zich uit in een openheid voor anderen, een flexibiliteit, een zekere profileringsdrang en een gezond relativeringsvermogen.”

1. Bezienswaardigheden

Een bezoek aan Rijsel begint per definitie in het station van Lille-Flandres of bij het onlangs bijgebouwde Lille-Europe, waar dagelijks verse ladingen Britten en Belgen neerstrijken. Beide treinstations liggen op amper vijf minuten wandelafstand van het centrum. Hoewel de stad over een helder wegennetwerk beschikt en via de snelweg E17 makkelijk vanuit Gent of Kortrijk te bereiken is, kun je de wagen maar beter in de garage laten. Parkeerplaatsjes zijn in Rijsel immers betrekkelijk zeldzaam. Automobilisten worden er nagenoeg gedwongen om een ondergrondse betaalparking in te duiken. “Moet je zeker doen,” waarschuwt Mullie de onverbeterlijke automobilisten. “Wagens met Belgische nummerplaten zijn in Rijsel nogal in trek, maar niet wegens hun fraaie carrosserie, als je begrijpt wat ik bedoel.”

Hoe u er uiteindelijk ook belandt, vlak naast het station doemt meteen het indrukwekkende profiel op van Euralille, de uiterst moderne wijk die tegenwoordig dienst doet als dé toegangspoort tot deze swingende stad. Hier vindt u niet alleen een enorm shoppingcenter, een concertzaal en een immens congrespaleis onder een ellipsvormig dak, maar ook een enorme hoeveelheid kantoren. Aan het grotendeels door de privé-sector gefinancierde project hangt een astronomisch kostenplaatje vast van 750 miljoen euro.

Gelukkig beschikten de projectleiders over een exquise, zij het gecontesteerde smaak op het gebied van hedendaagse architectuur. Het prestigeproject werd toevertrouwd aan het gereputeerde OMA, het Office for Metropolitan Architecture van de Nederlandse toparchitect Rem Koolhaas, die hiervoor overigens nauw samenwerkte met andere bekende architecten zoals Christian de Portzamparc en Jean Nouvel. Vooral de volledig beglaasde toren van het Crédit Lyonnais-gebouw – de zogeheten skibottine in de mond van de Rijselaars – springt in het oog.

Vanuit Euralille is het maar een kilometer stappen naar het oude stadscentrum. Toch kan het contrast nauwelijks groter zijn. Op amper vijf minuten tijd wordt u terug in de tijd geslingerd. En belandt u temidden van renaissancistische gevels en geplaveide steegjes die het bijna volledig gerestaureerde Vieux Lille omzomen. Het meest indrukwekkende gebouw hier is ongetwijfeld la Vieille Bourse, uitgevoerd in de stijl van de Vlaamse barok, ook al lonen andere gebouwen zoals het heemkundige museum Hospice Comtesse, een voormalig hospitaal, én de pas heropende Opéra, een statig pareltje classicistische architectuur, ook de moeite.

2. Restaurants en brasserieën

Bovendien vindt u in Vieux Lille niet alleen modezaken, galeries en antiquairs, maar ook een schier onuitputtelijke schat aan uitstekende restaurants en brasserieën. “Vooral A l’Huitrière is een instituut,” verzekert Pierre-Paul de Beir ons, zaakvoerder van Tramanco én Rijsel-connaisseur par excellence. “Wie zijn gedistingeerde klanten op een etentje in Rijsel wil trakteren, kan hier best een tafel reserveren. Al was het maar omwille van het unieke decor.” Met zijn sierlijke gevelmozaïeken en interieur in art deco profileert deze viswinkel annex restaurant zich als een van de fraaiste sterrenrestaurants van Frankrijk. Op de eerste verdieping serveert de familie Proye er al drie generaties lang de allerfijnste visgerechten, van Bretoense oesters tot huisbereide gerechten zoals visterrine of waterzooi van zeevruchten.

“Maar ook elders kun je natuurlijk lekker eten,” vult Mullie aan. “En vaak nog een stuk goedkoper. Zo wordt de beroemde brasserie l’Ecume des Mers, waar je al een driegangenmenu kunt bestellen voor 30 euro, druk gefrequenteerd door Vlaamse zakenlui. Veel zaken worden hier beklonken.” En dat onder het binnensmikkelen van chef Christian Leroy’s geraffineerde zeegerechten.

Wie liever zijn tanden zet in een fijn stukje vlees, verwijst Decaux graag door naar restaurant Le Sébastopol, ook al is het vanuit het centrum wel een paar minuutjes wandelen tot aan het gelijknamige plein waar elke woensdag en zaterdag markt wordt gehouden. In restaurant Le Sébastopol staat topkok Jean-Luc Germond achter het fornuis trots te zwaaien met zijn recentelijk verworven Michelinster. De prille vijftiger werkt uitsluitend met seizoensproducten en geniet bij gourmets vooral faam wegens zijn avontuurlijke bereidingen zoals fricassé van asperges en geroosterde duif met vergeten groenten. Voor een driegangenmenu betaalt u hier 26 euro. De losse sfeer – gegangmaakt door de overwegend jeugdige cliëntèle – krijgt u er gratis bovenop.

Zoetekouwen ten slotte lopen best nog even binnen bij patisserie Meert, de oudste patisserie van Frankrijk. Patisserie Meert werd opgericht in 1791 en is sinds 1839 ondergebracht in een schitterend pand op de Rue Esquermoise, een winkel ingericht als bonbonnière met een theesalon. Vanillewafels zijn er de specialiteit, meteen ook het lievelingstoetje van Generaal de Gaulle, die ze massaal liet aanrukken naar het Elysée.

3. Groen en cultuur

Om de maaltijd te laten zakken, kunnen onze gidsen u een deugddoende wandeling aanbevelen langs de citadel. Dit zeventiende-eeuwse hoogtepunt van de Franse vestingsbouwkunst, naar een ontwerp van Vauban, ligt net buiten het centrum – weliswaar nog steeds op wandelafstand – en wordt omringd door een uitgestrekt stadspark waarin zich ook een heuse zoo bevindt.

“Rijsel-centrum heeft nu eenmaal weinig groen,” vertelt Mullie. “Wie de rust opzoekt of zijn conditie wat wil aanscherpen, kan hier terecht. Bovendien is het de plaats bij uitstek waar jonge Rijselaars elkaar op zonnige dagen en romantische avonden ontmoeten.”

Wie daarentegen liever wat cultuur opsnuift, stuurt Pierre-Paul de Beir graag richting Palais des Beaux Arts. Niet verwonderlijk, gezien ‘s mans echtgenote er geregeld gidsbeurten leidt. Toch kunnen we De Beir bezwaarlijk enig nepotisme aanwrijven. De verzameling van dit indrukwekkende museum wordt in grootte en rijkdom alleen door het Parijse Louvre overtroffen. De ronduit imposante collectie – die vooral door de Revolutionairen werd bijeengegraaid – bevat onder meer een handvol topwerken van Vlaamse meesters zoals Rubens en Diederik Bouts. Dankzij latere aankopen bevat de schilderijenverzameling ook werken van Goya, Raphael en Picasso.

4. Hotels

Het moge duidelijk zijn: Rijsel, dat bij veel Vlamingen een onmiskenbaar thuisgevoel oproept, leent zich uitstekend voor een weekendje uit. En dat zowel voor culinaire lekkerbekken als doorgewinterde kunstaficionados. Wie wil overnachten in deze stad die zich in 2004 profileert als culturele hoofdstad van Europa, een voorkeur heeft voor unieke logies en over een goed gevulde beurs beschikt, moet beslist even aankloppen bij Hotel Alliance.

Vooraleer dit rustieke pand, gelegen in het historische hartje van de stad, werd omgeturnd tot een comfortabel viersterrenhotel, deed het drie eeuwen dienst als Miniemenklooster. Het pand, dat over 87 kamers en acht suites beschikt, baadt nog steeds in een monastieke sfeer. En dan hebben we het nog niet over de uitstekende, zij het traditioneel Franse keuken van het bijbehorende restaurant Le Jardin du Cloître. Geen wonder dat u hier voor een enkele overnachting 140 euro dient op te hoesten.

“Wie een goedkoper hotel zoekt of naar iets anders uitkijkt, raadpleegt best even Le Chti,”zegt Decaux. Voor de niet ingewijden: zo heet de handige en gratis verkrijgbare stadsgids die volledig is volgestouwd met uitgaans- en shoppingtips, naast honderden adressen en recensies van restaurants, bars en bistrots. Wiens informatiehonger daarmee nog steeds niet is gestild, kan ook terecht bij het Office du Tourisme op de Place Rihour, waar ze u op verzoek zelfs in het Nederlands te woord staan. “Of je koopt toch gewoon een stadsgids in Le Furet du Nord,” adviseert De Beir. ‘Tenslotte is het niet voor niets een van de grootse boekenwinkels ter wereld. Als je daar niet genoeg informatie vindt, vind je ze nergens.” Dave Mestdach

Rijsel leent zich uitstekend voor een weekendje uit. En dat zowel voor culinaire lekkerbekken als doorgewinterde kunstaficionados.

De kunstverzameling van het indruk-wekkende Palais des Beaux Arts wordt in grootte en rijkdom alleen door het Parijse Louvre overtroffen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content